In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft de kantonrechter op 29 mei 2024 een tussenuitspraak gedaan in een huurgeschil. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. S.J. van Susante, heeft verzocht om terug te komen op een eerdere beslissing na getuigenverhoren. De procedure omvatte een tussenvonnis van 1 februari 2023 en verschillende proces-verbalen van enquête en contra-enquête. De eisende partij heeft gesteld dat de gedaagden sinds februari 2023 zijn gestopt met het betalen van huur, met een achterstand van € 92.814,48 per 1 april 2024. Tevens is aangegeven dat het feitelijk gebruik van het gehuurde per 1 juli 2023 is gestaakt. De kantonrechter heeft de gedaagden de gelegenheid gegeven om te reageren op deze stellingen. De verdere beoordeling van de zaak is aangehouden, zowel in conventie als in reconventie, en de zaak zal opnieuw op de rol komen voor het nemen van een akte door de gedaagden.