Op 19 augustus 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland, locatie Arnhem, een mondelinge uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van Jeugdbescherming Gelderland, de gecertificeerde instelling, om de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar. De ouders van [de minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag, waarbij [de minderjarige] bij haar moeder woont. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders instemmen met de verlenging van de ondertoezichtstelling, maar dat er zorgen zijn over de communicatie tussen de ouders en de emotionele toestemming van de moeder voor contact tussen [de minderjarige] en haar vader.
De kinderrechter heeft in haar beoordeling de stukken en de mondelinge behandeling meegenomen. Tijdens de behandeling was de vader aanwezig met zijn advocaat, terwijl de moeder niet is verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de gestarte hulpverlening en trajecten voort te zetten en om het contact tussen [de minderjarige] en haar vader te waarborgen. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat er zorgen zijn over de samenwerking tussen de ouders, wat leidt tot spanning voor [de minderjarige].
Uiteindelijk heeft de kinderrechter besloten om de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] te verlengen tot 28 augustus 2025, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en het hoger beroep kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoeker of andere belanghebbenden.