Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen bij de griffie op 19 juni 2024;
- het verweerschrift met zelfstandige verzoeken, ingekomen bij de griffie op
- het F9-formulier met aanvullende producties van de vader van 13 november 2024;
- het F9 formulier van de moeder van 14 november 2024.
- de vader, bijgestaan door mr. T.M. Coppes;
- de moeder, bijgestaan door mr. L.L.A. Cox;
- een vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
2.De feiten
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (hierna: [de minderjarige] ).
3.De verzoeken
4.Het standpunt van de Raad
5.De beoordeling
- een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt;
- of als wijziging van het gezag om andere redenen in het belang van het kind noodzakelijk is.
6.De beslissing
[de minderjarige], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
binnen zes maandenna heden toewerken naar een zorgregeling waarbij [de minderjarige] bij de vader verblijft:
- een weekend per veertien dagen van vrijdag 17.00 uur tot zondag 16.00 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] op vrijdag naar de vader brengt en de vader [de minderjarige] op zondag weer terugbrengt;
- een deel van de vakanties, in onderling overleg tussen partijen te bepalen;
- op Vaderdag;
- in de even jaren (vanaf 2026) vanaf Kerstavond 17.00 uur tot tweede Kerstdag 10.00 uur en in de oneven jaren vanaf tweede Kerstdag 10.00 uur tot 27 december 10.00 uur, waarbij de moeder [de minderjarige] naar de vader brengt en de vader [de minderjarige] weer terugbrengt naar de moeder;
- tijdens Pasen, Hemelvaart, Pinksteren, Koningsdag, Sinterklaas en de verjaardag van [de minderjarige] conform de reguliere zorgregeling;
opbouwfasezien er als volgt uit:
- de eerste twee keer in [woonplaats moeder] plaatsvinden, in het bijzijn van een voor [de minderjarige] vertrouwd persoon;
- de derde keer ook in [woonplaats moeder] plaatsvindt, waarbij een voor [de minderjarige] vertrouwd persoon hem naar de vader brengt en hem daar ook weer ophaalt;
- de vierde keer haalt de vader [de minderjarige] bij de moeder thuis op en brengt hem ook weer thuis. De omgang vindt dan plaats in [woonplaats vader] ;
- na deze periode van vier weken dient er tweewekelijks een omgangsmoment te zijn tussen [de minderjarige] en de vader bij de vader thuis in [woonplaats vader] , waarbij de moeder [de minderjarige] naar [woonplaats vader] brengt en de vader [de minderjarige] weer terug naar [woonplaats moeder] brengt en de duur van de omgang steeds verder wordt uitgebreid;
- afhankelijk van de (praktische) mogelijkheden van partijen hebben de vader en [de minderjarige] op eerste of tweede Kerstdag 2024 een extra omgangsmoment van enkele uren in [woonplaats moeder] .