ECLI:NL:RBGEL:2024:6215

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
10 mei 2024
Publicatiedatum
12 september 2024
Zaaknummer
26.10730393 \ BR VERZ 23-1163 \ 959
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring wegens ontbreken machtiging in Mulder-zaak

In de zaak met nummer 26.10730393, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 10 mei 2024, is een beroep ingesteld door een gemachtigde, mr. N.G.A. Voorbach, tegen een beslissing van de officier van justitie. De zaak betreft de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gemachtigde, ondanks een aanmaning van de griffier, geen schriftelijke machtiging heeft overgelegd. Dit is in strijd met artikel 2:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat vereist dat de kantonrechter een machtiging kan verlangen van degene die het beroep heeft ingesteld. Daarnaast is op basis van artikel 6:6 onder a Awb bepaald dat een beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep. Aangezien de gemachtigde niet aan deze vereisten heeft voldaan, heeft de kantonrechter het beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om toekenning van proceskosten afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 10730393 \ BR VERZ 23-1163 \ 959
cjib-nr / registratienr 251153773 / 00DS1Q
zitting van 10 mei 2024
beslissing inzake Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van

[Betrokken bedrijf] .

gevestigd te [adres] , [postcode] [woonplaats]
betrokkene
pretense gemachtigde mr. N.G.A. Voorbach
tegen

de officier van justitie

Gronden voor de beslissing:

Op grond van artikel 2:1, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht (Awb), kan de
kantonrechter van degene die het beroep heeft ingesteld een schriftelijke machtiging verlangen.
Op grond van artikel 6:6 onder a Awb kan een beroep niet-ontvankelijk worden verklaard als niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep. Ondanks dat daartoe de gelegenheid is geboden, is er geen machtiging overgelegd.
Nu het beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, bestaat er geen aanleiding voor toekenning van proceskosten.
Er zal daarom als volgt worden beslist.

Beslissing

De kantonrechter:
-verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
-wijst het verzoek om toekenning van proceskosten af.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. F.J.H. Hovens, en in het openbaar uitgesproken op 10 mei 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier, De kantonrechter,
Rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzending van een afschrift hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, doch alleen indien:
a. de bij deze beslissing opgelegde sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. het beroepschrift niet-ontvankelijk is verklaard omdat de zekerheid niet (tijdig) is gesteld.
Het beroepschrift dient schriftelijk te worden ingediend bij de rechtbank Gelderland, Team strafrecht, Mulderzaken, kamer C.1.14, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem en dient door degene die beroep heeft ingesteld, of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend. Beroepschriften die per e-mail worden ingediend, kunnen gezien de wettelijke regeling niet in behandeling worden genomen.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting wordt gevraagd waarbij u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Een afschrift van deze uitspraak is aan betrokkene en de officier van justitie verzonden op: