ECLI:NL:RBGEL:2024:1676

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 maart 2024
Publicatiedatum
26 maart 2024
Zaaknummer
100970039
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in kort geding betreffende ontruiming van een woning

In deze zaak heeft de stichting SITÉ WOONDIENSTEN, hierna te noemen 'Sité', een kort geding aangespannen tegen de stichting STICHTING INDIVIDUELE VERTEGENWOORDIGING EN BEHEER VOOR DE ZORGSECTOR, hierna te noemen 'de bewindvoerder'. De eisende partij vorderde dat de bewindvoerder de woning aan de [straat+plaats] zou ontruimen en verlaten, met veroordeling van de bewindvoerder in de proceskosten. De kort gedingdagvaarding werd uitgebracht op 13 maart 2024, en de mondelinge behandeling vond plaats op 21 maart 2024. De bewindvoerder is echter niet verschenen tijdens de zitting.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, en heeft daarom verstek verleend tegen de bewindvoerder. De niet weersproken vorderingen van Sité zijn toegewezen, aangezien deze niet onrechtmatig of ongegrond zijn bevonden. De ontruimingstermijn is vastgesteld op de gebruikelijke termijn van twee weken, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, gezien het belang van Sité bij een spoedige ontruiming.

In de beslissing heeft de kantonrechter de bewindvoerder veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de sleutels aan Sité over te dragen. Daarnaast is de bewindvoerder veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 904,72. Het vonnis is uitgesproken op 22 maart 2024 door mr. I.C.J.I.M. van Dorp, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank GELDERLAND

Civiel recht
Zaakgegevens: 10970039 VV EXPL 24-8
Zittingsplaats Zutphen
Grosse aan: Booms
vonnis d.d. 22 maart 2024 van de kantonrechter
in de zaak van
de stichting SITÉ WOONDIENSTEN,
te Doetinchem,
eisende partij,
hierna te noemen “Sité”,
gemachtigde: S.J.M. Booms
tegen
de stichting STICHTING INDIVIDUELE VERTEGENWOORDIGING EN BEHEER VOOR DE ZORGSECTOR,
te Brummen,
gedaagde partij,
hierna te noemen “de bewindvoerder”,
niet verschenen.

1.Het procesverloop

Dit blijkt uit:
- de kort gedingdagvaarding, uitgebracht op 13 maart 2024,
- de mondelinge behandeling van 21 maart 2024.

2.De vordering

Sité heeft gevorderd - samenvattend - dat de bewindvoerder wordt veroordeeld de woning aan de [straat+plaats] te ontruimen en te verlaten, met veroordeling van de bewindvoerder in de proceskosten.

3.De beoordeling

3.1
De bewindvoerder is niet verschenen.
3.2
Omdat de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, zal tegen de bewindvoerder verstek worden verleend.
3.3
De niet weersproken vorderingen zullen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, worden toegewezen als na te melden en met inachtneming van het volgende.
3.4
De ontruimingstermijn zal worden bepaald op de gebruikelijke termijn van twee weken.
3.5
Het vonnis zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard, vanwege het belang van Sité bij een spoedige ontruiming.
3.6
De bewindvoerder zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.

4.De beslissing

De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:
4.1
veroordeelt de bewindvoerder om binnen twee weken na betekening van dit vonnis, het gehuurde aan de [straat+plaats] met al wie en/of wat er zich vanwege mevrouw [naam 1] daarin mocht bevinden, te ontruimen en te verlaten en met overgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Sité te stellen;
4.2
veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten aan de zijde van Sité, welke kosten worden vastgesteld en begroot op:
explootkosten: € 136,72,
griffierecht: € 130,00,
salaris gemachtigde: € 543,00
nakosten: € 135,00;
4.3
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.C.J.I.M. van Dorp en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 maart 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.
cc.: IvD