Uitspraak
Rechtbank GELDERLAND
1.Het verloop van het geding
- De op 10 mei 2024 gedeponeerde verklaringen ex artikel 370 lid 3 Fw;
- De op 10 mei 2024 ontvangen verzoekschriften, met bijlagen;
- Het vonnis van rechtbank Overijssel van 13 mei 2024;
- Het e-mailbericht van 16 mei 2024 aan mr. R.E.P. de Koning, waarbij [verzoekster 2] is opgedragen om [crediteur] B.V. (hierna ook: [crediteur] ), aanvraagster van het faillissement van [verzoekster 2] – welk verzoek is geschorst in verband met de behandeling van het verzoek om aanwijzing van een herstructureringsdeskundige –, te informeren dat zij in de gelegenheid wordt gesteld een zienswijze in te dienen en bij de mondelinge behandeling van de verzoekschriften aanwezig te zijn;
- Het op 22 mei 2024 ontvangen e-mailbericht van mr. R.E.P. de Koning, met bijlagen.
- [bestuurder 1] , (middellijk) bestuurder van verzoeksters;
- mr. R.E.P. de Koning, advocaat van verzoeksters;
- [accountant] , accountant van verzoeksters;
- [naam 1] ;
- [bestuurder 2] , (middellijk) bestuurder van [crediteur] ;
- [naam 2] ;
- mr. N. Verhoeven, advocaat van [crediteur] .
2.De feiten
3.De verzoeken
Verzoeksters verkeren in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij met het betalen van hun schulden niet zullen kunnen voortgaan en zijn voornemens binnen twee maanden aan hun crediteuren een akkoord aan te bieden. Met het oog op de financiering van de herstructurering en om verdere continuïteit van de onderneming van de verschillende vennootschappen van de groep waartoe verzoeksters behoren te waarborgen, is onroerend goed van (een van) de vennootschap(pen) binnen de groep verkocht althans geherfinancierd. Hiermee is de kredietfaciliteit bij de [naam bank] ingelost en heeft de [naam bank] haar zekerheden prijsgegeven, waardoor middelen ter financiering van de mogelijke akkoorden zijn vrijgekomen. Verzoeksters hebben hierdoor bovendien weer (tijdelijk) de beschikking over de bankrekeningen bij de [naam bank] , zodat de continuïteit van haar betalingsverkeer gewaarborgd lijkt. De ondernemingen van verzoeksters zijn in de kern levensvatbaar.