Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser 1] ,
1.1. De procedure
2.De verdere beoordeling
In conventie en reconventie
- dagvaardingskosten € 125,03
- nakosten
€ 135,00+Totaal € 888,03.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak, die op 25 april 2024 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een vordering ingesteld tegen Dexia Nederland B.V. in het kader van een effectenleaseovereenkomst. De procedure volgde op een tussenvonnis van 30 november 2023, waarin reeds was overwogen dat de eerste overeenkomst rechtsgeldig was vernietigd. Dit betekende dat alle betalingen van [eiser 1] aan Dexia moesten worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen hij van Dexia had ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat [eiser 1] de aandelen die hij had overgenomen, in beginsel moest terugleveren, maar dat er onzekerheid bestond over de verkoop van deze aandelen. Dexia stelde dat er geen bewijs van verkoop was overgelegd, waardoor niet vastgesteld kon worden of er nog een bedrag te betalen resteerde. De kantonrechter concludeerde dat Dexia, gezien het gebrek aan bewijs van de verkoop van de aandelen, niets meer verschuldigd was aan de eisers. De vordering in conventie werd afgewezen, terwijl de vordering in reconventie van Dexia werd toegewezen. Dexia werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten aan de zijde van de eisers, die in totaal €888,03 bedroegen. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af.