ECLI:NL:RBGEL:2024:7952

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 november 2024
Publicatiedatum
18 november 2024
Zaaknummer
C/05/432545 / FA RK 24-698
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. dr. E.L. de Jongh
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag en zorgregeling in een familiezakenprocedure met betrekking tot een minderjarige met hechtingsproblematiek

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 18 november 2024 een beschikking gegeven in een familiezakenprocedure betreffende de minderjarige, geboren in 2019. De moeder had verzocht om met het eenhoofdig gezag over de minderjarige te worden belast, terwijl de vader zijn verzoek tot het vaststellen van een zorgregeling had ingetrokken. De rechtbank had eerder op 14 juni 2024 een tussenbeschikking gegeven waarin een informatieregeling was vastgesteld en de Raad was verzocht om onderzoek te doen. De vader had na het Raadsrapport zijn verzoeken aangepast en verzocht om de zaak schriftelijk af te doen, waardoor de geplande mondelinge behandeling niet doorging.

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een uitzonderingssituatie waarin het in het belang van de minderjarige noodzakelijk was dat de moeder alleen het gezag zou uitoefenen. De minderjarige had zijn vader al meer dan twee jaar niet gezien en vertoonde ernstige gedrags- en hechtingsproblemen, die samenhingen met een onveilige jeugd. De rechtbank concludeerde dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat de benodigde zorg en hulp niet tijdig kon worden geboden als beide ouders het gezag zouden behouden, gezien de verstoorde communicatie en het gebrek aan vertrouwen tussen hen. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zodat de moeder direct de nodige regelingen kon treffen voor de minderjarige.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/432545 / FA RK 24-698
Datum uitspraak: 18 november 2024
beschikking wijziging gezag en zorgregeling
in de zaak van
[naam moeder], hierna de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. M.P.L.M. Buijsrogge te Arnhem
tegen
[naam vader], hierna de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. S.S. Zijderveld te Arnhem.

1.Het verdere verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank heeft op 14 juni 2024 een tussenbeschikking gegeven. In deze beschikking heeft de rechtbank:
  • een informatieregeling vastgesteld, inhoudende (samengevat) dat de moeder de vader eens per kwartaal informeert en tenminste één recente foto meestuurt en zij de vader onmiddellijk informeert bij medische noodzaak,
  • de Raad verzocht onderzoek te doen en te rapporteren,
  • iedere verdere beslissing aangehouden.
1.2.
Daarna heeft de rechtbank nog ontvangen:
  • de brief van de Raad van 11 oktober 2024,
  • het F9-formulier van de vader van 4 november 2024 met brief,
  • het rapport van de Raad van 8 november 2024.
1.3.
De vader heeft naar aanleiding van het Raadsrapport zijn verzoeken aangepast en verzocht om de zaak schriftelijk af te doen. De geplande mondelinge behandeling van 25 november 2024 gaat daarom niet door.

2.De verdere beoordeling

Waar gaat het over?
2.1.
De procedure gaat over de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2019 in [geboorteplaats] . De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag. [minderjarige] heeft zijn hoofdverblijfplaats bij zijn moeder.
2.2.
De rechtbank moet nog een beslissing nemen over het verzoek van de moeder om haar met het eenhoofdig gezag te belasten. De vader refereert zich aan het advies van de Raad om de moeder met het eenhoofdig gezag te belasten. Hij heeft na het lezen van het Raadsrapport zijn verzoek tot het vaststellen van een zorgregeling ingetrokken. Dat betekent dat de rechtbank hierover geen beslissing meer hoeft te nemen.
Wijziging gezag
2.3.
Het uitgangspunt is dat beide ouders de belangrijke beslissingen in het leven van hun kind nemen, ook als zij geen relatie (meer) met elkaar hebben. Dat kan alleen anders zijn in uitzonderingssituaties. Bijvoorbeeld wanneer bij gezamenlijk gezag er een onaanvaardbaar risico is dat hun kind klem en verloren raakt en dat risico niet op korte termijn kan worden weggenomen of de wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat er sprake is van zo’n uitzonderingssituatie en zal daarom beslissen dat de moeder voortaan alleen het gezag zal uitoefenen. De rechtbank zal uitleggen waarom.
2.5.
[minderjarige] heeft zijn vader al ruim twee jaar niet gezien. Het laatste contactmoment was eenmalig na een lange periode van geen contact. Hij weet hoogstwaarschijnlijk niet wie zijn vader is. [minderjarige] is een kwetsbaar jongetje. Hij heeft meer zorg en hulp nodig dan andere kinderen. Er is sprake van forse gedrags-, regulatie- en slaapproblemen. Deze problemen zijn volgens Karakter het best te verklaren vanuit een langdurige blootstelling aan stress en onveiligheid die de moeder en [minderjarige] tijdens en na de zwangerschap hebben ervaren. Er zijn aanwijzingen voor stress-, hechtings- en traumagerelateerde problematiek, samenhangend met onveiligheid in de eerste ontwikkelingsjaren. Deze problemen uiten zich bij [minderjarige] ook in lichamelijke klachten als astma en obstipatie. Het is daarom noodzakelijk dat hulp en begeleiding zonder vertraging kan worden aangevraagd en ingezet.
2.6.
Er is een onaanvaardbaar risico dat dit niet lukt als beide ouders het gezag houden over [minderjarige] . Er is namelijk geen enkele vorm van communicatie mogelijk tussen de ouders en er is geen enkel vertrouwen in de ander als persoon en als opvoeder. Bij de moeder is sprake van stress en angst rondom de vader vanwege hun relatiegeschiedenis. Wanneer zij met de vader moet samenwerken om gezagsbeslissingen te nemen, zal dit ten koste gaan van haar beschikbaarheid als opvoeder van [minderjarige] . Het is noodzakelijk dat de moeder overeind blijft als enig verzorger van [minderjarige] . Wanneer zij in overleg zal moeten met de vader, raakt zij uit balans en zal angst en paniek de overhand krijgen wat niet in het belang van [minderjarige] is.
2.7.
Deze verstoorde relatie tussen de ouders is niet op korte termijn te herstellen. Daarvoor zit er over en weer te veel boosheid en bij de moeder te veel angst. Daar komt bij dat de vader waarschijnlijk nog een forse gevangenisstraf moet uitzitten.
Uitvoerbaar bij voorraad
2.8.
De rechtbank zal de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren, zodat de moeder gelijk de benodigde zaken rondom [minderjarige] kan regelen.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
bepaalt dat de moeder voortaan alleen het gezag zal uitoefenen over de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2019 in [geboorteplaats] ;
3.2.
verklaart onderdeel 3.1 uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. E.L. de Jongh, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van mr. M. Cox-Weber als griffier en in het openbaar uitgesproken op 18 november 2024.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.