ECLI:NL:RBGEL:2024:5331
Rechtbank Gelderland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bestuursdwang bij het houden van een groot aantal honden in een woonbestemming
Op 9 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeksters, twee zussen, een voorlopige voorziening vroegen tegen de last onder bestuursdwang die hen was opgelegd door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Culemborg. Deze last was opgelegd in verband met het in strijd met de woonbestemming houden en fokken van ongeveer 125 honden in hun rijtjeswoning. De voorzieningenrechter oordeelde dat de honden terecht waren verwijderd, omdat het houden van zo'n groot aantal honden niet verenigbaar is met de woonfunctie van het perceel. De voorzieningenrechter stelde vast dat de situatie in de woning onleefbaar was geworden door de overlast en de slechte hygiënische omstandigheden, wat een risico voor de gezondheid van zowel de verzoeksters als de honden vormde. De voorzieningenrechter wees het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het bezwaar van verzoeksters geen redelijke kans van slagen had. De honden die in bewaring waren genomen, zouden niet meer aan verzoeksters worden teruggegeven. De voorzieningenrechter benadrukte dat het college bevoegd was om handhavend op te treden en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een ander oordeel rechtvaardigden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en een afschrift werd verzonden aan de betrokken partijen.