Uitspraak
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De feiten
3.De beoordeling
- de duurzame ontwrichting van het huwelijk zodat tussen hen de echtscheiding kan worden uitgesproken, op verzoek van beide partijen;
- de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] , die bij de vrouw kan worden bepaald.
- de regeling ter verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (de zorgregeling);
- de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [de minderjarige] (de kinderalimentatie);
- de bijdrage in de kosten van het levensonderhoud van de vrouw (de partneralimentatie);
- de vermogensrechtelijke afwikkeling van het huwelijk.
€ 1.376 bruto per maand aan partneralimentatie aan de vrouw moet betalen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij deze beslissingen neemt. Daarbij gaat zij in op de standpunten van partijen, voor zover die voor de beoordeling van belang zijn. De berekeningen die de rechtbank heeft gemaakt, zijn als bijlagen aan deze beschikking toegevoegd. Bij de berekeningen rondt de rechtbank af op hele euro’s.
- [deelneming II] (met daaronder [naam bv 2] )
- [deelneming III] (met daaronder [naam bv 3] )
- [deelneming IV] (met daaronder [naam bv 4] )
hierna: de [naam bvgroep] .
Verder heeft de man een belang van 25% in [naam bv 5] , die op haar beurt voor 20% deelneemt in de [naam bvgroep] .
€ 126.694,39 bedroegen en in totaal € 35.344,90 netto salaris, € 72.250 dividend en € 18.500 aan extra stortingen was ontvangen.
€ 14.291 in 2023.
€ 4.852, gemiddeld € 658 per maand uitgaven voor hun kind in 2022. Gecorrigeerd voor de inflatie (geïndexeerd) is dat nu € 723 per maand.
e-mailberichten van de accountants van de man zijn hiervoor onvoldoende onderbouwing. De verklaringen die de accountants hierin doen zijn op geen enkele wijze verder (cijfermatig) onderbouwd. Niet is gebleken dat sprake is van investeringen, wat deze investeringen zijn en hoe deze investeringen in elkaar steken en het effect daarvan op de dividenduitkeringen die de afgelopen jaren structureel plaatsvonden. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat uit de concept jaarrekening 2023 van de holding van de man blijkt dat er in 2023 weliswaar sprake was van ontvangen dividenden vanuit de [naam bvgroep] van slechts € 57.165. In vergelijking met 2022 (en de trend van de jaren daarvoor) is dit een daling van € 60.112. De geldmiddelen (rekening [naam bank] ) van de holding zijn daarentegen gestegen met € 65.035 (van € 29.161 in 2022 naar € 94.196 in 2023 [2] ). Ook het eigen vermogen is blijven stijgen tot een eigen vermogen van € 1.668.286 in 2023 (€ 1.418.006 in 2022). Of een dividenduitkering aan de man niet mogelijk was geweest en is, is gelet hierop dan ook niet zonder meer te zeggen. Over [naam bv 5] ontbreekt enige informatie, dus ook de vraag of het juist is dat het vermogen van deze bv is geïnvesteerd, is niet te beantwoorden. Het had op de weg gelegen van de man om dit nader te onderbouwen. Van een dividendbeleid anders dan de vrouw daarover heeft gesteld en de inhoud daarvan, is de rechtbank niet gebleken.
- de saldi op de bankrekeningen;
- inboedelgoederen.
- bankrekening [rekeningnummer 2] op naam van de vrouw van voor het huwelijk blijft buiten de verdeling. Er vindt geen verrekening plaats van het resterende saldo op de peildatum.
- bankrekening [rekeningnummer 3] op naam van de vrouw geopend tijdens het huwelijk wordt toegedeeld aan de vrouw onder verrekening van het saldo van
- bankrekening [rekeningnummer 1] op naam van de man van voor het huwelijk blijft buiten de verdeling. Er vindt geen verrekening plaats van het resterende saldo op de peildatum.
- bankrekening [rekeningnummer 4] op naam van de man geopend tijdens het huwelijk wordt toegedeeld aan de man onder verrekening van het saldo van
- bankrekening [rekeningnummer 5] op naam van de man geopend tijdens het huwelijk wordt toegedeeld aan de man.
- bankrekening [rekeningnummer 6] op naam van de man geopend tijdens het huwelijk wordt toegedeeld aan de man.
€ 25.008,76 op de peildatum bij helfte verdeeld moet worden. Volgens de vrouw moet het te verdelen saldo echter verhoogd worden met tweemaal € 2.500 aan overgeboekte gelden van deze rekening naar de privérekening van de manop 11 en 14 januari 2023. Hiervoor was geen aanleiding of noodzaak. Daardoor heeft de man bewust geld buiten de beperkte gemeenschap willen brengen. De rechtbank komt niet tot deze conclusie. Uit de overgelegde bankafschriften over 2022 van de privé-rekening van de man ( [rekeningnummer 1] ) blijkt dat er vaker overboekingen plaatsvonden vanaf deze rekening. In dit licht is onvoldoende gesteld en onderbouwd dat met deze laatste overboekingen een benadeling beoogd is en dat deze benadeling ook opzettelijk was. [4] De overboekingen zijn daarvoor onvoldoende onderbouwing. De rechtbank volgt de man namelijk in zijn stelling dat voor een compleet beeld er dan inzage moet komen in de overboekingen van beide partijen van een halfjaar voor de echtscheiding. De vrouw heeft onvoldoende gesteld om deze exercitie te verlangen.
- het glasservies, bestaande uit: kristal wijnglazen, champagne glazen, waterglazen, whisky glazen, longdrink glazen, glazen etagère, glazen pot met glazen deksel;
- de stenen olifant (erfstuk van opa);
- roze decoreer vacht;
- tafelgrill;
- strijkplank en strijkbout;
- Canon camera met kleine lens en grote lens (grote lens EF70-300mm f/4-5.6 IS USM) ( [serienummer] ) met bijbehorende geheugenkaart, 2 opladers en cameratas;
- Canon camerabody met het typenummer [typenummer] ).
- de lamp op zolder met pailletten
- de vierkante doos met allerlei geboorte spulletjes van [de minderjarige] (onder andere een plukje haar van [de minderjarige] , de echo's, sleutelhangertje, kaarten, gehaakte slofjes)
- de babykleertjes van [de minderjarige] .
€ 1.254.618 en subsidiair de toename van de overige reserve in de holding van € 602.486, althans het bedrag dat de rechtbank in goede justitie meent te behoren. Daarnaast verzoekt zij te bepalen dat zij recht heeft op de helft van de waarde van de aandelen in de bv's, die op het moment van het indienen van het verzoekschrift tot echtscheiding eigendom waren van de man en tijdens het huwelijk zijn verkregen, waaronder de aandelen in [naam holding bv] , [naam bv 7] , [naam bv 1] ., [naam bv 2] , [naam bv 3] , [naam bv 4] , [naam bv 6] en [deelneming I] . , [deelneming II] ., [deelneming III] ., [deelneming IV] , met uitzondering van de aandelen in [naam bv 5] . voor zover die onder uitsluitingsclausule door de man zijn verkregen en met uitzondering van de aandelen van [naam holding bv] , voor zover de man die al voor het huwelijk in eigendom had.
€ 498.000 (€ 140.000 - € 57.000 x 6 jaar huwelijk) bruto aan de gemeenschap, te weten
€ 260.952 netto. De vrouw heeft een vordering op de man voor de helft dus € 130.476. De rechtbank zal zo beslissen.
4.De beslissing
25 november 2024 om 10.30 uur bij mr. E.L. de Jongh;
- bankrekening [rekeningnummer 2] op naam van de vrouw van voor het huwelijk blijft buiten de verdeling. Er vindt geen verrekening plaats van het resterende saldo op de peildatum;
- bankrekening [rekeningnummer 3] op naam van de vrouw geopend tijdens het huwelijk wordt toegedeeld aan de vrouw onder verrekening van het saldo van
- bankrekening [rekeningnummer 1] op naam van de man van voor het huwelijk blijft buiten de verdeling. Er vindt geen verrekening plaats van het resterende saldo op de peildatum;
- bankrekening [rekeningnummer 4] op naam van de man geopend tijdens het huwelijk wordt toegedeeld aan de man onder verrekening van het saldo van
- bankrekening [rekeningnummer 5] op naam van de man geopend tijdens het huwelijk wordt toegedeeld aan de man. De man dient inzage te verschaffen in het saldo op de peildatum en de helft daarvan te vergoeden aan de vrouw;
- bankrekening [rekeningnummer 6] op naam van de man geopend tijdens het huwelijk wordt toegedeeld aan de man onder verrekening van het saldop van
- de vrouw ontvangt nog de volgende inboedelgoederen, zonder nadere verrekening: