In deze zaak heeft de eiser, een verhuurder, een kort geding aangespannen tegen Mondzorg Bemmel B.V., de huurder van een bedrijfsruimte, wegens het niet nakomen van de exploitatieverplichting uit de huurovereenkomst. De huurder heeft sinds begin 2020 geen activiteiten meer ontplooid in het gehuurde pand, terwijl dit wel contractueel was vastgelegd. De verhuurder heeft de huurder meerdere keren aangesproken op deze verplichting, maar zonder resultaat. Daarnaast heeft de huurder ook de geïndexeerde huurprijs niet volledig betaald, wat heeft geleid tot een huurachterstand. De verhuurder vordert ontruiming van het pand en betaling van de huurachterstand, inclusief een contractuele boete en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huurder tekort is geschoten in de nakoming van de exploitatieverplichting en dat de gevorderde ontruiming gerechtvaardigd is. De huurder heeft niet aannemelijk gemaakt dat het pand recent weer wordt geëxploiteerd. De kantonrechter heeft de vordering tot ontruiming toegewezen, evenals de betaling van de huurachterstand en de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.