ECLI:NL:RBGEL:2024:4356
Rechtbank Gelderland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een wrakingsverzoek tegen een rechter in een civiele procedure
Op 10 juli 2024 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een verzoek tot wraking afgewezen. Verzoekster was het niet eens met de regiebeslissingen van de rechter en de wijze waarop deze aan haar gemachtigde waren gecommuniceerd. De wrakingskamer benadrukte dat de wrakingsprocedure niet bedoeld is om rechterlijke beslissingen te beoordelen, maar om te bepalen of er sprake is van (schijn van) vooringenomenheid van de rechter. De hoge drempel voor een geslaagd wrakingsverzoek werd niet gehaald, omdat de wrakingskamer oordeelde dat de regiebeslissingen niet zo onjuist of onbegrijpelijk waren dat deze uitsluitend door vooringenomenheid konden worden verklaard.
De procedure begon met een verzoekschrift van 29 mei 2024, waarin verzoekster haar gronden voor wraking uiteenzette. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 juli 2024 werd duidelijk dat verzoekster vond dat er onjuiste informatie was verstrekt door de rechtbank, wat haar procesbelang had geschaad. De rechter erkende dat de communicatie niet vlekkeloos was verlopen, maar stelde dat dit niet leidde tot de conclusie dat er sprake was van partijdigheid.
De wrakingskamer concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid opleverden. De beslissing van de rechter om vast te houden aan de regiebeslissingen werd als niet onjuist of onbegrijpelijk beoordeeld. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.