ECLI:NL:RBGEL:2024:5589

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 augustus 2024
Publicatiedatum
20 augustus 2024
Zaaknummer
05-088944-20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overschrijding van de termijn voor vervangende hechtenis en gegrondverklaring bezwaarschrift omzetting taakstraf

Op 1 augustus 2024 heeft de politierechter van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak betreffende de omzetting van een taakstraf in vervangende hechtenis. De veroordeelde had bezwaar aangetekend tegen de omzetting van de resterende 71 van de oorspronkelijk 120 uur taakstraf in 36 dagen vervangende hechtenis. De politierechter heeft vastgesteld dat de officier van justitie de termijn, zoals gesteld in artikel 6:3:4 van het Wetboek van Strafvordering, heeft overschreden. Dit leidde tot de conclusie dat het bezwaarschrift gegrond is verklaard. De politierechter heeft de eerdere beslissing tot omzetting van de taakstraf in vervangende hechtenis opgeheven en het aantal te verrichten uren taakstraf op nihil gesteld.

De procedure begon met de indiening van het bezwaarschrift op 3 juli 2024, waarin de veroordeelde, bijgestaan door zijn advocaat mr. E. van der Rakt, aanvoerde dat de omzetting niet tijdig was behandeld. De officier van justitie had het voorstel tot omzetting pas op 28 mei 2024 ontvangen, terwijl de taakstraf op 21 december 2023 was stopgezet. De politierechter heeft de processtukken en eerdere beslissingen in de zaak bestudeerd, waaronder een eerdere uitspraak van 28 juni 2023 waarin het aantal te verrichten uren taakstraf was vastgesteld op 88.

Tijdens de zitting op 1 augustus 2024 zijn de betrokken partijen gehoord, waaronder de veroordeelde, diens wettelijk vertegenwoordiger, de raadsvrouw en de officier van justitie. De officier van justitie concludeerde dat het bezwaarschrift gegrond verklaard moest worden, wat de politierechter heeft bevestigd. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. L.J. Saarloos, in aanwezigheid van griffier A.B.M. Jansen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
parketnummer : 05-088944-20
raadkamernummer : 24-016586
datum : 1 augustus 2024
beslissing van de politierechter op het bezwaar op grond van artikel 6:3:3 en artikel 6:6:23 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] 1974 te [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: de veroordeelde,
bijgestaan door mr. E. van der Rakt, advocaat te Breda,
strekkende tot bezwaar tegen de omzetting van resterende 71 van de oorspronkelijk 120 uur taakstraf in 36 dagen vervangende hechtenis.
De politierechter heeft kennis genomen van de processtukken, waaronder:
de eerdere beslissing van 28 juni 2023 van deze rechtbank, waarin het aantal nog te
verrichten uren taakstraf is bepaald op 88, te verrichten voor 28 december 2023;
het (negatieve) afloopbericht werkstraf van de reclassering;
het voorstel omzetting taakstraf van 28 mei 2024;
de beslissing tot omzetting van de taakstraf in 36 dagen vervangende hechtenis;
de kennisgeving omzetting taakstraf van 19 juni 2024;
de akte van uitreiking aan veroordeelde van 24 juni 2024 ;
het bezwaarschrift van 3 juli 2024.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 1 augustus 2024 zijn gehoord:
- veroordeelde;
- diens wettelijk vertegenwoordiger [naam] (mentor en bewindvoerder);
- de raadsvrouw, en
- de officier van justitie.

2.De standpunten

De officier van justitie heeft geconcludeerd tot
gegrondverklaringvan het bezwaarschrift en het op nihil stellen van het aantal te verrichten uren werkstraf, omdat de termijn van artikel 6:3:4 Sv niet in acht is genomen. Bij de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift was hem gebleken dat de taakstraf door de reclassering op 21 december 2023 is stopgezet. Het voorstel tot omzetting heeft de officier van justitie pas op 28 mei 2024 ontvangen. Dat is ruim buiten de termijn van artikel 6:3:4 Sv.
De raadsvrouw heeft verzocht om overeenkomstig de conclusie van de officier van justitie te beslissen.

3.Beoordeling

Het bezwaarschrift is tijdig ingediend.
De politierechter stelt vast dat de officier van justitie de in artikel 6:3:4 Sv gestelde termijn waarbinnen de toepassing van de vervangende hechtenis had moeten worden bevolen, heeft overschreden. Dit betekent dat de politierechter het bezwaar gegrond zal verklaren en niet meer toekomt aan de inhoudelijke beoordeling van het bezwaar. Het bevel tot tenuitvoerlegging van 36 dagen vervangende hechtenis dient dan ook te worden opgeheven.

4.Beslissing

De politierechter:
- verklaart het bezwaarschrift gegrond;
- heft op het bevel tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis en stelt het aantal nog
te verrichten uren
taakstraf op nihil.
Deze beslissing is gegeven door mr. L.J. Saarloos, politierechter, in tegenwoordigheid van A.B.M. Jansen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2024.