Uitspraak
[stichting], uit [plaats 1], de stichting
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren, het college
[derde-partij]uit [plaats 2], vergunninghouder.
Rechtbank Gelderland
Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in de zaak tussen een stichting en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Buren. De stichting had beroep ingesteld tegen een besluit van 20 september 2023, waarin aan een vergunninghouder een omgevingsvergunning was verleend voor de realisatie van een drijvend zonnepark op een locatie in [plaats 1]. De rechtbank heeft het beroep van de stichting ongegrond verklaard, omdat de normen waarop de stichting zich beroept, niet strekken tot de bescherming van de belangen waarvoor de stichting in deze procedure kan opkomen. De rechtbank oordeelde dat het relativiteitsvereiste, zoals vastgelegd in artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), in de weg staat aan vernietiging van het bestreden besluit. De stichting had geen feitelijke werkzaamheden verricht die relevant zijn voor de belangen die zij zegt te behartigen. De rechtbank concludeerde dat de stichting niet kan opkomen voor de algemene belangen die zij volgens haar statuten behartigt, omdat zij in het geheel geen feitelijke werkzaamheden heeft verricht. De uitspraak werd mondeling gedaan en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.