In deze zaak gaat het om een kort geding waarin Unica Installatietechniek B.V. en RSA Luxembourg S.A. (hierna: Unica c.s.) vorderingen hebben ingesteld tegen Xenics N.V. en KBC Verzekeringen N.V. (hierna: Xenics c.s.) met betrekking tot de tenuitvoerlegging van een onherroepelijk eindarrest van het Hof van Beroep te Brussel. Dit arrest, gewezen op 4 december 2023, veroordeelt Unica c.s. tot betaling van aanzienlijke schadevergoedingen aan Xenics c.s. naar aanleiding van een brand in een door Xenics gehuurd pand, waarvoor Unica c.s. aansprakelijk wordt gehouden. Unica c.s. stelt dat de tenuitvoerlegging van het arrest moet worden geweigerd of geschorst, omdat er nog een arbitrale procedure loopt bij de Raad van Arbitrage, waarin een eindvonnis wordt verwacht. De voorzieningenrechter oordeelt dat de erkenning en tenuitvoerlegging van het Belgische arrest niet kan worden geweigerd op basis van de lopende arbitrale procedure, aangezien het arrest onherroepelijk is en de rechtskracht daarvan moet worden erkend. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van Unica c.s. af en veroordeelt hen in de proceskosten.