ECLI:NL:RBGEL:2024:9061

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 november 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
C/05/436259 / FA RK 24-1738
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Stiefouderadoptie en geslachtsnaamwijziging in het belang van de minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 22 november 2024 een beschikking gegeven over de stiefouderadoptie van een minderjarige door de stiefvader. De verzoekers, moeder [X] en de stiefvader, hebben een geregistreerd partnerschap en hebben samen drie minderjarige kinderen. De minderjarige, geboren uit een eerdere relatie van moeder [X], heeft al het merendeel van zijn leven in het gezin van verzoekers gewoond. De rechtbank heeft vastgesteld dat de adoptie in het belang van de minderjarige is, vooral omdat hij zelf heeft aangegeven dat hij graag geadopteerd wil worden door de stiefvader. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook geadviseerd om de adoptie uit te spreken, omdat de minderjarige van moeder [Y] niets meer te verwachten heeft in haar rol als ouder. De rechtbank heeft de adoptie goedgekeurd en bepaald dat de minderjarige voortaan de geslachtsnaam van de stiefvader zal dragen. De rechtbank heeft de voorwaarden voor adoptie, zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, als voldaan beschouwd. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/436259 / FA RK 24-1738
Datum uitspraak: 22 november 2024
beschikking adoptie en geslachtsnaamwijziging
naar aanleiding van het verzoek van
[namen verzoekers](hierna: moeder [X] en de stiefvader),
gezamenlijk: de verzoekers,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. K. Walburg te Alkmaar.
Betreffende:
[de minderjarige](hierna: [de minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
De rechtbank merkt als belanghebbende aan:
[naam belanghebbende](hierna: moeder [Y] ),
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. A.M.A. Kok-Verheijde te Tegelen.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift ontvangen op 21 mei 2024;
  • het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) ontvangen op 16 september 2024;
  • het F9-formulier met bijlage van de zijde van moeder [Y] .
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van 15 november 2024 zijn gehoord:
  • de verzoekers, bijgestaan door mr. K. Walburg;
  • moeder [Y] , bijgestaan door mr. A.M.A. Kok-Verheijde;
  • een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
1.3.
De rechtbank heeft [de minderjarige] naar zijn mening gevraagd. [de minderjarige] heeft daarover een gesprek gehad met de kinderrechter.

2.De feiten

2.1.
Moeder [X] en moeder [Y] hebben een affectieve relatie gehad. Uit die relatie is via (anoniem) donorschap geboren:
- [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
2.2.
Bij beschikking van de rechtbank Amsterdam van 19 mei 2010, is de adoptie van [de minderjarige] door moeder [Y] uitgesproken. Deze beslissing is op 20 augustus 2010 in kracht van gewijsde gegaan.
2.3.
Bij beschikking van deze rechtbank van 26 september 2016 is het gezamenlijk gezag van moeder [X] en moeder [Y] over [de minderjarige] beëindigd en is moeder [X] met het eenhoofdig gezag belast.
2.4.
Verzoekers zijn op [datum] in de gemeente [gemeenteplaats] een geregistreerd
partnerschap met elkaar aangegaan. Zij hebben samen drie minderjarige kinderen die alle drie de geslachtsnaam ‘ [achternaam stiefvader] ’ dragen.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekers vragen de rechtbank om de adoptie uit te spreken van [de minderjarige] door moeder [X] en [naam stiefvader] (de rechtbank begrijpt: stiefouderadoptie door de stiefvader).

4.Het verweer

4.1.
Van verweer of bezwaar aan de zijde van moeder [Y] is niet gebleken. Moeder [Y] heeft verklaard dat zij wil doen wat in het belang van [de minderjarige] is. Omdat [de minderjarige] heeft aangegeven dat deze adoptie voor hem heel belangrijk is, zal zij zich niet verweren.

5.Het standpunt van de Raad

5.1.
De Raad adviseert om de adoptie van [de minderjarige] door de stiefvader uit te spreken. De Raad is van mening dat [de minderjarige] van moeder [Y] niets meer te verwachten heeft in haar rol als ouder. Ook vindt de Raad de adoptie in het belang van [de minderjarige] , omdat hij dan meer het gevoel krijgt dat hij volledig bij het gezin van moeder, stiefvader en zijn drie broertjes hoort. Dat gevoel is volgens de Raad op dit moment erg belangrijk voor [de minderjarige] . Een wijziging van zijn geslachtsnaam naar ‘ [achternaam stiefvader] ’ sluit daar ook volgens de Raad ook bij aan.

6.De beoordeling

Conclusie
6.1.
De rechtbank wijst de adoptie van [de minderjarige] door de stiefvader toe en beslist dat [de minderjarige] voortaan de geslachtsnaam ‘ [achternaam stiefvader] ’ draagt. Hierna legt de rechtbank haar beslissing uit.
Inhoudelijke beoordeling
6.2.
Het verzoek tot adoptie moet worden getoetst aan de voorwaarden die zijn opgenomen in de artikelen 1:227 en 1:228 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De rechtbank is van oordeel dat aan die voorwaarden is voldaan. Voor zover van belang zal de rechtbank ingaan op die voorwaarden. Vooropgesteld vindt de rechtbank de adoptie in het belang van [de minderjarige] . Daarbij overweegt de rechtbank bovenal dat [de minderjarige] zelf heeft aangegeven dat hij graag geadopteerd wil worden door de stiefvader. Hij wordt namelijk al jarenlang door verzoekers samen verzorgd en opgevoed (sinds 2013). De Raad heeft met zijn onderzoek ook de adoptie in het kennelijke belang van [de minderjarige] geacht. Door deze adoptie wordt volgens de Raad – en de rechtbank – recht gedaan aan de relatie die verzoekers met elkaar hebben en aan hun gezins waar [de minderjarige] al het merendeel van zijn leven in opgroeit. Uit de stukken is ook gebleken dat de stiefvader ten minste drie aaneengesloten jaren voorafgaand aan het verzoek met moeder [X] heeft samengewoond en dat hij samen met moeder [X] [de minderjarige] al ten minste een jaar verzorgt en opvoedt. Uit de stukken blijkt voorts dat moeder [Y] het verzoek niet tegenspreekt. Het staat vast dat [de minderjarige] van haar in de hoedanigheid van ouder op dit niets te verwachten heeft. Dit geldt ook voor de toekomst voor zover redelijkerwijs te voorzien.
6.3.
Uit artikel 1:229 lid 2 BW volgt dat de adoptie van [de minderjarige] door de stiefvader tot gevolg heeft dat de familierechtelijke betrekking tussen [de minderjarige] en moeder [Y] ophoudt te bestaan. Dit geldt niet voor moeder [X] , haar familierechtelijke betrekking tot [de minderjarige] blijft bestaan, dat volgt uit lid 3 van dat artikel.
6.4.
De adoptie heeft haar gevolgen van de dag waarop deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan. Dat volgt uit artikel 1:230 lid 1 BW.
Geslachtsnaamkeuze
6.5.
De rechtbank overweegt als volgt over de geslachtsnaam van [de minderjarige] . Op grond van artikel 1:5 lid 3 BW kunnen moeder [X] en de stiefvader een verklaring afleggen over de gewenste geslachtsnaam. Tijdens de mondelinge behandeling hebben moeder [X] en de stiefvader verklaard dat zij graag willen dat [de minderjarige] de geslachtsnaam ‘ [achternaam stiefvader] ’ krijgt. Ook [de minderjarige] zelf wil graag de geslachtsnaam ‘ [achternaam stiefvader] ’ krijgen. De rechtbank beslist daarom dat [de minderjarige] na de adoptie de geslachtsnaam ‘ [achternaam stiefvader] ’ zal hebben.

7.De beslissing

De rechtbank:
7.1.
spreekt uit de adoptie van
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
door
[naam stiefvader], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ;
7.2.
verstaat dat de geslachtsnaam van [de minderjarige] na de adoptie ‘ [achternaam stiefvader] ’ zal zijn;
7.3.
geeft opdracht aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in de gemeente [gemeenteplaats 2] om de vermelding van deze beslissing aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
7.4.
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank hiervoor een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de Burgerlijke Stand in [gemeenteplaats 2] zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. van der Linde, rechter, in tegenwoordigheid van
mr. K.K.H. Wagemaker als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2024.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.