ECLI:NL:RBGEL:2024:9012

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
05.211344.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel en rijden onder invloed

Op 18 december 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 30 november 2023 betrokken was bij een verkeersongeval in Arnhem. De verdachte, geboren in 1988 in Polen, reed zonder rijbewijs en onder invloed van alcohol met een snelheid van ten minste 91 kilometer per uur, terwijl de toegestane snelheid 60 kilometer per uur was. Het ongeval vond plaats op de N804, waar het wegdek nat was en er een wildrooster aanwezig was. Door zijn roekeloze rijgedrag verloor de verdachte de controle over zijn voertuig en botste tegen een boom, wat resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor zijn bijrijder. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het veroorzaken van een verkeersongeval met zwaar lichamelijk letsel en het rijden onder invloed. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 3 jaar. Daarnaast kreeg hij een hechtenis van 2 weken voor het rijden zonder rijbewijs. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en het strafblad van de verdachte, dat eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten bevatte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/211344-24
Datum uitspraak : 18 december 2024
Verstek
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1988 in [geboorteplaats] (Polen),
wonende: [adres] , [postcode] [woonplaats] (Polen).
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 30 november 2023 te Arnhem, als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een voertuig (personenauto),
komende uit de richting van Deelen, gaande in de richting van de
Koningsweg/N311, daarmede heeft gereden over de N804,
roekeloos, althans zeer dan wel aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of
onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij geen rijbewijs had voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat
motorrijtuig behoorde en/of
terwijl hij ter plaatse bekend was en/of
terwijl het wegdek nat was en/of
terwijl hij een (flauwe) bocht (naar rechts) (vanuit de rijrichting van verdachte)
naderde en/of deze bocht door reed en/of deze bocht uit kwam en/of
terwijl voor deze bocht een waarschuwingsbord J3 van bijlage 1 van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV90), inhoudende de aanduiding van een
gevaar, namelijk een bocht naar links, was geplaatst en/of
terwijl zich in of vlak na voornoemde bocht een wildrooster bevond en/of het
wildrooster glad was en/of
terwijl (ruim) voor het wildrooster een waarschuwingsbord J37 met onderbord van
bijlage 1 RVV90, inhoudende de aanduiding van een gevaar, namelijk een
wildrooster, was geplaatst,
heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat
voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met
een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse
geboden was, namelijk met een snelheid van tenminste 91 kilometer per uur en/of
met die (aanzienlijk) te hoge snelheid over het wildrooster heeft gereden en/of
(vervolgens) (daardoor) het door hem bestuurde voertuig onvoldoende onder
controle heeft gehouden, immers is de achterzijde van het door hem bestuurde
voertuig uitgebroken en/of is hij met het door hem bestuurde voertuig in een slip
geraakt en/of werd de stabiliteit van het door hem bestuurde voertuig (ernstig)
verstoord en/of was de besturing alsmede de beremming van de wielen (op de
normale wijze) niet meer mogelijk en/of
in strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 de snelheid van de door hem bestuurde
personenauto niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was de personenauto tot
stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en
waarover deze vrij was en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een boom,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, derde en/of
vierde lid van de Wegenverkeerswet 1994,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]
[slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht,
dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 november 2023 te Arnhem, als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een voertuig (personenauto),
komende uit de richting van Deelen, gaande in de richting van de
Koningsweg/N311, daarmede heeft gereden over de N804,
terwijl hij geen rijbewijs had voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat
motorrijtuig behoorde en/of
terwijl hij ter plaatse bekend was en/of
terwijl het wegdek nat was en/of
terwijl hij een (flauwe) bocht (naar rechts) (vanuit de rijrichting van verdachte)
naderde en/of deze bocht door reed en/of deze bocht uit kwam en/of
terwijl voor deze bocht een waarschuwingsbord J3 van bijlage 1 van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV90), inhoudende de aanduiding van een
gevaar, namelijk een bocht naar links, was geplaatst en/of
terwijl zich in of vlak na voornoemde bocht een wildrooster bevond en/of het
wildrooster glad was en/of
terwijl (ruim) voor het wildrooster een waarschuwingsbord J37 met onderbord van
bijlage 1 RVV90, inhoudende de aanduiding van een gevaar, namelijk een
wildrooster, was geplaatst,
heeft gereden met een (aanzienlijk) hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat
voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur, in elk geval met
een (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatse
geboden was, namelijk met een snelheid van tenminste 91 kilometer per uur en/of
met die (aanzienlijk) te hoge snelheid over het wildrooster heeft gereden en/of
(vervolgens) (daardoor) het door hem bestuurde voertuig onvoldoende onder
controle heeft gehouden, immers is de achterzijde van het door hem bestuurde
voertuig uitgebroken en/of is hij met het door hem bestuurde voertuig in een slip
geraakt en/of werd de stabiliteit van het door hem bestuurde voertuig (ernstig)
verstoord en/of was de besturing alsmede de beremming van de wielen (op de
normale wijze) niet meer mogelijk en/of
in strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 de snelheid van de door hem bestuurde
personenauto niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was de personenauto tot
stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en
waarover deze vrij was en/of
is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met, een boom,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, derde en/of
vierde lid van de Wegenverkeerswet 1994,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 november 2023 te Arnhem als bestuurder van een voertuig
(personenauto) rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de
N804, zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig
tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en
waarover deze vrij was, immers is hij gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen
met, een boom.
2
hij op of omstreeks 30 november 2023 te Arnhem, als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek als
bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994,
0,97 milligram, in elk geval hoger dan 0,2 milligram alcohol per milliliter bloed bleek
te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en
verdachte dit motorrijtuig heeft bestuurd zonder dat aan hem een rijbewijs was
afgegeven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 30 november 2023 te Arnhem als bestuurder van een voertuig,
(personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige
invloed van alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik
daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de
rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest
worden geacht.
3
hij op of omstreeks 30 november 2023 te Arnhem als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, de N804, zonder dat aan hem
door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de
Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van
motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De rechtbank zal de feiten 1, 2 en 3 vanwege de onderlinge samenhang hieronder gezamenlijk bespreken.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1 primair, 2 primair en 3.
Beoordeling door de rechtbank
Op 30 november 2023 heeft op de Hoenderlooseweg (N804) te Arnhem een eenzijdig verkeersongeval plaatsgevonden. Bij dit ongeval was verdachte als bestuurder van een personenauto betrokken. Verdachte kwam uit de richting van Deelen (Delenseweg) en reed in de richting van de Koningsweg (N311). Het wegdek was nat. Op circa 125 meter voor het verkeersongeval bevond zich een bocht naar links die werd aangekondigd door middel van een waarschuwingsbord. Op circa 70 meter voor het verkeersongeval bevond zich een wildrooster dat werd aangekondigd door middel van het waarschuwingsbord J37 met een onderbord dat waarschuwde voor een wildrooster. Kort na het doorrijden van de bocht naar links en het overrijden van het metalen wildrooster, verloor verdachte de controle over het voertuig en brak het voertuig aan de achterzijde uit waardoor het in een slip raakte. Hierdoor gleed het voertuig diagonaal over het wegdek en kwam met de rechterflank in botsing met een boom in de linker berm. Verdachte reed met een snelheid van tenminste 91 kilometer per uur, terwijl de ter plaatse toegestane snelheid 60 kilometer per uur was. [2] Als gevolg van dit ongeval heeft zijn bijrijder [slachtoffer] letsel opgelopen dat bestond uit een open breuk aan het onderbeen, waarvoor operatief ingrijpen nodig was, breuken in de wervels C5 en S1, een uitgebreide bekkenbreuk en een longkneuzing. [3] Bij verdachte is na het ongeval bloedonderzoek verricht en daarbij is vastgesteld dat hij 0,97 milligram alcohol per milliliter bloed in zijn bloed had. [4] Verdachte beschikt niet over een rijbewijs. [5] Verdachte was bekend met de wegsituatie ter plaatse. [6]
Verdachte is onder invloed van meer dan vier keer de toegestane hoeveelheid alcohol een auto gaan besturen, terwijl hij geen rijbewijs hiervoor heeft. Daarbij komt dat verdachte, terwijl het wegdek nat was, veel te hard heeft gereden en zijn snelheid niet heeft aangepast aan de verkeerssituatie ter plaatse. Deze omstandigheden in combinatie met het wildrooster, dat waarschijnlijk vanwege de weersomstandigheden glad is geweest, hebben gemaakt dat het voertuig van verdachte in een slip is geraakt, verdachte de controle over het voertuig verloor, hij dit niet meer kon corrigeren en tegen een boom botste. Dit gebeurde terwijl verdachte een bijrijder in het voertuig had.
Gelet op het geheel van verdachtes gedragingen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden als gevolg waarvan het verkeersongeval heeft plaatsgevonden. Verdachte heeft daarom schuld aan het verkeersongeval als bedoeld in artikel 6 Wegenverkeerswet 1994 (hierna: ‘WVW’). De rechtbank is daarnaast van oordeel dat het letsel bij slachtoffer [slachtoffer] (de bijrijder) als zwaar lichamelijk letsel kan worden aangemerkt, nu het gaat om meerdere botbreuken, operatief ingrijpen nodig was en een lange revalidatie wordt verwacht.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegdeheeft begaan, te weten dat:
1
primairhij op
of omstreeks30 november 2023 te Arnhem, als verkeersdeelnemer, namelijk
als bestuurder van een voertuig (personenauto),
komende uit de richting van Deelen, gaande in de richting van de
Koningsweg/N311, daarmede heeft gereden over de N804,
roekeloos, althanszeer
dan wel aanmerkelijk,onvoorzichtig, onoplettend en
/ofonachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij geen rijbewijs had voor de categorie van motorrijtuigen, waartoe dat
motorrijtuig behoorde en
/ofterwijl hij ter plaatse bekend was en
/ofterwijl het wegdek nat was en
/ofterwijl hij een
(flauwe
)bocht
(naar rechts) (vanuit de rijrichting van verdachte
)naderde en/of deze bocht door reed en/of deze bochtuit kwam en
/ofterwijl voor deze bocht een waarschuwingsbord J3 van bijlage 1 van het Reglement
verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV90), inhoudende de aanduiding van een
gevaar, namelijk een bocht naar links, was geplaatst en
/ofterwijl zich in of vlak na voornoemde bocht een wildrooster bevond
en/of hetwildrooster glad wasen
/ofterwijl
(ruim
)voor het wildrooster een waarschuwingsbord J37 met onderbord van
bijlage 1 RVV90, inhoudende de aanduiding van een gevaar, namelijk een
wildrooster, was geplaatst,
heeft gereden met een
(aanzienlijk
)hogere snelheid dan de ter plaatse voor dat
voertuig toegestane maximumsnelheid van 60 kilometer per uur,
in elk geval meteen (aanzienlijk) hogere snelheid dan die voor een veilig verkeer ter plaatsegeboden was,namelijk met een snelheid van tenminste 91 kilometer per uur en
/ofmet die
(aanzienlijk
)te hoge snelheid over het wildrooster heeft gereden en
/of(vervolgens
) (daardoor
)het door hem bestuurde voertuig onvoldoende onder
controle heeft gehouden, immers is de achterzijde van het door hem bestuurde
voertuig uitgebroken en
/ofis hij met het door hem bestuurde voertuig in een slip
geraakt en
/ofwerd de stabiliteit van het door hem bestuurde voertuig (ernstig)
verstoord en
/ofwas de besturing alsmede de beremming van de wielen (op de
normale wijze) niet meer mogelijk en
/ofin strijd met het gestelde in artikel 19 RVV90 de snelheid van de door hem bestuurde
personenauto niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was de personenauto tot
stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en
waarover deze vrij was en
/ofis gebotst tegen,
althans in aanrijding is gekomen met,een boom,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, derde en
/ofvierde lid van de Wegenverkeerswet 1994,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten
verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]
[slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel
of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht,
dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale
bezigheden is ontstaan.
2
primairhij op
of omstreeks30 november 2023 te Arnhem, als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van
alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek als
bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994,
0,97 milligram,
in elk geval hoger dan 0,2 milligramalcohol per milliliter bloed bleek
te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en
verdachte dit motorrijtuig heeft bestuurd zonder dat aan hem een rijbewijs was
afgegeven.
3
hij op
of omstreeks30 november 2023 te Arnhem als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto) heeft gereden op de weg, de N804, zonder dat aan hem
door de daartoe bevoegde autoriteit, als bedoeld in artikel 116 lid 1 van de
Wegenverkeerswet 1994 een rijbewijs was afgegeven voor de categorie van
motorrijtuigen, waartoe dat motorrijtuig behoorde.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
een eendaadse samenloop van:
feit 1 primair:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel b, van deze wet
en
feit 2 primair:
overtreding van artikel 8, vierde lid, juncto artikel 8, derde lid, onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994 (0,97 milligram).
feit 3:
overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat sprake is van ernstige schuld en gevorderd dat verdachte voor de feiten 1 en 2 zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden en 2 weken en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 jaar en 2 weken. Ten aanzien van feit 3 (een overtreding) is een hechtenis van 2 weken gevorderd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft op 30 november 2023 veel te hard gereden, terwijl hij onder invloed was van een forse hoeveelheid alcohol en niet in het bezit is van een rijbewijs om een auto te mogen besturen. Hij is met die hoge snelheid, komend uit een bocht, over een glad wildrooster gereden, in een slip geraakt en tegen een boom gebotst. Door zijn toedoen is een eenzijdig verkeersongeval ontstaan, waarbij zijn bijrijder ernstige gewond raakte. Op verkeersdeelnemers rust een zorgplicht en verdachte is hier in grote mate in tekort geschoten. Verdachte heeft daarmee zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de veiligheid van zijn medeweggebruikers en in dit geval zijn inzittende niet in acht genomen. Verdachte kunnen meerdere verwijten worden gemaakt, en deze tezamen rechtvaardigen een zware straf.
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 29 oktober 2024, waaruit blijkt dat verdachte vanaf 2022 meermaals onherroepelijk is veroordeeld voor het rijden zonder rijbewijs en het rijden onder invloed van alcohol. Deze eerdere veroordelingen hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden om zich opnieuw schuldig te maken aan (soortgelijk) strafbare feiten.
Bij het bepalen van de strafmaat zoekt de rechtbank in beginsel aansluiting bij de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het LOVS voor het veroorzaken van een verkeersgeval met zwaar lichamelijk letsel, waarbij sprake is van ‘ernstige schuld’ en een alcoholgehalte van minder dan 570 ug/l. Echter, vanwege het strafblad van verdachte, dat in de ogen van de rechtbank duidt op het hebben van lak aan de verkeersregels en de sancties hierop, zal de rechtbank aansluiten bij de (zwaardere) categorie ‘zeer hoge mate van schuld’, die een gevangenisstraf van 8 maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid van 3 jaar indiceert.
Gelet hierop zal de rechtbank voor feit 1 primair en feit 2 primair een gevangenisstaf voor de duur van 8 maanden opleggen en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaar. Voor feit 3, wat een overtreding is, zal de rechtbank een hechtenis voor de duur van 2 weken opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 55, 62 van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 8, 107, 175, 176, 177, 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte voor
feit 1 primair en feit 2 primairtot een gevangenisstraf voor de duur van acht (8) maanden;
 ontzegt verdachte ten aanzien van het onder
feit 1 primair en feit 2 primairbewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 jaar en
 veroordeelt verdachte voor
feit 3tot hechtenis voor de duur van 2 (twee) weken.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen (voorzitter), mr. M.A. van Leeuwen en mr. J.F. van Halderen rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 december 2024

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderlad-Midden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023553780, gesloten op 22 juni 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aanrijding, p. 16-21; proces-verbaal verhoor getuige [getuige] , p. 6-8 en het proces-verbaal FO Verkeer, p. 86-119.
3.Geneeskundige verklaring [slachtoffer] , p. 148.
4.Proces-verbaal rijden onder invloed, p. 50-53; rapport Alcohol en drugs in het verkeer, p. 146-147.
5.Proces-verbaal van overtreding, p. 82; EU rijbewijs bevraging en RDW-uitdraai (nagekomen).
6.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 66.