ECLI:NL:RBGEL:2024:6220
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over opzegging huurovereenkomst en wilsgebrek
In deze zaak gaat het om een huurgeschil tussen [eiser] en STICHTING WOONWAARTS. [eiser] heeft sinds 1 september 2000 een huurovereenkomst voor een woning in Nijmegen. Woonwaarts heeft [eiser] op basis van vermoedens van onderhuur en het niet als hoofdverblijf houden van de woning uitgenodigd voor gesprekken. Na meerdere gesprekken heeft [eiser] op 4 april 2023 een huuropzeggingsformulier ondertekend, met als beëindigingsdatum 30 juni 2023. Later heeft hij echter aangegeven dat hij zich had bedacht en de opzegging wilde intrekken. Woonwaarts heeft de huuropzegging echter aanvaard en [eiser] in kort geding veroordeeld om de woning te ontruimen. In verzet heeft de voorzieningenrechter het vonnis bekrachtigd. [eiser] vordert nu vernietiging van de opzegging, stellende dat hij onder druk heeft getekend. De kantonrechter oordeelt dat de opzegging rechtsgeldig is, omdat Woonwaarts er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat [eiser] de huurovereenkomst daadwerkelijk wilde opzeggen. De vordering van [eiser] wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.