In deze zaak vordert Faac B.V., een groothandel in bouwmaterialen, betaling van een openstaande factuur door Wideco B.V., een producent van zonweringen. Faac heeft op 15 september 2022 een factuur van € 902,59 gestuurd voor geleverde goederen, maar Wideco heeft deze niet binnen de gestelde termijn van 30 dagen betaald. Faac heeft Wideco herhaaldelijk aangemaand, maar de betaling bleef uit. Wideco heeft als verweer aangevoerd dat zij klachten had over de geleverde buismotoren, maar heeft deze klachten niet nader onderbouwd. De kantonrechter oordeelt dat de klachten van Wideco geen gegronde reden vormen om de betalingsverplichtingen op te schorten. De rechter stelt vast dat Wideco in verzuim is geraakt na een ingebrekestelling van Faac in de vorm van een e-mail waarin een laatste termijn voor betaling werd gesteld. De rechter wijst de vordering van Faac toe, met uitzondering van de gevorderde contractuele rente, omdat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden niet is komen vast te staan. Wideco wordt veroordeeld tot betaling van € 1.036,95, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten.