ECLI:NL:RBGEL:2024:9665

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 december 2024
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
11277820
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Discretionaire bevoegdheid van de werkgever bij toekenning van bonussen in arbeidsovereenkomst

In deze zaak vordert de eiser, een voormalige werknemer van Indigo Services B.V., betaling van een bonus van € 7.084,69, vermeerderd met rente en proceskosten. De eiser stelt dat zij recht heeft op deze bonus op basis van haar arbeidsovereenkomst en het bedrijfsreglement, waarin is opgenomen dat de werkgever een bonus kan toekennen. De eiser was werkzaam als callcentre agent en heeft haar dienstverband op 30 mei 2024 beëindigd. Indigo Services B.V. voert verweer en stelt dat de bonus pas verschuldigd is als het bedrijf uit de kosten is, wat momenteel niet het geval is. De werkgever heeft grote moeite om de salarissen te betalen en betwist de hoogte van de door de eiser gevorderde bonus.

De rechtbank oordeelt dat de kern van het geschil ligt in de uitleg van de arbeidsovereenkomst en het bedrijfsreglement. De rechtbank stelt vast dat de werkgever een discretionaire bevoegdheid heeft om bonussen toe te kennen, zoals blijkt uit de arbeidsovereenkomst. De voorwaarden voor het toekennen van de bonus zijn vastgelegd in het bedrijfsreglement, waaruit blijkt dat de bonus niet verschuldigd is als het bedrijf niet uit de kosten is. De rechtbank concludeert dat Indigo niet in strijd handelt met het beginsel van goed werkgeverschap door geen bonus uit te keren, aangezien de voorwaarden voor toekenning niet zijn vervuld. De vordering van de eiser wordt afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaaknummer: 11277820 \ CV EXPL 24-2957
Vonnis van 4 december 2024
in de zaak van
[eiser],
te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: Praktijk voor Rechtsbijstand Ten Kortenaar B.V.,
tegen
INDIGO SERVICES B.V.,
te Twello,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Indigo,
gemachtigde: ARAG SE Rechtsbijstand.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 2 oktober 2024
- de mondelinge behandeling van 18 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] is op 9 januari 2018 in dienst getreden bij Indigo in de functie van callcentre agent. Op 30 mei 2024 is zij uit dienst gegaan. [eiser] was actief ten behoeve van de verkopen [bedrijf 1] .
In de arbeidsovereenkomst is onder andere het volgende opgenomen:
5. Beloninga. (…)
c. Werkgever kan aan medewerker een bonus toekennen. De voorwaarden voor de bonus en de hoogte daarvan zijn vastgesteld in het bedrijfsreglement van de werkgever. Werkgever kan deze bonusregeling eenzijdig wijzigen. Medewerker kan aan eerder ontvangen bonussen geen rechten ontlenen. (…)(…)14. Bedrijfsreglementa. De medewerker verklaart op de hoogte te zijn van en in te stemmen met de bij de werkgever geldende arbeids- en bedrijfsregels. Deze regels maken integraal onderdeel uit van de arbeidsovereenkomst van partijen (…)”.
2.2.
In de ‘Huisregels Indigo 2024’ staat onder andere:
“(…)Nieuwe Bonussen(…)[bedrijf 1]- Per paneel € 5- Extra € 10 per paneel (agent kortingen die gegeven zijn worden hier vanaf gehaald)(…)Uitbetaling van de bonussen gebeuren pas zodra deze aan Indigo uitbetaald zijn door de opdrachtgever & wanneer Indigo uit de kosten is. Deze cijfers komen maandelijks op de schermen in de zaal te hangen, voor iedereen zichtbaar.Wanneer Indigo niet uit de kosten is, worden de bonussen niet uitbetaald. (…)”.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert - samengevat – betaling van € 7084,69, vermeerderd met rente en een proceskostenvergoeding. Zij legt hieraan ten grondslag dat zij volgens de arbeidsovereenkomst en het bedrijfsreglement recht heeft op bonussen voor de door haar behaalde resultaten. In totaal betreft dit € 4.070,00. Omdat dit niet betaald is, is er inmiddels een maximale wettelijke verhoging over verschuldigd van € 2.035,00 en daarnaast de wettelijke rente. Omdat Indigo niet vrijwillig overgaat tot betaling heeft [eiser] de vordering uit handen moeten geven ter incasso. De kosten daarvoor, € 823,10, moeten voor rekening van Indigo komen, evenals de proceskosten.
3.2.
Indigo voert verweer. Indigo concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
Indigo voert daarbij aan dat de bonus pas verschuldigd is als het bedrijf uit de kosten is. Helaas is dat niet het geval en heeft Indigo grote moeite om de salarissen te kunnen betalen. Dat is [eiser] bekend, zodat zij ook weet dat er geen bonus uitgekeerd kan worden.
Daarnaast is het door [eiser] berekende bedrag volgens Indigo onjuist berekend en is er geen rekening mee gehouden dat € 790,07 bruto aan bonus wel is uitbetaald. Als er al betaald zou moeten worden dan is het toekennen van de wettelijke verhoging in dit geval onbillijk, omdat het niet gaat om onwil, maar om onmacht om te betalen. Voor vergoeding van een bijdrage in de buitengerechtelijke kosten is geen aanleiding omdat niet is voldaan aan de voorwaarden daarvoor.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Kern van het geschil is de vraag of [eiser] recht heeft op uitkering van de bonus voor de door haar behaalde resultaten over 2024 die niet aan haar zijn uitbetaald. Indigo meent dat dit niet het geval is, omdat zij in zwaar weer verkeert en niet de middelen heeft om bonussen uit te betalen. Volgens het bedrijfsreglement is er geen recht op uitkering van een bonus in de situatie waarin Indigo niet uit de kosten is. Die situatie is thans aan de orde.
[eiser] bepleit dat de bonus een vast en substantieel onderdeel is van haar loon, waarop ook de hoogte van het basissalaris is afgestemd. De werkgever mag betaling daarvan niet naar eigen inzicht achterwege laten. Het betreft geen gratificatie, maar een door [eiser] verdiende bonus.
4.2.
Het geschil betreft de uitleg van de in de arbeidsovereenkomst opgenomen bepaling 5c, in combinatie met het bedrijfsreglement. Het arbeidsovereenkomstrecht kent geen specifieke bepalingen met betrekking tot bonus sen. Contractsvrijheid staat toe dat een bonusregeling een discretionaire bevoegdheid bevat op grond waarvan de werkgever kan besluiten om een werknemer geen of een lagere bonus toe te kennen. Uit de tekst van artikel 5c blijkt, dat het in de arbeidsverhouding van partijen gaat om zo’n discretionaire bevoegdheid van de werkgever. Er is immers opgenomen dat de werkgever een bonus
kan toekennen, wat een vrijheid om dat al dan niet te doen inhoudt. Volgens de rechtspraak moet de wijze waarop de werkgever van die bevoegdheid gebruik maakt worden getoetst aan het beginsel van goed werkgeverschap, zoals omschreven in artikel 7:611 BW.
4.3.
Indigo heeft in de arbeidsovereenkomst ook omschreven op welke wijze zij invulling wil geven aan haar bevoegdheid, namelijk via voor de werknemers vooraf bekende voorwaarden, die in het bedrijfsreglement zijn vastgelegd. Partijen zijn het er over eens dat die voorwaarden voor 2024 zijn neergelegd in de onder 2.2. genoemde en geciteerde huisregels. [eiser] is van mening dat de voorwaarde, dat Indigo ‘uit de kosten’ moet zijn onduidelijk en onnavolgbaar, omdat volstrekt subjectief is wat ‘de kosten’ zijn, terwijl de werkgever zelf mede invloed heeft op de omvang van de bedrijfskosten, bijvoorbeeld door een substantiële salarisverhoging aan de directeur toe te kennen.
4.4.
[eiser] wordt hierin niet gevolgd. Er zijn geen feiten of onderbouwing aangevoerd voor de (veronder)stelling dat Indigo onnodige kosten heeft opgevoerd in haar bedrijfsvoering. De door Indigo gestelde situatie, waarin Indigo met moeite de lonen kan betalen en bezuinigingen heeft doorgevoerd om niet om te vallen, is aan [eiser] , naar zij erkend heeft, bekend. Het is dan evident dat Indigo niet ‘uit de kosten’ is en er voor mag kiezen de bonussen niet toe te kennen. Indigo handelt niet in strijd met de eisen van goed werkgeverschap door geen bonus aan [eiser] uit te keren, al staat vast dat zij wel resultaten heeft geleverd die daar, in een andere financiële bedrijfssituatie, aanspraak op zouden geven. De voorwaarde, waaronder Indigo de bonus heeft toegezegd is immers niet vervuld.
4.5.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vordering van [eiser] niet toegewezen zal worden. De door [eiser] ter zitting genoemde jurisprudentie is daarmee niet in strijd, nu het daarin ging om een andere situatie en een andere rechtsvraag. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Indigo tot en met vandaag worden vastgesteld op € 678,00 aan salaris van de gemachtigde en in het nasalaris dat wordt begroot op € 135,00, te vermeerderen met de kosten van betekening als betekening van het vonnis is gevolgd,

5.De beslissing

5.1.
wijst de vordering af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, die aan de zijde van Indigo tot en met vandaag worden vastgesteld op € 678,00 aan salaris van de gemachtigde en in het nasalaris van € 135,00, te vermeerderen met de kosten van betekening als betekening van het vonnis is gevolgd
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Engelbert-Clarenbeek en in het openbaar uitgesproken op 4 december 2024.