ECLI:NL:RBGEL:2024:2402
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk wegens geen toegewezen rechter
Op 18 april 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker. Het verzoeker heeft een schriftelijk wrakingsverzoek ingediend op 27 maart 2024, waarin hij de rechters in zijn hoofdzaak wilde wraken. De hoofdzaak betreft meerdere zaken met nummers ARN 23/7171, 23/7173, 23/7177 en 23/7182. Verzoeker heeft in zijn verzoek aangevoerd dat zijn verzoeken, waarin hij zich beroept op betalingsonmacht, niet in behandeling worden genomen, dat er geen reactie op zijn brieven komt, dat er onjuiste informatie over buitenlands vermogen wordt gebruikt, dat hem de toegang tot de rechter wordt onthouden en dat de rechtbank de termijnen van artikel 8:55b, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (AWB) overschrijdt.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat op grond van artikel 8:15 AWB een partij een rechter kan wraken op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, in deze zaak was er nog geen rechter toegewezen aan de hoofdzaak van verzoeker. Dit betekent dat er geen rechter was die de zaak behandelde, en daarom kon verzoeker niet in zijn wrakingsverzoek worden ontvangen. De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard, en er was geen grond voor een mondelinge behandeling ter terechtzitting.
De beslissing van de wrakingskamer was dat verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk werd verklaard in zijn verzoek tot wraking. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee leden van de wrakingskamer, in aanwezigheid van de griffier, en werd openbaar uitgesproken op 18 april 2024.