ECLI:NL:RBGEL:2024:5342

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
12 augustus 2024
Zaaknummer
10859819
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en non-conformiteit van een auto na aankoop

In deze zaak heeft eiser, een consument, een auto gekocht van gedaagde, een professionele verkoper. De auto vertoonde na aankoop ernstige gebreken, waaronder een koelvloeistoflek en een lekke koppakking. Eiser heeft gedaagde in gebreke gesteld en de koopovereenkomst ontbonden. Gedaagde heeft verweer gevoerd, maar de kantonrechter oordeelt dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die eiser op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van non-conformiteit en heeft gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van de koopsom en bijkomende kosten. De rechter heeft ook geoordeeld dat gedaagde de auto binnen twee weken moet ophalen, bij gebreke waarvan eiser de auto op kosten van gedaagde kan laten terugbrengen. De proceskosten zijn voor rekening van gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10859819 \ CV EXPL 23-9268
Vonnis van 19 juni 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: De Rechtsagent juridische hulp op maat,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
in persoon

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 31 januari 2024 en de daarin genoemde processtukken;
- de mondelinge behandeling van 29 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Op 10 juni 2023 koopt [eiser] een auto van [gedaagde] van het merk Ford, model Mondeo, met het kenteken [kenteken] , voor een koopsom van € 8.150,-.
2.2.
Twee dagen na voornoemde aankoopdatum constateert [eiser] dat de auto (veel) koelvloeistof lekt. [eiser] heeft toen in overleg met [gedaagde] een geklapte koelslang laten repareren door een derde partij op kosten van [gedaagde] . Na deze reparatie bleef de auto koelvloeistof lekken.
2.3.
Op 17 juli 2023 onderzoekt [bedrijf] te [plaats] (hierna: [bedrijf] ) de auto. Uit dat onderzoek komt naar voren dat de auto koelvloeistof lekt en de koppakking lek is. De reparatiekosten bedragen € 1.799,20.
2.4.
[eiser] stelt [gedaagde] per e-mail van 20 juli 2023 in gebreke en sommeert [gedaagde] om de auto binnen twee weken te repareren of de auto terug te nemen.
2.5.
Op 24 juli 2023 stuurt [gedaagde] een whatsappbericht naar [eiser] . Hij schrijft voor zover van belang:
“Een week geleden heeft u mij weer gebeld om te zeggen dat er een koppakking lekt dat kan en dat u geen vertrouwen meer hebt in die auto en dat u terug wel brengen. Ik heb gezegd geen probleem breng maar terug maar helaas gaat wel 20% van de aankoop af u wilde 10% betalen maar helaas dat kan niet dat staat in de aankoop contract bij ontbinding 20% (…)”
2.6.
De gemachtigde van [eiser] ontbindt de koopovereenkomst bij brief van 16 augustus 2023 en sommeert [gedaagde] om de koopsom binnen veertien dagen terug te betalen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – dat de kantonrechter:
primair:
1. voor recht verklaart dat de koopovereenkomst op 16 augustus 2023 of middels de dagvaarding buitengerechtelijk is ontbonden;
subsidiair:
2. de koopovereenkomst ontbindt;
primair en subsidiair:
3. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 9.910,23, bestaande uit
a. € 8.824,07 aan hoofdsom,
b. € 987,61 aan buitengerechtelijke incassokosten en
c. € 98,64 aan verschenen rente,
te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 8.824,07 vanaf 7 november 2023;
4. [gedaagde] veroordeelt tot het ophalen van de auto binnen twee weken na vonnis, bij gebreke waarvan [eiser] de auto op kosten van [gedaagde] naar de garage van [gedaagde] kan laten brengen;
5. [gedaagde] veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat sprake is van een consumentenkoop en de auto niet de eigenschappen bezit die hij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Twee dagen na de aankoop lekt de auto (veel) koelvloeistof en korte tijd later is de koppakking lek. De auto is non-conform. [eiser] heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om de auto te herstellen, maar [gedaagde] is niet tot herstel overgegaan. Hij heeft daarom de overeenkomst ontbonden en vordert (terug)betaling van de koopsom en de geleden schade in de vorm van de verzekeringspremie wegenbelasting, onderzoekskosten en reparatiekosten.
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] .
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of de door [gedaagde] aan [eiser] geleverde auto beantwoordt aan de koopovereenkomst, of [eiser] om die reden de koopovereenkomst heeft kunnen ontbinden en of [gedaagde] de koopsom en de gevorderde schade moet (terug)betalen aan [eiser] .
4.2.
Tussen partijen staat vast dat sprake is van een consumentenkoop. Als uitgangspunt geldt dat op grond van artikel 7:17 lid 1 BW de verkoper verplicht is een zaak te leveren die aan de overeenkomst beantwoordt. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Wanneer een (tweedehands) auto wordt gekocht om daarmee, naar de verkoper bekend is, aan het verkeer deel te nemen, zal als regel moeten worden aangenomen, dat de auto niet beantwoordt aan de overeenkomst indien, als gevolg van een daaraan klevend gebrek dat niet op eenvoudige wijze kan worden ontdekt en hersteld, zodanig gebruik van de auto gevaar voor de verkeersveiligheid zou opleveren (HR 15 april 1994, NJ 1995/614 Schirmeister/de Heus). Artikel 7:18a lid 2 BW komt de koper tegemoet in de vorm van een bewijsvermoeden. Vermoed wordt dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst heeft beantwoord, indien de afwijking van hetgeen partijen zijn overeengekomen zich binnen een termijn van één jaar na aflevering openbaart, tenzij de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.
4.3.
[eiser] beroept zich op dit wettelijke vermoeden en stelt dat de auto binnen twee dagen na de koop veel koelvloeistof lekte, waardoor hij niet zonder gevaar aan het verkeer kon deelnemen. Na onderzoek door [bedrijf] blijkt vervolgens dat de koppakking lekt. [eiser] mocht verwachten dat de auto geschikt was voor normaal gebruik. Dat betekent dat hij niet binnen twee dagen na aankoop van de auto hoefde te verwachten dat de auto koelvloeistof lekte. Aangezien deze schade zich binnen twee dagen na aankoop heeft voorgedaan, wordt vermoed dat dit gebrek bij aflevering reeds aanwezig was. Het is aan [gedaagde] om dit rechtsvermoeden te weerleggen. [gedaagde] heeft in dat verband alleen aangevoerd dat het gebrek zou zijn veroorzaakt door de onjuiste reparatie van de koelslang door een derde partij. Omdat [gedaagde] echter had aangegeven dat die reparatie door een ander mocht worden uitgevoerd, is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] zich niet daarachter kan verschuilen; dan had [gedaagde] de reparatie zelf moeten uitvoeren.
4.4.
[gedaagde] voert verder aan dat [eiser] wist dat de auto op specifieke kenmerken afweek oftewel – zo begrijpt de kantonrechter – dat de auto gebreken had. [eiser] betwist dit en stelt onweersproken dat partijen slechts hebben besproken dat het koelvloeistofniveau iets lager kon zijn, maar niet dat de koelvloeistoftank lekte. Daarnaast voert [gedaagde] aan dat partijen geen garantie zijn overeengekomen. Dit blijkt volgens hem uit de overeenkomst, maar deze is door partijen niet overgelegd. Daargelaten of partijen een garantie zijn overeengekomen, acht de kantonrechter de enkele omstandigheid dat de auto (eventueel) zonder garantie is gekocht niet voldoende. Ingeval van een consumentenkoop, zoals onderhavige overeenkomst, kan een professionele verkoper, in onderhavige zaak [gedaagde] , zich niet onttrekken aan de wettelijke regels omtrent conformiteit door geen garantie te verstrekken. Op grond van het voorgaande is de kantonrechter daarom van oordeel dat [gedaagde] er niet in is geslaagd om het rechtsvermoeden te weerleggen. Dat betekent dat er van wordt uitgegaan dat de auto niet voldoet aan de verwachtingen die [eiser] op basis van de koopovereenkomst had en mocht hebben en dat de auto non-conform is.
4.5.
Artikel 7:21 lid 3 BW bepaalt dat de verkoper verplicht is om binnen een redelijke termijn, zonder ernstige overlast voor de koper, gebreken te herstellen. Op 20 juli 2023 heeft [eiser] [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om de gebreken te herstellen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] erkend dat hij deze ingebrekestelling per e-mail heeft ontvangen, maar dat deze terecht is gekomen in zijn postvak voor ongewenste items. Dit komt voor rekening en risico van [gedaagde] als ontvanger van het e-mailbericht en wordt daarmee beschouwd als te zijn ontvangen. Verder heeft [gedaagde] op 24 juli 2023 voorgesteld om de auto terug te nemen tegen betaling van 80% van de koopsom. [eiser] is hiermee niet akkoord gegaan. [gedaagde] heeft (voldoende) gelegenheid tot herstel gehad, maar heeft daarvan geen gebruik gemaakt. [eiser] was daarom bevoegd om de overeenkomst bij brief van 16 augustus 2023 te ontbinden. De in dat verband gevorderde verklaring voor recht wordt daarom toegewezen.
4.6.
De gevolgen van de ontbinding van de overeenkomst zijn dat [eiser] de auto moet teruggeven aan [gedaagde] en dat [gedaagde] de koopsom moet terugbetalen aan [eiser] (artikel 7:22 lid 7 BW). [gedaagde] wordt daarom veroordeeld tot (terug)betaling van de koopsom van € 8.150,-. Tegen de vordering om de auto binnen twee weken op te halen en bij gebreke daarvan op kosten van [gedaagde] naar zijn garage terug te brengen, zoals geformuleerd in randnummer 3.1. onder 4, is door [gedaagde] geen afzonderlijk verweer gevoerd. Deze vordering wordt daarom toegewezen als gevorderd.
4.7.
[eiser] vordert ook vergoeding van bijkomende kosten van € 674,07, bestaande uit:
- € 32,04 aan reparatiekosten voor de koelslang;
- € 112,53 aan onderzoekskosten van [bedrijf] ;
- € 63,00 per maand aan wegenbelasting (berekend over de periode juni t/m november 2023);
- € 25,28 per maand aan verzekering (berekend over de periode juni t/m november 2023).
[eiser] stelt dat hij deze kosten heeft moeten maken vanwege de non-conforme auto. [gedaagde] heeft de kosten niet betwist en deze komen de kantonrechter niet ongegrond voor. Het gevorderde bedrag wordt daarom toegewezen.
4.8.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. [eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag is overeenkomstig de tarieven die zijn weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en die worden geacht redelijk te zijn. Het bedrag wordt verhoogd met de btw, omdat [eiser] geen ondernemer is. De kantonrechter wijst daarom het gevorderde bedrag van € 987,61 (inclusief btw) toe.
4.9.
Tegen de gevorderde wettelijke rente is geen afzonderlijk verweer gevoerd. De verschenen rente (€ 98,64) en de nog te verschijnen rente worden toegewezen.
4.10.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
8.824,07
- buitengerechtelijke incassokosten
987,61
- verschenen wettelijke rente t/m 6 november 2023
98,64
- wettelijke rente vanaf 7 november 2023
pm
+
totaal
9.811,68
- betalingen
0,00
-/-
Totaal
9.811,68
4.11.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
133,00
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2,00 punten × € 339,00)
- nakosten
131,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.190,00
4.12.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat de koopovereenkomst op 16 augustus 2023 is ontbonden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 9.811,68, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 8.824,07, met ingang van 7 november 2023, tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om de auto binnen twee weken na datum van dit vonnis op te (laten) halen, bij gebreke waarvan [eiser] de auto op kosten van [gedaagde] naar de garage van [gedaagde] kan laten brengen,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.190,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis zijn betaald,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. van der Boon en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2024.
53854 \ 47414