ECLI:NL:RBGEL:2024:6215
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring wegens ontbreken machtiging in Mulder-zaak
In de zaak met nummer 26.10730393, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 10 mei 2024, is een beroep ingesteld door een gemachtigde, mr. N.G.A. Voorbach, tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betreft de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gemachtigde, ondanks een aanmaning van de griffier, geen schriftelijke machtiging heeft overgelegd. Dit is in strijd met artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat de kantonrechter een machtiging kan verlangen van degene die het beroep heeft ingesteld. Daarnaast is op basis van artikel 6:6 onder a Awb bepaald dat een beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep. Aangezien de gemachtigde niet aan deze vereisten heeft voldaan, heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om toekenning van proceskosten afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.