Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 17 oktober 2024,
- de pleitnota van de Stichting,
- de pleitnota van de Gemeente.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Stichting Zorgwonen Bronbeek een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Arnhem. De Stichting vorderde dat de Gemeente zou worden veroordeeld om een voorkeursrecht dat op een onroerende zaak rust, door te halen in de openbare registers. De Stichting had op 31 augustus 2018 de onroerende zaak aan de Bronbeeklaan 66 in erfpacht verkregen. De Gemeente had op 23 november 2021 een voorkeursrecht gevestigd op deze onroerende zaak op basis van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). De Stichting stelde dat het voorkeursrecht was vervallen omdat de Gemeente niet binnen de wettelijke termijn van vier weken een prijsbepalingsprocedure had gestart na een verzoek van de Stichting. De Gemeente betwistte dit en voerde aan dat het voorkeursrecht nog steeds van toepassing was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de Stichting voldoende spoedeisend belang had bij haar vorderingen, maar dat het voorkeursrecht niet verviel door het verstrijken van de termijn voor het indienen van een prijsbepaling. De rechter concludeerde dat de vorderingen van de Stichting niet voor toewijzing in aanmerking kwamen, omdat de wettelijke grondslag ontbrak. De vorderingen werden afgewezen en de Stichting werd veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die in totaal € 1.973,00 bedroegen. Dit vonnis werd uitgesproken op 31 oktober 2024.