In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalten. Eiseres had aanvragen ingediend op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) en de Participatiewet (Pw). Het college heeft deze aanvragen gedeeltelijk toegekend en gedeeltelijk afgewezen, wat heeft geleid tot bezwaar en beroep van eiseres. Eiseres heeft gesteld dat zij niet in staat is om een huisbezoek te ontvangen, waardoor het college niet in staat was om haar situatie goed te onderzoeken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college de medewerkingsverplichting van eiseres heeft geschonden, wat heeft geleid tot een onzorgvuldige besluitvorming. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, maar heeft het college wel veroordeeld in de proceskosten, omdat het college niet tijdig op de bezwaren van eiseres had beslist. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 2.625 en heeft bepaald dat het college het griffierecht moet vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van aanvragen en de noodzaak voor het college om de situatie van eiseres goed in kaart te brengen, inclusief het uitvoeren van een huisbezoek indien nodig.