ECLI:NL:RBGEL:2024:9392
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Huurzaak: Afwijzing ontruimingsvordering woningbouwstichting op basis van hoofdverblijf huurster
In deze huurzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 9 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Portaal en een huurster. De vordering van Portaal tot ontruiming van de woning van de huurster werd afgewezen. Portaal stelde dat de huurster haar hoofdverblijf niet in het gehuurde had, wat volgens hen een tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De huurster betwistte deze stelling en voerde aan dat zij wel degelijk haar hoofdverblijf in de woning had. De kantonrechter oordeelde dat Portaal onvoldoende bewijs had geleverd om de stelling dat de huurster haar hoofdverblijf niet in het gehuurde had te onderbouwen. De kantonrechter benadrukte dat het begrip hoofdverblijf niet strikt gedefinieerd is en dat alle omstandigheden van het geval in overweging moeten worden genomen. De huurster had voldoende feiten en omstandigheden aangedragen die haar betwisting ondersteunden, waaronder verklaringen van haar zussen en bewijs van haar aanwezigheid in het gehuurde. De kantonrechter concludeerde dat, hoewel het levenspatroon van de huurster anders was dan dat van de meeste mensen, dit niet betekende dat zij haar hoofdverblijf niet in het gehuurde had. Daarom werden de vorderingen van Portaal afgewezen en werd Portaal veroordeeld in de proceskosten van de huurster.