Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
(…) Vrijdag ochtend 23-12-22 wilde ik iets uit mijn schuurtje halen en toen kwam ik erachter dat er bij mijn in de schuur was ingebroken en gestolen was het gaat om een blauwe plasma snijder van het merk powertherm hij zat nieuw in doos en is zo compleet gestolen.
(…) De plasmasnijder zou op een kast hebben gestaan. Het is een machine die je niet zomaar particulier kunt gebruiken. Ten eerste is daarvoor krachtstroom nodig en dat heb je niet in een reguliere woning of appartementencomplex. Verder geeft het gebruik van deze machine de nodige risico op brandgevaar en ontwikkelingen van gevaarlijke stoffen. Het is een machine die je onder bedrijfsmatige omstandigheden gebruikt, rekening houdend met de voorschriften, regel- en wetgeving.(…)”
(…)
De inkoopfactuur wilde de heer [eiser] niet met mij delen. Hij gaf aan dat ik hem dit niet kon verplichten
De garantie hoefde volgens hem niet op papier omdat dit onderling zou worden geregend wanneer er een defect zou zijn
Een serienummer was hij vergeten op het contract te zetten
[Naam 1] en [eiser] zouden geen familie van elkaar zijn maar slechts ‘zakelijke bekenden’ zijn
Er werd mondeling bevestigd dat verzekerde tot dat moment elke maand betaald had en dat de “koop op afbetaling” was voltooid.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Heeft u foto’s van werkzaamheden of van het apparaat zelf?” geantwoord “
Nee, daar sta je niet bij stil om te doen”. Toen Achmea aangegeven had niet tot uitbetaling over te gaan, bleek er toch een foto te zijn. Het kan zo zijn, zoals [eiser] zegt, dat hij die foto tegenkwam toen hij een nieuwe telefoon kreeg en gegevens overzette, maar dit komt minder geloofwaardig over. Helemaal omdat [eiser] enkel een schermafbeelding heeft overgelegd en niet de originele foto. Aan een originele foto kan (nader) onderzoek naar de betrouwbaarheid worden uitgevoerd; bij een schermafbeelding is dat niet mogelijk. En, zoals Achmea terecht aangeeft, is het opmerkelijk dat alle in de berging aanwezige spullen op de schermafbeelding op exact dezelfde plek staan als op de foto die door de door Achmea ingeschakelde expert gemaakt is. Tot slot geldt dat [eiser] verwarrend verklaard heeft over de achternaam van “ [Naam 1] ”, de werknemer van [bedrijf 1] die de plasmasnijder aan hem verkocht heeft. Hij geeft aan dat hij de achternaam niet weet, maar dat het mogelijk [naam 2] , [naam 3] is of [naam 4] . Dit terwijl CED in haar rapport beschrijft met de heer [Naam 1] bij [bedrijf 1] gesproken te hebben en de handtekening onder de aankoopbon ook van ene “ [Naam 1] ” lijkt te zijn. Er is dus in eerste instantie geen reden om aan deze achternaam te twijfelen.