1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 februari 2024 tot en met 15 februari 2024 te Apeldoorn, Ugchelen, Harderwijk, Twello, Barneveld, Almere, Haarlem en/of Velserbroek, althans in Nederland, tezamen en in verenging met een of meer anderen, althans alleen, meermaals, althans eenmaal huidverzorgingsproducten (Biodermal en/of Olay) ter waarde van 13.169 euro, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [bedrijf] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Opmerking vooraf
Het dossier bevat tien aangiftes van verschillende filialen van [bedrijf] . Per aangifte is een zaak opgebouwd. Het dossier bevat zaken 1 t/m 10.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan alle tien ten laste gelegde diefstallen, gebaseerd op de herkenningen van verdachten door de verbalisanten en de modus operandi die in elke zaak hetzelfde is.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte van de diefstal in Twello (zaak 4) moet worden vrijgesproken, omdat geen sprake is van medeplegen, nu een significante bijdrage van de andere persoon ontbreekt.
Beoordeling door de rechtbank
Zaken 1 t/m 3 en 5 t/m 10
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij bij meerdere [bedrijf] -winkels goederen heeft gestolen. Hij weet echter niet meer welke [bedrijf] -winkels dat precies waren, omdat ze allemaal op elkaar lijken. Hij heeft het dossier met zijn raadsvrouw doorgenomen en heeft ter zitting verklaard dat hij zich wel herkent in elke zaak op de screenshots van de camerabeelden. De rechtbank merkt verdachte daarom aan als een bekennende verdachte. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Zaak 1 ( [adres 1] in Apeldoorn)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 75 en 76;
- het proces-verbaal van bevindingen p. 79 t/m 85;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
Zaak 2 ( [adres 2] in Ugchelen)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 86 en 87;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 89 t/m 104;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
Zaak 3 ( [adres 3] in Harderwijk)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 105 en 106;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 111 t/m 117;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
Zaak 5 ( [adres 4] in Barneveld)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 136;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 139 t/m 145;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
Zaak 6 ( [adres 5] in Almere)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 157 en 158;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 162 t/m 170;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
Zaak 7 ( [adres 6] in Almere)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 171 en 172;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 174 t/m 181;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
Zaak 8 ( [adres 7] in Haarlem)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 182 en 183;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 185 t/m 195;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
Zaak 9 ( [adres 8] in Haarlem)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 196 en 197;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 200 t/m 215;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
Zaak 10 ( [adres 9] in Velserbroek)
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte, p. 216 en 217;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 219 t/m 233;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 30 mei 2024.
De rechtbank acht op basis van voornoemde bewijsmiddelen deze negen diefstallen in vereniging bewezen.
Zaak 4 ( [adres 10] in Twello)
Er is aangifte gedaan van diefstal van huidverzorgingsproducten in een winkel van [bedrijf] aan het [adres 10] in Twello op 13 februari 2024.
Op de camerabeelden is te zien dat man 1 om 12:16:58 uur en 28 seconden later man 2 met een lichtkleurige tas om zijn schouder de winkel binnenlopen. Man 1 loopt met een winkelmandje en kijkt wat rond. Man 2 loopt rechtstreeks naar het schap met Biodermal-producten en pakt meerdere goederen uit het schap. Man 1 staat vanaf de camera gezien achter de stelling aan de rechterkant van man 2. Vervolgens verlaat man 2 de winkel met de tas om zijn linkerschouder. De tas ziet er gevuld uit. 25 seconden later verlaat man 1 de winkel zonder iets in zijn handen te hebben.
Verdachte heeft verklaard dat hij zichzelf herkent als man 2 op de screenshots van de camerabeelden.
Gelet op de hierboven bewezenverklaarde diefstallen in vereniging heeft verdachte in een kort tijdsbestek, namelijk van 8 februari 2024 tot en met 15 februari 2024, negen winkeldiefstallen gepleegd bij verschillende filialen van [bedrijf] , telkens samen met een ander. Het betrof iedere keer diefstal van Biodermal- en/of Olay-producten. Steeds is op de camerabeelden te zien dat de mannen vlak na elkaar de winkel binnenkomen, één van de mannen een lichtkleurige schoudertas draagt en dat daar vervolgens de producten in worden gestopt, om vervolgens één voor één de winkel te verlaten. Hieruit blijkt duidelijk een gezamenlijk plan en een zekere rolverdeling.
De werkwijze van verdachte en de andere man in onderhavige zaak komt op essentiële punten overeen met de eerder bewezenverklaarde diefstallen in vereniging. Hiermee is de rechtbank van oordeel dat ook in deze zaak sprake is van een gezamenlijk plan en een duidelijke rolverdeling. De rechtbank acht dan ook het medeplegen van de diefstal bewezen.
Totale schadebedragen
De officier van justitie heeft gesteld dat kan worden bewezen dat verdachte alle zaken bij elkaar in totaal 13.169 euro aan Biodermal- en Olay-producten heeft gestolen.
De rechtbank stelt vast dat de opgaven van de bedragen in de aangiftes vrij summier zijn. Het is onduidelijk hoe de aangever in alle zaken heeft vastgesteld dat deze aantallen goederen op het moment van de diefstallen zijn gestolen. De rechtbank komt daarom niet tot een bewezenverklaring van dit totaalbedrag.