Uitspraak
1.Procesverloop
5 maart 2024.
2.Beoordeling
3.Beslissing
26 september 2024.
Rechtbank Gelderland
Op 26 maart 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een beschikking gegeven inzake een verzoek tot rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op basis van de Wet zorg en dwang (Wzd). Het verzoek was ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een cliënt die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, namelijk dementie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de cliënt, voortvloeiend uit deze aandoening, leidt tot ernstig nadeel, waaronder risico op lichamelijk letsel, psychische schade, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft geoordeeld dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om dit ernstig nadeel te voorkomen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 26 maart 2024, die bij de cliënt thuis plaatsvond, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de cliënt zelf en haar advocaat, mr. S. Grilk. De advocaat voerde aan dat de zorgen voornamelijk betrekking hebben op de zoon(s) van de cliënt en niet op haarzelf, en stelde dat er alternatieven zijn om de cliënt thuis te laten wonen. De rechtbank verwierp dit verweer, omdat de thuiszorg niet durft te komen in de aanwezigheid van de zoon(s) en er grote zorgen zijn over de zelfzorg en zelfredzaamheid van de cliënt.
De rechtbank concludeerde dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel te voorkomen en verleende de rechterlijke machtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 26 september 2024. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. J. Th. van Belzen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. G. Vlemmings, griffier. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.