Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van
in de zaak tussen
de gemeente Nunspeet
[derde-partij]uit [plaats 1] ([derde-partij])
Rechtbank Gelderland
In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland op het verzoek van het college van Gedeputeerde Staten van Gelderland om een eerder getroffen voorlopige voorziening op te heffen. Deze voorlopige voorziening was ingesteld naar aanleiding van de aanleg van een bedrijventerrein nabij een dassenburcht, waarbij het college de gemeente Nunspeet had gelast om de werkzaamheden stil te leggen en een last onder dwangsom had opgelegd. De voorzieningenrechter had eerder, op 25 augustus 2023, de last onder dwangsom geschorst onder bepaalde voorwaarden. De gemeente Nunspeet heeft echter niet voldaan aan deze voorwaarden, wat heeft geleid tot het verzoek van het college om de voorlopige voorziening op te heffen.
Tijdens de zitting op 28 maart 2024 heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord. Het college stelde dat de gemeente in strijd heeft gehandeld met de voorwaarden van de voorlopige voorziening, terwijl de gemeente betoogde dat er geen overtreding was. De voorzieningenrechter concludeert dat de gemeente niet heeft aangetoond dat de alternatieve route voor dassen functioneel is en dat de werkzaamheden onomkeerbare gevolgen kunnen hebben voor het foerageergebied van de dassen. Daarom wordt het verzoek van het college om de schorsing op te heffen toegewezen, en blijft de last onder dwangsom van kracht.
De voorzieningenrechter roept beide overheden op om in gesprek te gaan en op een zorgvuldige manier met elkaar te communiceren, aangezien er in deze zaak een gebrek aan respectvolle communicatie is geconstateerd. De uitspraak benadrukt het belang van samenwerking tussen overheden in het algemeen belang.