ECLI:NL:RBGEL:2024:1885

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
3 april 2024
Zaaknummer
AWB- 24_1452 ordemaatregel
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing voorlopige voorziening inzake aanleg bedrijventerrein nabij dassenburcht en handhaving last onder dwangsom

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op het verzoek van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland (GS) om een eerder getroffen voorlopige voorziening op te heffen. Deze voorlopige voorziening was ingesteld naar aanleiding van de aanleg van een bedrijventerrein door de gemeente Nunspeet, nabij een dassenburcht, waarbij GS op 6 juli 2023 de werkzaamheden had stilgelegd en een last onder dwangsom had opgelegd. De gemeente Nunspeet had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, die op 25 augustus 2023 werd toegewezen onder bepaalde voorwaarden.

Op 11 maart 2024 verzocht GS de voorzieningenrechter om de eerder getroffen voorlopige voorziening op te heffen, omdat de gemeente Nunspeet zich niet aan de voorwaarden had gehouden. Tijdens de zitting op 28 maart 2024 werd vastgesteld dat de werkzaamheden voortgingen, ondanks de eerdere schorsing. De voorzieningenrechter oordeelde dat de last onder dwangsom van 6 juli 2023 opnieuw van kracht moest worden, omdat de gemeente Nunspeet niet had voldaan aan de voorwaarden die waren gesteld in de eerdere uitspraak.

De voorzieningenrechter heeft bij wijze van ordemaatregel de schorsing opgeheven, wat betekent dat de gemeente Nunspeet de werkzaamheden moet staken en de last onder dwangsom van kracht blijft. De beslissing is genomen in het openbaar en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 24/1452

uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 maart 2024 in de zaak tussen

het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, GS

(gemachtigde: mr. T.P.P. Paas),
en

de gemeente Nunspeet

(gemachtigde: mr. I.M.C. van Leeuwen).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel:
[derde partij]uit [plaats 1] ([derde partij])
(gemachtigde: [naam gemachtigde]).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek van GS om een bij uitspraak van 25 augustus 2023 [1] getroffen voorlopige voorziening op te heffen.
1.1.
Op 6 juli 2023 heeft GS de door of namens de gemeente Nunspeet uitgevoerde werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van bedrijventerrein [naam] in [plaats 2], stilgelegd. Dit besluit heeft GS op 12 juli 2023 op schrift gesteld. Tevens heeft GS op 12 juli 2023 de gemeente Nunspeet gelast de overtredingen van artikel 1.11, 1e lid en artikel 3.10, 1e lid onder b Wet natuurbescherming (Wnb) te beëindigen en beëindigd te houden door de werkzaamheden op de locatie bedrijventerrein [naam] te [plaats 2], te staken en gestaakt te houden. Voldoet de gemeente Nunspeet hier niet aan, dan verbeurt hij een dwangsom.
1.2.
De gemeente Nunspeet heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
1.3.
Bij uitspraak van 25 augustus 2023 heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en het bestreden besluit geschorst tot zes weken na de door GS te nemen beslissing op bezwaar, onder de voorwaarde dat zolang de route genoemd in het beplantingsplan niet functioneel is, de midden migratieroute beschikbaar blijft en de bomen bij de oude bosgroeiplaats niet gekapt worden.
1.4.
Op 11 maart 2024 heeft GS de voorzieningenrechter gevraagd de getroffen voorlopige voorziening op te heffen.
1.5.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 28 maart 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben namens GS deelgenomen: mr. T.P.P. Paas en [persoon A]. Ook was [persoon B] aanwezig. Het college van burgemeester en wethouders van Nunspeet heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde. Tevens waren aanwezig [persoon C] en mr. drs. J. van der Noord en [persoon D]. [derde partij] heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde.
1.6.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk een ordemaatregel getroffen.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De gemeente Nunspeet is van plan een bedrijventerrein in [plaats 2] te realiseren. Hiervoor is een bestemmingsplanprocedure doorlopen. Nabij het plangebied bevindt zich een dassenburcht. Tijdens een controle van 6 juli 2023 is gebleken dat over een lengte van 100 meter staalplaten zijn aangebracht en dat men bij de houtwal op ongeveer 50 meter afstand van de dassenburcht was begonnen met het slopen van een schuur.
2.1.
GS stelt dat voor deze werkzaamheden een ontheffing op grond van de Wnb vereist is en dat deze is aangevraagd noch verleend. Daarom heeft GS de werkzaamheden stil gelegd en de gemeente Nunspeet een last onder dwangsom opgelegd.
2.2.
De gemeente Nunspeet bestrijdt dat sprake is van vergunningplichtige werkzaamheden.
2.3.
Tijdens de zitting van de voorzieningenrechter op 14 augustus 2023 kwamen partijen overeen dat de werkzaamheden zouden kunnen worden voortgezet indien de midden migratieroute beschikbaar blijft en de bomen bij de oude bosgroeiplaats niet gekapt worden, zolang de route genoemd in het beplantingsplan niet functioneel is. De voorzieningenrechter heeft daarom het besluit van 12 juli 2023 conform de ter zitting gemaakte afspraken geschorst.
2.4.
De provinciale toezichthouder heeft ter plaatse een controle uitgevoerd en vastgesteld dat de noordoostelijke route (zoals weergegeven in het beplantingsplan) nog niet
functioneel is, de volledige oude bosgroeiplaats is gekapt en de midden migratieroute volledig is afgesloten. GS beschouwen dit als een zeer ernstige schending van de uitspraak van de voorzieningenrechter van 25 augustus 2023 en verzoeken op 11 maart 2023 de getroffen voorlopige voorziening op te heffen.
2.5.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de werkzaamheden voortgaan en dat de gemeente Nunspeet op de zitting heeft aangegeven deze niet stil te willen leggen. De voorzieningenrechter heeft tijd nodig om het geschil te kunnen beoordelen en uitspraak te kunnen doen. In afwachting van de uitspraak op het verzoek om opheffing van de getroffen voorlopige voorziening ziet de voorzieningenrechter bij wijze van ordemaatregel aanleiding om de schorsing op te heffen. Dit betekent dat de last onder dwangsom van 6 juli 2023 van kracht is. Deze ordemaatregel duurt voort tot uitspraak op het verzoek om opheffing wordt gedaan. Dan zal worden beoordeeld of de bij uitspraak van 25 augustus 2023 getroffen voorlopige voorziening moet worden gehandhaafd, gewijzigd of opgeheven.

Beslissing

De voorzieningenrechter heft bij wijze van ordemaatregel de bij uitspraak van 25 augustus 2023 getroffen voorlopige voorziening op.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.P.C.G. Derksen, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.Y Snoeren-Bos, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 maart 2024.
De griffier is verhinderd
de uitspraak te ondertekenen.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.ARN 23/4589