Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 28 maart 2024 in de zaak tussen
het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, GS
de gemeente Nunspeet
[derde partij]uit [plaats 1] ([derde partij])
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op het verzoek van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland (GS) om een eerder getroffen voorlopige voorziening op te heffen. Deze voorlopige voorziening was ingesteld naar aanleiding van de aanleg van een bedrijventerrein door de gemeente Nunspeet, nabij een dassenburcht, waarbij GS op 6 juli 2023 de werkzaamheden had stilgelegd en een last onder dwangsom had opgelegd. De gemeente Nunspeet had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening, die op 25 augustus 2023 werd toegewezen onder bepaalde voorwaarden.
Op 11 maart 2024 verzocht GS de voorzieningenrechter om de eerder getroffen voorlopige voorziening op te heffen, omdat de gemeente Nunspeet zich niet aan de voorwaarden had gehouden. Tijdens de zitting op 28 maart 2024 werd vastgesteld dat de werkzaamheden voortgingen, ondanks de eerdere schorsing. De voorzieningenrechter oordeelde dat de last onder dwangsom van 6 juli 2023 opnieuw van kracht moest worden, omdat de gemeente Nunspeet niet had voldaan aan de voorwaarden die waren gesteld in de eerdere uitspraak.
De voorzieningenrechter heeft bij wijze van ordemaatregel de schorsing opgeheven, wat betekent dat de gemeente Nunspeet de werkzaamheden moet staken en de last onder dwangsom van kracht blijft. De beslissing is genomen in het openbaar en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.