ECLI:NL:RBGEL:2024:4159

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 juli 2024
Publicatiedatum
3 juli 2024
Zaaknummer
05.003947.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van primair tenlastegelegde feit en veroordeling tot taakstraf voor medeplichtigheid aan diefstal met verbreking in vereniging

Op 1 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplichtigheid aan diefstal met verbreking in vereniging. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij zich ten tijde van het strafbare feit in de nabijheid bevond. Echter, de rechtbank oordeelde dat de verdachte wel schuldig was aan de subsidiaire tenlastelegging van medeplichtigheid aan diefstal. De verdachte had zijn auto en sleutels ter beschikking gesteld aan medeverdachten, die op 28 september 2023 in Arnhem twee motoren hadden gestolen. De rechtbank legde een taakstraf op van 80 uur, subsidiair 40 dagen hechtenis, en kende schadevergoedingen toe aan de benadeelde partijen, inclusief wettelijke rente. De rechtbank overwoog dat de verdachte door zijn handelen aanzienlijke schade had veroorzaakt aan de slachtoffers, die hun motoren verloren en met de gevolgen van de diefstal moesten omgaan. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de impact op de slachtoffers bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05-003947-24
Datum uitspraak : 1 juli 2024
Tegenspraak
verkort vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1993 in [geboorteplaats],
wonende aan de [adres], [postcode] in [woonplaats].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
  • een motor van het merk Kawasaki, type Z900, kenteken [kenteken 1] en/of
  • een motor van het merk Yamaha, type MTN890, kenteken [kenteken 2]
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen motor(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen, op of omstreeks 28 september 2023 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
  • een motor van het merk Kawasaki, type Z900, kenteken [kenteken 1] en/of
  • een motor van het merk Yamaha, type MTN890, kenteken [kenteken 2]
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen toebehoorde(n) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen motor(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode
van 27 september 2023 tot en met 28 september 2023 te Arnhem en/of Almere, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door een auto/vervoermiddel (met bijbehorende sleutel) aan [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personen ter beschikking te stellen en/of die/dat auto/vervoermiddel en/of de (bijbehorende) sleutel(s) klaar te zetten en/of te leggen.

2.Vrijspraak t.a.v. feit primair

Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat verdachte moet worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, aangezien er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is dat verdachte zich ten tijde van het plegen van het strafbare feit in de nabije omgeving bevond.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het primair tenlastegelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/ofeen of meer onbekend gebleven personen, op
of omstreeks28 september 2023 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,
  • een motor van het merk Kawasaki, type Z900, kenteken [kenteken 1] en
  • een motor van het merk Yamaha, type MTN890, kenteken [kenteken 2]
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2], in elk geval aan een ander dan aan die [medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/ofeen of meer onbekend gebleven personen toebehoorde
(n
) heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl [medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] en
/ofeen of meer onbekend gebleven personen zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en
/of dat/die weg te nemen motor
(en
)onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak
enverbreking
, inklimming en/of een valse sleutel, bij
en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, in of omstreeks de periode
van 27 september 2023 tot en met 28 september 2023 te Arnhem en/of Almere, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid
enmiddelen
en/of inlichtingenheeft verschaft, door een auto
/vervoermiddel(met bijbehorende sleutel) aan [medeverdachte 1]
en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer onbekend gebleven personenter beschikking te stellen en
/ofdie
/dat auto
/vervoermiddelen
/ofde (bijbehorende) sleutel
(s)klaar te zetten en
/ofte leggen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit subsidiair:
medeplichtigheid aan diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
tot het verrichten van 80 uren werkstraf subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van 6 uren ter zake van de tijd in inverzekeringstelling doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
Er is door de verdachte geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan medeplichtigheid van diefstal in vereniging van twee motoren door zijn auto en autosleutels beschikbaar te stellen. Er zijn in de nacht twee motoren uit de parkeergarage van een appartementencomplex weggehaald. Verdachte heeft door zijn handelen groot nadeel toegebracht aan de slachtoffers. Zij zijn hun motor verloren en hebben hierdoor nadelige gevolgen ervaren, waaronder het afwikkelen van de verzekeringskwesties, maar ook hebben zij hun motoren niet kunnen gebruiken op de momenten dat zij dit wensten. Daarnaast hebben buurtbewoners die nacht meerdere verdachte personen met zwarte hoody’s de garage zien in- en uitlopen. Dit soort feiten roept grote gevoelens van onveiligheid op in de samenleving. Verdachte heeft hier op geen enkele manier rekening mee gehouden en was enkel uit op eigen gewin. De rechtbank neemt dit verdachte kwalijk.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de op te leggen straf rekening met de door de LOVS opgestelde oriëntatiepunten voor diefstal van een motorfiets en houdt voorts rekening met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank – in overeenstemming met de eis van de officier van justitie – aan verdachte een taakstraf opleggen voor de duur van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis, met aftrek van de tijd in inverzekeringstelling doorgebracht.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De benadeelde partij [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft in verband met het feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 542,79 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdachte heeft geen standpunt ingenomen.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De schadeposten zijn naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de totaal niet-vergoede schade tot een hoogte van € 542,79 kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 28 september 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachten de schade hebben vergoed.
De benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft in verband met het feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 1.287,81 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdachte heeft geen standpunt ingenomen.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De schadeposten zijn naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en komen redelijk voor.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de totaal niet-vergoede schade tot een hoogte van € 1.287,81 kan worden toegewezen.
Verdachte is vanaf 28 september 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachten de schade hebben vergoed.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 48, 49 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een
taakstraf van 80 (tachtig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
De vordering van de benadeelde partijen
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente (indien gevorderd)
1. [slachtoffer 1] € 542,79september 2023
2. [slachtoffer 2] € 1.287,81september 2023
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan materiële schade te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling
1. [slachtoffer 1] € 542,79 10 dagen;
2. [slachtoffer 2] € 1.287,81 22 dagen.
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachten (een deel van) het schadebedrag betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit verkort vonnis is gewezen door mr. F.E. Venema (voorzitter), mr. Y. van Wezel en mr. H.M. Stratenus, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 juli 2024.