ECLI:NL:RBGEL:2024:4661

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 mei 2024
Publicatiedatum
18 juli 2024
Zaaknummer
9962694
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak in huurgeschil met verzoek tot heroverweging eerdere beslissing

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland, heeft de kantonrechter op 29 mei 2024 een tussenuitspraak gedaan in een huurgeschil. De eisende partij, vertegenwoordigd door mr. S.J. van Susante, heeft verzocht om terug te komen op een eerdere beslissing na getuigenverhoren. De procedure omvatte een tussenvonnis van 1 februari 2023 en verschillende proces-verbalen van enquête en contra-enquête. De eisende partij heeft gesteld dat de gedaagden sinds februari 2023 zijn gestopt met het betalen van huur, met een achterstand van € 92.814,48 per 1 april 2024. Tevens is aangegeven dat het feitelijk gebruik van het gehuurde per 1 juli 2023 is gestaakt. De kantonrechter heeft de gedaagden de gelegenheid gegeven om te reageren op deze stellingen. De verdere beoordeling van de zaak is aangehouden, zowel in conventie als in reconventie, en de zaak zal opnieuw op de rol komen voor het nemen van een akte door de gedaagden.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 9962694 \ CV EXPL 22-4600
Vonnis van 29 mei 2024
in de zaak van
[eis in conv/verw in reconv],
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [eis in conv/verw in reconv] ,
gemachtigde: mr. S.J. van Susante,
tegen

1.[ged in conv/eis in reconv sub 1] ,

te [vestigingsplaats] ,
2.
[ged in conv/eis in reconv sub 2],
te [woonplaats] ,
3.
[ged in conv/eis in reconv sub 3],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden in conv/eisers in reconv] ,
gemachtigde: mr. S. Besli.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 februari 2023
- het proces-verbaal van enquête aan de kant van [gedaagden in conv/eisers in reconv] van 2 november 2023
- het proces-verbaal van contra-enquête aan de kant van [eis in conv/verw in reconv] van 17 januari 2024
- de conclusie na enquête van [eis in conv/verw in reconv]
- de conclusie na enquête van [gedaagden in conv/eisers in reconv] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

in conventie
2.1.
In haar conclusie na enquête heeft [eis in conv/verw in reconv] aangegeven dat [gedaagden in conv/eisers in reconv] vanaf februari 2023 volledig gestopt is met het betalen van huur. De achterstand per 1 april 2024 bedraagt € 92.814,48 inclusief btw, aldus [eis in conv/verw in reconv] . Daarnaast heeft [gedaagden in conv/eisers in reconv] volgens [eis in conv/verw in reconv] het feitelijk gebruik van het gehuurde omstreeks 1 juli 2023 gestaakt. [eis in conv/verw in reconv] vraagt de kantonrechter, gezien deze nieuwe feiten en omstandigheden, terug te komen op haar (voorlopige) oordeel in het tussenvonnis omtrent ontbinding en ontruiming (vordering in conventie II).
2.2.
[gedaagden in conv/eisers in reconv] heeft in haar conclusie na enquête, die gelijktijdig met de conclusie na enquête van [eis in conv/verw in reconv] is genomen, niet kunnen reageren op bovengenoemde stellingen van [eis in conv/verw in reconv] . [gedaagden in conv/eisers in reconv] krijgt daarom de gelegenheid bij akte te reageren op wat [eis in conv/verw in reconv] in haar conclusie na enquête in de punten 15 tot en met 19 heeft weergegeven.
2.3.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
in reconventie
2.4.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
3.1.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van
woensdag 26 juni 2024voor het nemen van een akte door [gedaagden in conv/eisers in reconv] c.s. over wat is vermeld onder 2.2.,
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan,
in reconventie
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken door mr. R.M. Schoo op 29 mei 2024.
42693 / 40141