ECLI:NL:RBGEL:2024:535
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar tegen een besluit op grond van de Wet open overheid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen het besluit van de minister voor Rechtsbescherming, waarin het bezwaar van eiser tegen een eerder besluit niet-ontvankelijk werd verklaard. Het bestreden besluit dateert van 27 juni 2023 en betreft een verzoek om openbaarmaking van documenten op basis van de Wet open overheid (Woo). De rechtbank heeft op 29 januari 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de minister het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat het bezwaar te laat was ingediend. Eiser had zijn bezwaarschrift op 1 mei 2023 ingediend bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, maar de minister ontving dit pas op 16 mei 2023, wat buiten de wettelijke termijn viel. Eiser had eerder al drie keer geprobeerd om het bezwaarschrift direct aan de minister te sturen, maar dit was niet gelukt. De rechtbank oordeelt dat eiser kennelijk onredelijk gebruik heeft gemaakt van procesrecht door zijn bezwaarschrift bij een onbevoegd orgaan in te dienen.
De rechtbank wijst erop dat de wetgeving, met name artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht, niet van toepassing is in gevallen van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Eiser had moeten begrijpen dat zijn bezwaarschrift bij de minister ingediend moest worden, en zijn keuze om dit via een ander orgaan te doen, wordt als een bewuste fout beschouwd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van de minister, zonder aanleiding voor proceskostenveroordeling.