ECLI:NL:RBGEL:2024:5537

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 juni 2024
Publicatiedatum
19 augustus 2024
Zaaknummer
10749634 \ CV EXPL 23-7404
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betalingsverplichting en verzuim in handelsrelatie tussen groothandel en producent van zonweringen

In deze zaak vordert Faac B.V., een groothandel in bouwmaterialen, betaling van een openstaande factuur door Wideco B.V., een producent van zonweringen. Faac heeft op 15 september 2022 een factuur van € 902,59 gestuurd voor geleverde goederen, maar Wideco heeft deze niet binnen de gestelde termijn van 30 dagen betaald. Faac heeft Wideco herhaaldelijk aangemaand, maar de betaling bleef uit. Wideco heeft als verweer aangevoerd dat zij klachten had over de geleverde buismotoren, maar heeft deze klachten niet nader onderbouwd. De kantonrechter oordeelt dat de klachten van Wideco geen gegronde reden vormen om de betalingsverplichtingen op te schorten. De rechter stelt vast dat Wideco in verzuim is geraakt na een ingebrekestelling van Faac in de vorm van een e-mail waarin een laatste termijn voor betaling werd gesteld. De rechter wijst de vordering van Faac toe, met uitzondering van de gevorderde contractuele rente, omdat de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden niet is komen vast te staan. Wideco wordt veroordeeld tot betaling van € 1.036,95, vermeerderd met wettelijke handelsrente en proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10749634 \ CV EXPL 23-7404 \ 398 \ 40140
uitspraak van 19 juni 2024
vonnis
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FAAC B.V.
gevestigd te Doetinchem
eisende partij
gemachtigde mr. J.C.F. van Stiphout (CollactiveBMK Incasso B.V.)
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Wideco B.V.
gevestigd te Zevenaar
gedaagde partij
vertegenwoordigd door T.W.J. Pothof
Partijen worden hierna Faac en Wideco genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 6 oktober 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord met een productie;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Faac is (onder meer) een groothandel gespecialiseerd in bouwmaterialen.
Wideco is een bedrijf dat zonweringen produceert en levert.
2.2.
Wideco heeft op of omstreeks 15 september 2022 een online bestelling geplaatst in de webshop van Faac. Naar aanleiding daarvan heeft Faac vier (verschillende type) buismotoren, een hand- en een wandzender en een adapter aan Wideco geleverd.
2.3.
Op 15 september 2022 heeft Faac factuur 22510332 aan Wideco gestuurd van
€ 902,59 inclusief btw. Wideco heeft de factuur niet binnen de gestelde betalingstermijn van 30 dagen betaald.
2.4.
Bij e-mail van 14 december 2022 heeft Faac Wideco verzocht de factuur te betalen en daarbij de vernieuwde retourprocedure uitgelegd. In de mail staat, voor zover hier van belang.
(..)
In 2021 hebben wij een nieuwe reclamatie retourprocedure geïntroduceerd;
(..)
Hiermee achter ons latende het oude “opsparen” van aandrijvingen met al z’n uitdagingen en extra tijd voor een ieder.
(..)
Mijn collega informeerde mij dat Wideco vooralsnog een ander gedachtegoed aanhangt en aandrijvingen blijft opsparen.
Begrijp dat veranderingen niet altijd makkelijk zijn, maar dagen Wideco uit het gemak van vooruitgang te ervaren; Onze Webshop met haar gemak wordt al wel door Wideco gebruikt, nu nog de retourprocedure.
(..)
Nogmaals wij kunnen reclamaties enkel verwerken als we hiervan schriftelijk in kennis gesteld worden en dus dient een reclamatie bij ons aangemeld te zijn.
Toegevoegd wederom de procedure, met verzoek deze werkwijze in uw organisatie te implementeren.
(..)
Begrijp dat er sinds september een factuur openstaat welke niet door Wideco voldaan wordt. Pas nadat onze Finance afdeling, midden oktober contact opneemt, wordt ons te verstaan gegeven dat dit een bewuste keuze is.
De reden hiervoor schijnt een stapel reclamatieaandrijvingen te zijn, die bij Wideco op voorraad ligt en nog geretourneerd moet gaan worden…
Overigens en los van het “opsparen” zijn wij ondanks diverse toezeggingen van jullie zijde om deze te retourneren nu
3 maandenverder zonder dat deze aandrijvingen bij ons aangemeld / afgeleverd zijn.
(..)
Nu onderneemt u geen actie en besluit daarbij onze facturen voor geleverde goederen niet te voldoen. Klopt niet.
(..)
@ To do Wideco – deze week (50)
- Informeer ons waar het over gaat, aantallen, leeftijd en gaan graag in gesprek betreffende de afhandeling hiervan;
- De openstaande factuur van september deze week voldoen; Geen uitstel meer mogelijk.
(..)
2.5.
Op 20 december 2022 hebben partijen telefonisch contact gehad, waarna Faac per e-mail aan Wideco heeft bericht:
(..)
Tijdens ons gesprek net, gaf je aan dat, ten tijde van bestelling, van jullie zijde gecommuniceerd is dat de aankoop gerelateerd zou zijn aan reclamaties;
Daar mij dit niet bekend is heb ik de bestelling nagekeken (..) Hierin is door Wideco geen enkele toegevoegde melding opgenomen.
Dit laat overigens onverlet dat de openstaande factuur van de aankoop in september nu gewoon voldaan moet worden, is niets meer dan de wettelijke verplichting na aankoop en staat volledig los van eventuele (toekomstige) reclamaties.
Aangezien de factuur nu reeds 3 maanden openstaat, verwachten wij deze week de betaling hiervan.
(..)
Gelijk aan uw organisatie volgt onze Finance afdeling ook procedures ingeval betalingen uitblijven, waarbij zij momenteel aan eind staan van traject betalingsherinneringen.
2.6.
Faac heeft op 22 december 2022 per e-mail een retourlabel voor het verzenden van de reclamatiemotoren aan Wideco gezonden. De motoren zijn niet retour gezonden.
2.7.
Op 17 januari 2023 heeft Wideco per e-mail een nieuwe bestelling (9 buismotoren met toebehoren) bij Faac geplaatst.
2.8.
Bij e-mail van 18 januari 2023 heeft Faac aan Wideco meegedeeld dat zij zich genoodzaakt ziet een incassotraject te starten en dat zij gedurende de looptijd daarvan geen nieuwe levering meer zal doen. In die mail staat, voor zover hier van belang:
(..)
Op verzoek van onze Finance afdeling, heb ik in december contact met je opgenomen inzake achterwege blijven van betaling van openstaande factuur september.
De reden tot het niet betalen heb je uitgesproken, waarop wij je voorzien hebben van ons standpunt en onderbouwing hiervan (..).
Vanuit relatie oogpunt, is aansluitend besloten om Wideco nog enige extra ruimte/ tijd te geven om actie te ondernemen zodat we alsnog op korte termijn tot correcte afwikkeling konden komen.
In die lijn, je tevens de retourlabel voor reclamatieafwikkeling toegezonden.
Zijn momenteel een aantal weken verder en moeten helaas constateren dat er vanuit Wideco nog altijd geen enkele actie ondernomen is;
Geen reclamatieaandrijving toegezonden / geen betaling ontvangen van openstaande factuur.
(..)
Wideco heeft hiermee een lastige situatie gekweekt en laat ons werkelijk en helaas geen andere keuze.
(..)
2.9.
Wideco heeft daarop gereageerd bij e-mail van 19 januari 2023, met onder meer:
(..)
Met verbazing kennisgenomen van onderstaande e-mail. [naam 1] heeft direct actie ondernomen en de procedure voor retour opgepakt. De doos met de defecte motoren en toebehoren staan al vanaf december 2022 gereed om afgehaald te worden! Echter is het [naam 1] / ons niet duidelijk hoe deze afhaal procedure wordt uitgevoerd.
(..)
Toch zien wij graag dat de procedure wordt voortgezet en bij deze vraag ik om de retour zending af te halen! Ofwel aan te geven wat wij fout doen waardoor de zending niet wordt opgehaald!
(..)
2.10.
Faac heeft diezelfde dag daarop gereageerd en haar standpunt gehandhaafd door (mede) aan te geven dat het incassotraject wordt gestart.
2.11.
De gemachtigde van Faac heeft Wideco vervolgens op onder meer 14 en 23 februari, 21 maart en 7 april 2023 tot betaling gemaand.
2.12.
Wideco heeft de factuur van Faac onbetaald gelaten.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Faac vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Wideco te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 1.132,34 (bestaande uit € 902,59 aan hoofdsom, € 94,36 aan wettelijke rente tot 6 oktober 2023 en € 135,39 aan buitengerechtelijke kosten), te vermeerderen met de contractuele dan wel wettelijke handelsrente over € 902,59 vanaf 28 augustus 2023 en met veroordeling van Wideco in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente.
3.2.
Faac baseert haar vordering op het volgende. Faac heeft in opdracht en voor rekening van Wideco zaken geleverd, zoals opgesomd in de factuur van 15 september 2022. Wideco heeft niet tijdig gereclameerd en ook geen zaken retour gestuurd. Wideco moet de factuur daarom volledig betalen. Aangezien Wideco dat ondanks aanmaning heeft nagelaten is zij eveneens de wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd.
3.3.
Wideco voert verweer. Daarop wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag luidt of Wideco de factuur van Faac moet betalen, hetgeen Faac stelt en Wideco betwist. Wideco heeft haar betalingsverplichtingen opgeschort omdat zij klachten ervaarde ten aanzien van buismotoren. Wideco heeft niets concreets over de klachten gesteld, maar uit de e-mail van 20 december 2022 (r.o. 2.5) kan opgemaakt worden dat de klachten zien op een eerdere bestelling. Die klachten kunnen, zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, geen (gegronde) reden vormen om de betalingsverplichtingen van de onderhavige factuur op te schorten. Door Wideco is slechts gesteld, zonder verdere toelichting, dat de buismotoren van FAAC medio 2022 steeds vaker problemen begonnen te vertonen.
4.2.
Dan is de vraag of en zo ja wanneer Wideco in verzuim is komen te verkeren.
Op de factuur van 15 september 2022 (productie 2 bij dagvaarding) is een betalingstermijn van 30 dagen opgenomen. Door niet binnen die termijn te betalen is Wideco volgens Faac op grond van artikel 17 lid 4 en 5 van haar algemene voorwaarden in verzuim komen te verkeren. Voor zover Faac daarmee bedoelt te stellen dat sprake is van een fatale termijn, gaat dat niet op. Buiten dat Wideco de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden betwist – en niet concreet is gesteld dat en zo ja wanneer deze voorwaarden aan Wideco ter hand zijn gesteld – wordt in het aangehaalde artikel ook niet gesproken over een fatale termijn of verzuim, maar slechts over opeisbaarheid van de vordering. Daar komt bij dat een fatale termijn slechts geldt wanneer partijen dit hebben afgesproken, niet wanneer deze eenzijdig door de leverancier is opgelegd. Nu niet is gesteld of gebleken dat partijen dit zijn overeengekomen, is voor het intreden van verzuim aan de zijde van Wideco dan ook een ingebrekestelling vereist.
4.3.
Uit de correspondentie tussen partijen blijkt zij in december 2022 hebben gecorrespondeerd over betaling van de factuur. De kantonrechter oordeelt dat de e-mail van 20 december 2022, waarin Faac heeft aangegeven dat zij ”verwacht dat deze week wordt betaald’’, in redelijkheid heeft te gelden als een ingebrekestelling nu Faac daarin een (laatste) termijn heeft gesteld voor nakoming van de verbintenis, te weten betaling voor de geleverde zaken. Aangezien Wideco niet binnen die termijn heeft betaald, is zij daarna in verzuim komen te verkeren. Nu Wideco voor het overige de juistheid van de factuur niet heeft weersproken, is de hoofdsom toewijsbaar.
4.4.
Faac vordert de contractuele rente, kennelijk op grond van artikel 17.8 van haar algemene voorwaarden. Onder 4.2 is reeds geoordeeld dat niet vast is komen te staan dat deze algemene voorwaarden van toepassing zijn op de tussen partijen gesloten overeenkomst, zodat de contractuele rente niet toewijsbaar is. De subsidiair gevorderde wettelijke handelsrente wordt evenwel toegewezen nu Wideco deze op grond van de wet verschuldigd is en zij de verschuldigdheid ervan niet heeft betwist.
4.5.
Op grond van artikel 6:96 lid 4 BW kunnen partijen ingeval van een handelsovereenkomst aanspraak maken op tenminste een bedrag van € 40,- aan buitengerechtelijke kosten. Aangezien Faac haar vordering op dit punt niet nader heeft onderbouwd, zodat niet komt vast te staan dat zij in dit kader meer kosten heeft gemaakt, wordt aan vergoeding van buitengerechtelijke kosten € 40,00 toegewezen.
4.6.
Wideco wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.
De wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW heeft uitsluitend betrekking op verplichtingen tot betaling uit handelsovereenkomsten. Een verplichting tot vergoeding van de proceskosten kan daartoe niet worden gerekend. Toegewezen wordt daarom de wettelijke rente, op de wijze zoals hierna vermeld.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Wideco aan Faac te betalen een bedrag van € 1.036,95 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 902,59 vanaf 7 oktober 2023 tot de dag dat alles is betaald;
5.2.
veroordeelt Wideco in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Faac vastgesteld op € 109,44 aan dagvaardingskosten, € 322,00 aan griffierecht en € 270,00 aan salaris voor de gemachtigde
,te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis tot dat alles is betaald;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. R.J.J. van Acht en in het openbaar uitgesproken op 19 juni 2024.