Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
RVG ARNHEM NOORD I C.V.,
2.
RVG ARNHEM NOORD II C.V.,
3.
RVG ARNHEM NOORD I B.V.,
4.
RVG ARNHEM NOORD II B.V.,
1.De procedure
- de akte van eiswijziging van 11 maart 2024 van RVG c.s.;
- de mondelinge behandeling van 13 maart 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van [gedaagde] .
.Ten tijde van de mondelinge behandeling bedroeg de restschuld van de hypothecaire lening € 25.740.072,00.
3.Het geschil
primair: het door [gedaagde] gelegde conservatoire beslag onder de Rabobank ten laste van RVG c.s. en het door [gedaagde] gelegde conservatoire beslag op de onroerende zaken met onmiddellijke ingang opheft;
subsidiair:het door [gedaagde] gelegde conservatoire beslag onder de Rabobank ten laste van RVG c.s. opheft;
meer subsidiair: het door [gedaagde] gelegde conservatoire beslag onder de Rabobank ten laste van RVG c.s. opheft, op voorwaarde dat RVG c.s. zekerheid stelt uitsluitend indien en voor zover die zekerheid niet al door de overwaarde van de onroerende zaken van RVG c.s. in voldoende mate verzekerd is;