ECLI:NL:RBGEL:2024:5651

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
15 augustus 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
C/05/439854 / FA RK 24-2698
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van zorgmachtiging in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 15 augustus 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een mondelinge uitspraak gedaan over de wijziging van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een verzoek van de officier van justitie tot wijziging van een eerder afgegeven zorgmachtiging, die op 31 mei 2024 was verleend aan de betrokkene, die lijdt aan een geagiteerde depressie met suïcidaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bestaande vormen van verplichte zorg niet langer volstaan en dat er sprake is van een dreigende noodsituatie. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de betrokkene en haar advocaat gehoord, evenals een GZ-psycholoog. De rechtbank heeft ambtshalve een extra vorm van verplichte zorg toegevoegd, namelijk 'onderzoek aan kleding of lichaam', en heeft de bestaande zorgmachtiging uitgebreid met aanvullende maatregelen. De rechtbank oordeelt dat de voorgestelde wijziging voldoet aan de criteria voor verplichte zorg en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 21 augustus 2024.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Zaakgegevens: C/05/439854 / FA RK 24-2698
Datum mondelinge uitspraak: 15 augustus 2024
Beschikking wijziging machtiging verplichte zorg Wvggz
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
verblijfadres: accommodatie van Pro Persona te [plaatsnaam] , op grond van een zorgmachtiging geldend tot en met 30 november 2024,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. F.B. Flooren te Arnhem.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 13 augustus 2024, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op
31 mei 2024 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 augustus 2024, in de accommodatie van Pro Persona te [plaatsnaam] .
1.3.
Tijdens de mondelinge behandeling zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat (via telefonische verbinding);
  • mw. [naam 1] , als GZ-psycholoog.
1.4.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling.

2.Beoordeling

2.1.
Ten aanzien van betrokkene is op 31 mei 2024 een zorgmachtiging afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, die door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz. Er is momenteel sprake van een geagiteerde depressie met suïcidaliteit. Betrokkene heeft ook een suïcidepoging gedaan door auto-intoxicatie met gesmokkelde medicatie, waardoor zij moest worden opgenomen in het ziekenhuis. Eenmaal terug op de afdeling konden er met betrokkene geen veiligheidsafspraken worden gemaakt, terwijl zij medicatie en voeding bleef weigeren. Daarbij komt dat zij persisteert in haar doodswens wat tot insluiting heeft geleid.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
  • insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene.
2.2.
Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging, ook na verloop van drie dagen moeten worden voortgezet. Ook blijkt uit het verzoek dat de vormen van verplichte zorg ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte’ en ‘aanbrengen beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ eveneens noodzakelijk zijn, maar dat deze evenmin in de zorgmachtiging zijn opgenomen.
De rechtbank voegt daar ambtshalve, met analoge toepassing van artikel 6:4, tweede lid, Wvggz, een vorm van verplichte zorg aan toe die niet is verzocht, te weten: ‘onderzoek aan kleding of lichaam’.
2.3.
Betrokkene verzet zich tegen deze (aanvullende) vormen van verplichte zorg.
2.4.
Gebleken is echter dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.5.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen, aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met:
insluiten;
het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
onderzoek aan kleding of lichaam;
onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
alle voor de duur van de lopende zorgmachtiging tot en met 30 november 2024.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
wijzigt de zorgmachtiging die op 31 mei 2024 is verleend ten aanzien van
[naam betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
in die zin dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen kunnen worden getroffen als vermeld onder 2.5. in aanvulling op de reeds geldende zorgmachtiging.
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 30 november 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 15 augustus 2024 door mr. S.W. Kuip, rechter, in tegenwoordigheid van mr. G. Vlemmings als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 augustus 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.