ECLI:NL:RBGEL:2024:7855
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de beslissing van het UWV inzake werkloosheidsuitkering en verwijtbare werkloosheid
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiser tegen de beslissing van het UWV om hem geen uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) te betalen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV in zijn besluit van 23 januari 2023 en het bestreden besluit van 4 april 2023 onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de omstandigheden waaronder eiser zijn dienstbetrekking heeft beëindigd. Eiser is van mening dat hij niet verwijtbaar werkloos is geworden, omdat er sprake was van discriminatie op de werkvloer en dat hij niet in staat was om zijn werkzaamheden voort te zetten. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak van 25 april 2024 het UWV de gelegenheid gegeven om het geconstateerde gebrek in het besluit te herstellen. Het UWV heeft hierop gereageerd met aanvullend onderzoek, maar de rechtbank oordeelt dat het UWV niet voldoende heeft aangetoond dat eiser redelijkerwijs kon worden gevergd zijn dienstbetrekking voort te zetten. De rechtbank concludeert dat eiser verwijtbaar werkloos is geworden, maar dat het UWV de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand laat. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiser.