Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[naam gefailleerde],
wonende te [woonplaats] ,
1.De procedure
- het vonnis van 30 augustus 2023 waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- de conclusie van antwoord in reconventie in tussenkomst van [tussenkomende] ,
- de akte vermeerdering van eis in conventie (in de hoofdzaak) tevens akte houdende aanvullende producties van de curator,
- de aanvullende productie 22 (akte van cessie) van [tussenkomende] ,
- de conclusie van antwoord tegen vermeerderde eis van [gedaagde] ,
- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling, gehouden op 7 december 2023, en de daarin genoemde spreekaantekeningen.
2.De zaak in het kort
3.De feiten
Tot een regeling is het niet gekomen.
4.Het geschil
in de hoofdzaak, na vermeerdering van eis, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat het surplus op de kwaliteits-rekening van [naam gefailleerde] toekomt aan de faillissementsboedel van [naam gefailleerde] en daarbij [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan de curator van € 165.628,37 (€ 155.949,49 aan achtergehouden bedragen + € 9.678,88 aan onterechte afschrijvingen van de kwaliteits-rekening door [gedaagde] ), te vermeerderen met de wettelijke rente (vanaf 3 november 2022) alsmede met de proceskosten en de nakosten.
legal opinionvan de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) aan [gedaagde] en een
legal opinionvan prof. mr. J.W.A. Biemans. Verder is [tussenkomende] van mening dat hij heeft betaald voor iets wat voor rekening van de boedel zou moeten komen. [tussenkomende] vordert daarom
in conventie in tussenkomstdat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie in tussenkomstom voor recht te verklaren dat de door [tussenkomende] gemaakte en nog te maken kosten in verband met de afwikkeling van zijn praktijk (inclusief de kosten van de waarneming door [gedaagde] ) betaald dienen te worden uit het surplus van de kwaliteitsrekening, alsmede [gedaagde] te veroordelen om uit het surplus een bedrag van € 135.949,49 aan [tussenkomende] te voldoen.
in reconventie in tussenkomstdat de rechtbank voor recht verklaart (primair) dat [tussenkomende] zijn taak als bestuurder van [naam gefailleerde] kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en dat aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement dan wel (subsidiair) dat [tussenkomende] zijn taken als bestuurder niet behoorlijk heeft vervuld. Op die grond vordert de curator dat de rechtbank [tussenkomende] veroordeelt tot betaling van een nader bij staat op te maken bedrag van de schulden van de failliet dan wel schadevergoeding en [tussenkomende] veroordeelt tot betaling van een voorschot daarop van € 304.339,72, een en ander met veroordeling van [tussenkomende] in de kosten.
5.De beoordeling
gehelevermogen in voor zijn schulden. Een uitzondering daarop vormt de kwaliteitsrekening. Die uitzondering is voor sommige gevallen wettelijk verankerd, zoals in artikel 19 van de Gdw.
6.De beslissing
woensdag 17 juli 2024voor het nemen van een akte door de curator of de vordering (bestuurdersaansprakelijkheid) wordt ingetrokken dan wel dat ook op die vordering moet worden beslist, waarna het schriftelijk debat tussen partijen in beginsel is geëindigd,