ECLI:NL:RBGEL:2024:1561

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 februari 2024
Publicatiedatum
21 maart 2024
Zaaknummer
05.062121.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Wevers
  • M.A. van Leeuwen
  • H.P.M. Kester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging met ernstige verwondingen aan slachtoffer in Doetinchem

Op 28 februari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging. De feiten vonden plaats op 25 februari 2023 in Doetinchem, waar de verdachte samen met een medeverdachte geweld heeft gepleegd tegen het slachtoffer. De medeverdachte sloeg het slachtoffer met een drinkglas in het gezicht en de hals, wat leidde tot ernstige snijwonden die chirurgisch gehecht moesten worden. Terwijl het slachtoffer al gewond was, sloeg de verdachte hem nog twee keer met de vuist. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld en legde een taakstraf van 120 uur op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De rechtbank nam in haar overwegingen de ernst van het misdrijf, de gevolgen voor het slachtoffer en de rol van de verdachte in het geweld mee. De verdachte had een blanco strafblad en toonde spijt voor zijn daden, wat meegewogen werd in de strafmaat.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.062121.23
Datum uitspraak : 28 februari 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] ,
raadsman: mr. A.H. Staring, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 25 februari 2023 openlijk, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten: aan [locatie] , te
Doetinchem, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meer personen te weten [slachtoffer] door
- die [slachtoffer] (met kracht) met een (drink)glas in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd, en/of hals te slaan en/of
- die [slachtoffer] met een (tot vuist gebalde) hand(en) in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd, en/of
hals, althans tegen het lichaam, te slaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 25 februari 2023 te Doetinchem, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, [slachtoffer] , heeft mishandeld door meerdere malen, althans eenmaal,
met een (drink)glas en/of met een (tot vuist gebalde) hand(en) in/op/tegen het gezicht, althans
het hoofd, en/of hals, althans tegen het lichaam, te slaan.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 25 februari 2023 hebben verdachte en zijn medeverdachte [medeverdachte] geweld tegen aangever [slachtoffer] in de [locatie] in Doetinchem gebruikt, waarbij medeverdachte [medeverdachte] aangever met kracht en met een drinkglas in zijn hand tegen het gezicht en de hals heeft geslagen. Aangever liep hierdoor meerdere snijwonden in het gezicht en de hals op. Terwijl aangever door de harde klap achteruitdeinsde, deed verdachte een stap naar voren en sloeg aangever twee keer met de gebalde vuist tegen de linker bovenarm, die aangever ter bescherming voor zijn (gewonde en bebloede) gezicht hield. [2]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken, omdat hij geen opzet had op de openlijke geweldpleging of mishandeling. Hij heeft niet gezien dat [medeverdachte] aangever met het glas sloeg. Verdachte heeft vanuit een impuls op het tumult gereageerd. De vuistslagen van verdachte zijn plotseling gebeurd. en zodoende heeft verdachte geen significante bijdrage geleverd aan de geweldshandelingen. Verder hebben de vuistslagen van verdachte geen letsel of pijn veroorzaakt.
Beoordeling door de rechtbank
Openlijke geweldpleging
Voor de bewezenverklaring van openlijke geweldpleging in de zin van artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht is vereist dat het geweld met verenigde krachten wordt gepleegd en dat de geweldshandelingen enige gevolgen hebben gehad. Niet is vereist dat verdachte zelf letsel heeft toegebracht. Wel moet worden bewezen dat verdachte opzet op het in vereniging plegen van openlijk geweld heeft gehad en dat hij daaraan een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd. Als aan deze vereisten is voldaan, is verdachte in de onderhavige zaak ook strafrechtelijk aansprakelijk voor het niet door hemzelf gepleegde, in de tenlastelegging vermelde, geweld.
Opzet op en bijdrage aan de geweldshandelingen
Aangever heeft verklaard dat hij door verdachte en medeverdachte [medeverdachte] bij de toiletten van [locatie] werd opgewacht en dat de situatie onverwachts escaleerde. Er was geen aanleiding voor de klap met het glas en de daaropvolgende vuistslagen. [3]
De verklaring van aangever wordt bevestigd door de camerabeelden. Verbalisant [verbalisant 1] heeft de camerabeelden bekeken en heeft verklaard:

Ik zie dat het slachtoffer af en toe zijn handen uit zijn zakken haalt en zijn schouders optrekt. Ik zie dat 02:36:50 uur verdachte 1 (toevoeging rechtbank: medeverdachte [medeverdachte] ) zijn mobiel in zijn rechterhand houdt en dat de mobiel verlicht is. Ik zie dat hij iets toont dat op zijn mobiel staat aan het slachtoffer. Ik zie dat hij de mobiel even later in zijn rechterzak stopt. Ik zie dat een paar seconden later verdachte 2 (toevoeging rechtbank: verdachte) naar hen toebuigt om mee te luisteren. Ik zie dat om 02:37:16 het slachtoffer zijn linkerhand nog in zijn zak heeft en met zijn rechterhand naar rechts wijst. Ik zie dat verdachte 1 met zijn linkerhand duwt tegen de borst van het slachtoffer en met zijn rechterhand waarin hij een glas vasthoudt met een slaande beweging kennelijk opzettelijk en krachtig uithaalt naar het slachtoffer. Ik zie dat hij het slachtoffer vol raakt aan de rechterzijde van het gezicht en het glas uiteenspat. Ik zie dat het bovenlichaam van het slachtoffer hierdoor achteroverslaat, en hij paar stappen achteruit hupt, maar nog wel rechtop blijft staan. Ik zie dat drie personen die er bijstaan toekijken met hun handen in hun zakken, maar direct daarna verdachte 1 tegenhouden, en de weg naar het slachtoffer versperren. Ik zie dat verdachte 2 naar voren stapt richting het slachtoffer en tweemaal met zijn rechtervuist kennelijk opzettelijk vol uithaalt en raakt aan de rechterzijde van het gezicht van het slachtoffer.” [4]
Gevolgen
De rechtbank stelt vast dat de geweldshandelingen voor aangever ernstige gevolgen hebben gehad. Het glas heeft diverse snijverwondingen aan de linkerkant van zijn gezicht en hals veroorzaakt, die chirurgisch zijn gehecht met 22 hechtingen. Het is te verwachten dat aangever flinke littekens in zijn gezicht en hals zal blijven houden. Aangever zal met ontsierende littekens moeten leven. [5]
Conclusie
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte] de confrontatie met aangever aanging. Gelet op de aanloop naar de geweldshandelingen waarbij verdachte zich toebuigt naar het gesprek tussen aangever en medeverdachte [medeverdachte] en de onmiddellijke manoeuvre van verdachte volgend op de vlak daarvoor door [medeverdachte] uitgedeelde klap met het glas, acht de rechtbank bewezen dat verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het openlijk geweld jegens aangever door tweemaal met gebalde vuist tegen aangever te slaan. Het openlijk geweld door verdachte is daarmee in vereniging gepleegd. Zodoende kan verdachte ook strafrechtelijk aansprakelijk worden gesteld voor de gevolgen van de bijdrage van medeverdachte [medeverdachte] .

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks25 februari 2023 openlijk
, in elk geval op of aan de openbare weg en/ofop een voor het publiek toegankelijke plaats, te weten: aan [locatie] , te Doetinchem, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een
of meerpersoon, te weten [slachtoffer] , door
- die [slachtoffer]
(met kracht
)met een
(drink
)glas
in/op/tegen het gezicht
, althans het hoofd,en
/ofop dehals te slaan en
/of
- die [slachtoffer] met een
(tot vuist gebalde
)hand
(en) in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd, en/of hals, althanstegen het lichaam, te slaan.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
primair:
het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, en voorts tot het verrichten van 180 uren werkstraf subsidiair 90 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat gelet op het aandeel van verdachte bij de geweldshandelingen kan worden volstaan met oplegging van een taakstraf.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van het misdrijf
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het openlijk plegen van geweld tegen [slachtoffer] , waarbij deze ernstig gewond is geraakt en medisch ingrijpen noodzakelijk was. Medeverdachte [medeverdachte] heeft het slachtoffer met een longdrinkglas in het gezicht en de hals geslagen en daardoor flinke snijwonden veroorzaakt. Terwijl het slachtoffer al gewond was geraakt en bloedde, heeft verdachte hem ook nog twee keer met de vuist geslagen. Het slachtoffer heeft zelf geen enkele aanleiding gegeven tot de gewelddadige handelingen. Na het incident hebben verdachte en zijn compagnon het slachtoffer gewond en ontredderd achtergelaten en zijn op de vlucht geslagen.
Ter terechtzitting heeft het slachtoffer aangegeven dat hij veel pijn heeft gehad en dat hij blijvend littekenweefsel heeft overgehouden aan de snijwonden. Hij zal daardoor zijn leven lang worden herinnerd aan dit geweld. Mogelijk zullen er nog ingrepen door de plastisch chirurg moeten volgen. Als het slachtoffer in zijn halsader of halsslagader was geraakt had het incident ook fataal af kunnen lopen. Daarbuiten heeft het slachtoffer te kampen met de psychische gevolgen van het incident. Verdachte en zijn medeverdachte hebben ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en op zijn veiligheidsgevoel.
De geweldpleging heeft plaatsgevonden in een uitgaansgelegenheid en meerdere mensen zijn hier getuige van geweest. Dit brengt gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij teweeg.
Afweging
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij zich heeft laten leiden door agressie. Opgemerkt dient te worden dat verdachtes rol van een minder zwaar gewicht is geweest dan die van medeverdachte [medeverdachte] .
De rechtbank waardeert dat verdachte openheid van zaken heeft gegeven en spijt heeft betuigd. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard geschrokken te zijn van zijn eigen gedrag en daarvoor verantwoordelijkheid te willen nemen. Hij heeft meegewerkt aan een mediation-traject met het slachtoffer en ook in dat kader zijn berouw getoond.
Strafblad
Verdachte heeft een blanco strafblad en is zodoende aan te merken als first offender.
Reclasseringsadvies
Reclassering Nederland heeft op 27 november 2023 een advies uitgebracht. De reclassering heeft aangegeven dat verdachte zijn leven in vrijwel alle opzichten stabiel op orde heeft. Zij beschouwt de gebeurtenis als een situationeel bepaald incident. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor een verder reclasseringstraject gericht op gedragsbeïnvloeding of risicomanagement.
Conclusie
Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot de conclusie dat een taakstraf van 120 uren passend is, subsidiair 60 dagen hechtenis, met aftrek van 4 uren voor de tijd die verdachte in inverzekeringstelling heeft doorgebracht.

8.De civiele vordering

Overweging van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] is ingediend in de zaak ten aanzien van medeverdachte [medeverdachte] (parketnummer 05-061643-23) en ziet op het letsel dat door [medeverdachte] is toegebracht. Ten aanzien van [verdachte] is geen vordering ingediend.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op
een taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 60 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Wevers (voorzitter), mr. M.A. van Leeuwen en mr. H.P.M. Kester, rechters, in tegenwoordigheid van mr. U. Posthumus, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 februari 2024.
Mr. H.P.M. Kester is buiten staat
dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023086854, gesloten op 2 maart 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever, p. 30 t/m 32; proces-verbaal van bevindingen, p. 65 en 66, en de verklaring van verdachte ter terechtzitting op 14 februari 2024.
3.Proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever, p. 30 t/m 32.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 65 en 66.
5.Letselrapportage van 27 februari 2023.