ECLI:NL:RBGEL:2024:9666

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 december 2024
Publicatiedatum
15 januari 2025
Zaaknummer
444370
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag van statutair directeur en vorderingen tot schadevergoeding en transitievergoeding

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Transcend Packaging B.V. Het geschil betreft het ontslag van [verzoeker] als statutair directeur en de vorderingen die hij heeft ingesteld tegen Transcend BV. Na verwijzing door de kantonrechter is de zaak door dezelfde rechter behandeld. [verzoeker] verzoekt de rechtbank om een billijke vergoeding, een transitievergoeding, betaling van een achterstallige bonus, en schadevergoeding voor niet-nakoming van bonusafspraken. Hij stelt dat zijn ontslag niet rechtsgeldig is, omdat er geen toestemming van het UWV is verkregen en hij geen 'echte' statutair bestuurder was. Transcend BV voert verweer en stelt dat [verzoeker] wel degelijk als statutair directeur was benoemd en dat de ontslagprocedure correct is gevolgd. De rechtbank oordeelt dat het ontslag van [verzoeker] als statutair directeur rechtsgeldig is en dat de arbeidsovereenkomst per 1 november 2024 is geëindigd. De rechtbank kent [verzoeker] een transitievergoeding toe van € 4.410,74 bruto en een pensioenbijdrage van € 6.335,52 bruto, maar wijst de overige vorderingen af. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer / rekestnummer: C/05/444370 / KG RK 24-877
Beschikking van 18 december 2024
in de zaak van
[verzoeker],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
advocaat: mr. M.C. de Jong,
tegen
TRANSCEND PACKAGING B.V.,
te Breda,
verwerende partij,
verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: Transcend BV,
advocaat: mr. S.A.M. van Steekelenburg.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
De beschikking van de kantonrechter van heden, waarin de zaak is verwezen naar deze kamer van de rechtbank. Zoals uit de beschikking blijkt is daaraan een mondelinge behandeling vooraf gegaan, gehouden op 13 november 2024. Hiervan zijn door de griffier aantekeningen gemaakt.

2.Het verzoek en het verweer

2.1.
[verzoeker] verzoekt de rechtbank om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Transcend BV te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van
€ 196.440,59 bruto, dan wel een in goede justitie door de rechter te bepalen billijke vergoeding, onder gelijktijdige verstrekking van een deugdelijke specificatie daarvan aan [verzoeker] ;
II. Transcend BV te veroordelen tot betaling van de wettelijke transitievergoeding van
€ 4.520,98 bruto, dan wel een in goede justitie door de rechter te berekenen
transitievergoeding, op grond van artikel 7:686a lid 1 BW te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 31 augustus 2024 tot aan de dag van volledige betaling, onder gelijktijdige verstrekking van een deugdelijke specificatie daarvan aan [verzoeker] ;
III. Transcend BV te veroordelen tot betaling van de achterstallige bonus van [verzoeker] van
€ 10.000,00 bruto, dan wel een in goede Justitie door de rechter te bepalen ander bedrag, onder gelijktijdige verstrekking van een deugdelijke specificatie daarvan aan [verzoeker] ;
IV. te verklaren voor recht dat Transcend BV aansprakelijk is voor de door [verzoeker] geleden en nog te lijden schade vanwege de niet-nakoming van de bonusafspraak, welke schade nader dient te worden opgemaakt bij staat en vereffend volgens de wet;
V. Transcend BV te veroordelen tot betaling van een voorschot op de schadevergoeding van
€ 94.938,00, dan wel een in goede justitie door de rechter te bepalen bedrag aan voorschot op schadevergoeding;
VI. Transcend BV te veroordelen tot betaling van de wettelijke rente over het voorschot op de schadevergoeding onder V. vanaf 26 juli 2024, dan wel vanaf 26 september 2024;
VII. Transcend BV te veroordelen tot betaling van de niet afgedragen pensioenstortingen van € 6.948,00 bruto onder gelijktijdige verstrekking van een deugdelijke specificatie daarvan aan [verzoeker] ;
VIII. Transcend BV te veroordelen in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder
begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskostenveroordeling vanaf twee weken na de in deze procedure te wijzen beschikking.
2.2.
[verzoeker] legt hieraan ten grondslag dat de opzegging niet rechtsgeldig is. Hij is een gewone werknemer en had minimale taken en werkzaamheden als directeur van Transcend BV. Er is geen geldige benoeming als directeur geweest en voor zover zou moeten worden aangenomen dat er wel een geldige benoeming is geweest, was hij slechts titulair directeur. De uitzondering van artikel 7:671 lid 1 aanhef en onder e BW doet zich hier dus niet voor, zodat Transcend BV toestemming van het UWV had moeten verkrijgen voordat de arbeidsovereenkomst opgezegd kon worden. Overigens betwist [verzoeker] ook dat de gestelde bedrijfseconomische omstandigheden zich voordoen, zodat de toestemming niet zou zijn gegeven. [verzoeker] berust in het ontslag, maar verzoekt wel aan hem de transitievergoeding en een billijke vergoeding toe te kennen. Daarnaast heeft [verzoeker] , naar zijn stellingen, recht op betaling van de toegezegde pensioenafdracht, uitbetaling van € 10.000,- voor het resterende gedeelte van de bonus en vergoeding van de te lijden schade, die verband houdt met de niet geleverde aandelen in Transcend Ltd.
2.3.
Transcend BV voert gemotiveerd verweer. Daarbij wordt onder meer aangevoerd dat [verzoeker] wel degelijk als statutair directeur is benoemd en als zodanig werkte, dat er geen recht is op het resterende gedeelte van de bonus en evenmin op overdracht van aandelen, alleen al omdat de KPI’s (key performance indicators) niet zijn behaald. Transcend BV heeft geen bezwaar tegen toewijzing van de gevorderde transitievergoeding en de niet betaalde pensioenpremie, maar komt daarvoor op lagere bedragen dan [verzoeker] .
Het verweer mondt uit in een tegenverzoek, waarbij Transcend BV de rechtbank verzoekt om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [verzoeker] te veroordelen tot (terug)betaling van het teveel betaalde salaris en autotoeslag, in totaal het netto equivalent van € 25.537,63 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum waarop de loondoorbetaling is geëindigd,
2. [verzoeker] te veroordelen in de proceskosten.

3.De beoordeling

3.1.
De procedure is verwezen in de stand waarin deze zich op dat moment bevond. Zoals met partijen tijdens de mondelinge behandeling is besproken, is de zaak na verwijzing om proceseconomische redenen aan de persoon van de rechter toebedeeld die de mondelinge behandeling als kantonrechter heeft gehouden, maar nu als rechter van de civiele kamer van de rechtbank zal beoordelen.
3.2.
Zoals uit de verwijzingsbeschikking blijkt, zijn partijen het er over eens dat op de arbeidsverhouding van partijen het Nederlands recht van toepassing is.
De vorderingen van [verzoeker] zijn primair gebaseerd op de stelling dat [verzoeker] geen ‘echte’ statutair bestuurder is, zodat voor het ontslag de weg had moeten worden gevolgd van toestemming van het UWV. Transcend BV betwist dit.
In de verwijzingsbeslissing is overwogen en voorlopig beslist dat [verzoeker] tot statutair directeur is benoemd. Hoewel deze beslissing van de kantonrechter na verwijzing niet bindend is voor de rechtbank, is er in dit geval geen aanleiding om op dit punt als civiele kamer anders te oordelen. Partijen hebben immers geen nieuwe of andere informatie verstrekt en hebben een oordeel gevraagd van dezelfde persoon van de rechter, zodat een ander oordeel op basis van dezelfde stellingen en stukken ook niet te verwachten is. Het in de verwijzingsbeschikking gegeven oordeel wordt daarom hier overgenomen.
3.3.
Vooropgesteld moet worden dat de relatie tussen partijen tweeledig was. Enerzijds een arbeidsrechtelijke relatie, waarin [verzoeker] ‘gewoon’ werknemer is, anderzijds is er een vennootschapsrechtelijke relatie, waarin hij statutair bestuurder is. De posities kunnen onafhankelijk van elkaar tot een einde komen ieder via de regels van het eigen juridisch regime. Voor de beoordeling van de vorderingen van [verzoeker] is allereerst van belang om vast te stellen welk ontslagbesluit heeft geleid tot het eindigen van welke positie.
3.4.
Transcend BV heeft op 25 april 2024 aan [verzoeker] geschreven:
“(…) It is with regret that following an operational team restructure within the Company, and conversations with yourself regarding the reduction in Industrial Straw business, your role will be made redundant.You are entitled under your contract of employment to a 3 months’ notice period and therfore your employment will terminate on Friday 26th July 2024. (…)”.De AVA heeft vervolgens op 30 juli 2024 besloten [verzoeker] als statutair directeur per direct te ontslaan en de arbeidsovereenkomst voor het overige te beëindigen per 1 november 2024, met inachtneming van de opzegtermijn.
3.5.
[verzoeker] stelt dat Transcend BV de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd per 26 juli 2024 via deze ‘notice’. Een tweede ontslag per 1 november 2024 is daarom niet mogelijk, want een beëindigde arbeidsovereenkomst kan niet nogmaals worden opgezegd.
Hij acht de opzegging van 25 april 2024 vernietigbaar wegens het ontbreken van voorafgaande toestemming door het UWV. Omdat hij geen statutair bestuurder is, is de uitzonderingssituatie van artikel 7: 671 lid 1 sub e BW niet van toepassing en had toestemming van het UWV verkregen moeten worden voor de opzegging. Hij heeft geen vertrouwen meer in een goede samenwerking en berust in de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Omdat de opzegging niet rechtsgeldig is heeft hij recht op toekenning van een billijke vergoeding. Daarnaast verzoekt hij betaling van de transitievergoeding.
3.6.
Transcend BV voert aan dat de arbeidsovereenkomst door haar inderdaad niet via de notice opgezegd kon worden, omdat [verzoeker] statutair bestuurder was en er dus voor zijn ontslag een besluit van de AVA nodig was. Zij had zich dit niet tijdig gerealiseerd. Na het versturen van de notice heeft [verzoeker] op deze fout gewezen en bij e-mail van 30 mei 2024 via zijn gemachtigde gesteld dat de opzegging niet rechtsgeldig is. Dat is terecht, zodat daarna alsnog een geldig ontslagbesluit is genomen door de AVA. Het einde van de arbeidsovereenkomst is daarin op 1 november 2024 gesteld, zij het dat [verzoeker] kennelijk in het verzoekschrift alsnog voor een einde per 26 juli 2024 kiest, aldus Transcend BV.
3.7.
Partijen zijn het er over eens dat de notice onvoldoende is voor een ontslag van [verzoeker] als statutair bestuurder, vanwege de formele eisen die artikel 2: 244 BW daaraan stelt. Volgens artikel 2:244 BW kan een bestuurder worden ontslagen door het orgaan dat bevoegd is tot benoeming. Dat is, in het geval van partijen, de AVA. Partijen zijn het er over eens dat aan de notice geen (formeel) besluit van de AVA ten grondslag lag.
In de e-mail van 30 mei 2024 heeft de gemachtigde van [verzoeker] aan Transcend BV geschreven:
“(…) A key requirement under Dutch law is that in a ‘redundancy’ situation such as this, the Company would be required tot either agree a termination agreement with Pascaal (…) or request permission from the (…) (UWV). Als this permission has not been obtained from the UWV, Pascal would therefore be entitled to reasonable compensation (…). Clearly Pascal has potential grounds for numerous claims against the company, including employment claims under Dutch law, and claims relating to paymen for his bonus and shares. However, the purpose of this email is to seek agreement and settlement of any potential claims under a settlement agreement (…)I urge to take advice on the Company’s Dutch law position, in order to confirm the points set out above. I look forward to hearing from you when you have considerd your position. (…)”
3.8.
Transcend BV heeft nadat zij op haar fout gewezen was een ontslagbesluit laten nemen door de AVA. [verzoeker] is in het voornemen hiertoe gekend en is op 19 juli 2024 uitgenodigd voor de vergadering van de AVA op 29 juli 2024 om hierover te worden gehoord. [verzoeker] heeft van die uitnodiging voor de AVA geen gebruik gemaakt. De AVA heeft op 29 juli 2024 besloten tot ‘dismissal of Mr [verzoeker] as statutorydirector and employee of Transcend Packaging BV’. Met inachtneming van de opzegtermijn is de arbeidsovereenkomst volgens Transcend BV geëindigd per 1 november 2024.
3.9.
Uit het voorgaande kan het volgende worden geconcludeerd.
Het ontslag van [verzoeker] als statutair bestuurder van Transcend BV is rechtsgeldig tot stand gekomen op 29 juli 2024 en heeft dus geleid tot het eindigen van de vennootschaps-rechtelijke positie.
Het opzeggen van de arbeidsrechtelijke relatie via de notice heeft uiteindelijk niet geleid tot het eindigen van de arbeidsovereenkomst. [verzoeker] heeft zelf aan Transcend BV voorgesteld een en ander te heroverwegen na een bestudering van het Nederlands recht. Transcend BV heeft deze suggestie gevolgd en is – vóór het in de notice genoemde einde van de arbeidsovereenkomst – tot een ander inzicht gekomen. Zij is niet langer uitgegaan van een (arbeidsrechtelijk) einde per 26 juli 2024 en is, mede om die reden, het salaris blijven doorbetalen, ook na die datum. De opzegging van een arbeidsovereenkomst is een eenzijdige rechtshandeling die in beginsel niet herroepen kan worden. Partijen kunnen echter wel overeenkomen deze rechtshandeling als niet-verricht te beschouwen en de werking daaraan te laten ontvallen. Uit de correspondentie en de feitelijke gedragingen van partijen wordt afgeleid dat zij dat hebben beoogd en ook daarnaar hebben gehandeld.
Dat [verzoeker] in de processtukken wel uitgaat van een einde per 26 juli 2024 is uiteraard te begrijpen vanuit zijn betwisting van de positie van statutair directeur.
3.10.
Met het besluit van de AVA van 29 juli 2024 is ook een eind gekomen aan de arbeidsrechtelijke relatie van partijen per 1 november 2024. Zoals in de vaste jurisprudentie van de Hoge Raad (de zogenoemde ‘15-april-uitspraken’) is beslist, heeft het eindigen van de functie van statutair bestuurder tevens het einde van de dienstbetrekking tot gevolg.
Een voorafgaande ontslagtoets door het UWV is niet aan de orde, gelet op het bepaalde in artikel 7:671 lid 1 sub e BW.
3.11.
[verzoeker] betwist dat ten tijde van het gegeven ontslag sprake was van een redelijke grond voor het ontslag en in het bijzonder dat er bedrijfseconomische omstandigheden waren die aanleiding konden zijn tot de herstructurering die de aandeelhouders voor ogen stond. Hij stelt dat (kort) ná het ontslagbesluit nieuwe aandeelhouders en/of investeerders zijn toegetreden en dat er geen onderbouwing is gegeven voor de gestelde noodzaak tot reorganisatie van de Straw-divisie en verval van zijn functie.
3.12.
[verzoeker] kan hierin niet worden gevolgd. In het aandeelhoudersbesluit is overwogen dat uitvoering gegeven wordt aan het voornemen tot ontslag van [verzoeker] , waarbij verwezen wordt naar de notice. Daarmee zijn de redenen, die aan het ontslagbesluit ten grondslag liggen kennelijk dezelfde als de in de notice genoemde redenen, die ook al eerder, op 4 april 2024, mondeling en per e-mail aan [verzoeker] zijn meegedeeld, namelijk bedrijfseconomische omstandigheden. In de notice is het omschreven als
‘operational team restructure within the Company’en
‘the reduction in Industrial Straw Business’. In de eerdere e-mail is het omschreven als
‘changes the Company needs to make within the Industrial Straw division’en
‘a significant reduction in both sales and income in the last twelve months, leading to a negative impact on the financial position of the Company which we need to address to ensure future financial stability and changes need to be made swiftly ans respectfully’en verder
‘One of the roles within the division we are looking to remove, will be that of Commercial Director, Industrial Straws.’.3.13. Zowel uit de eigen stellingen van [verzoeker] als uit de door Transcend BV overgelegde informatie en toelichting ter zitting blijkt, dat sprake was van een grote terugloop in de verkoop en inkomsten van de Straw-devisie. [verzoeker] stelt daar zelf over, in punt 50 van het verzoekschrift, dat er in het vierde kwartaal van 2023 een aanhoudend technisch kwaliteitsprobleem was, dat leidde tot veel klachten, een terugloop in de productie met 50%, het ‘on hold’ zetten van alle contracten met een grote klant, Refresco, en het niet kunnen werven van en verkopen aan nieuwe klanten.
Transcend BV heeft voldoende onderbouwd dat er in de eerste helft van 2024 sprake was van zodanig sterk teruglopende verkoopcijfers dat door haar de noodzaak werd gevoeld om direct in te grijpen in de organisatie. Voor zover er al sprake zou zijn van feiten of omstandigheden, zoals het toetreden van nieuwe aandeelhouders of investeerders, na het ontslagbesluit, is dat niet zonder meer van invloed op de beleidsvrijheid van Transcend Ltd. om desondanks tot (her)inrichting van haar bedrijf en de Straw-divisie over te gaan. Bovendien staat het aantrekken van investeerders niet in de weg aan toepassing van de redelijke grond van artikel 7:669 lid 3 sub a BW. Transcend Ltd. kon dan ook besluiten tot reorganisatie en daarbij de functie van Director Industrial Straw laten vervallen.
3.14.
De volgende vraag is, of Transcend (Ltd.) gehouden was tot herplaatsing van [verzoeker] in een andere functie. Dit hoort uiteraard aan de orde te komen bij de afweging van de AVA om tot ontslag over te gaan. Transcend BV stelt dat binnen Transcend Ltd geen herplaatsingsmogelijkheid was omdat [verzoeker] vanuit Nederland werkzaam was en het onderwerp niet met hem besproken kon worden. Zij wijst er op dat zij op 9 april 2024 in de mail waarin het ontslag werd aangekondigd, al aan [verzoeker] heeft gevraagd om argumenten om een ontslag te heroverwegen en ook later, in de mail van 23 april 2024, aan [verzoeker] heeft voorgesteld om nog gedeeltelijk aan te blijven als directeur van de BV of in gesprek te gaan over andere vragen, maar dat hierop geen inhoudelijke reactie van [verzoeker] is gekomen. [verzoeker] heeft dit niet weersproken en evenmin aangegeven welke herplaatsingsmogelijkheden er volgens hem concreet aan de orde hadden kunnen komen, zodat er vanuit moet worden gegaan dat deze er niet waren.
3.15.
Op grond van artikel 7:682 lid 3 BW kan aan de werknemer een billijke vergoeding worden toegekend als bij het (arbeidsrechtelijk) ontslag door de werkgever ernstig verwijtbaar is gehandeld of is gehandeld in strijd met artikel 7:669 BW. Dat is hier, gelet op het voorgaande, niet aan de orde. [verzoeker] maakt wel terecht aanspraak op de transitievergoeding. Transcend BV is ook bereid die te betalen. De enige vraag in dit verband is de vraag naar de juiste hoogte van die vergoeding. [verzoeker] heeft berekend dat het om € 4.520,98 bruto gaat, terwijl Transcend BV een vergoeding van € 4.221,90 berekend heeft.
Van belang is voor de berekening van de hoogte is allereerst wat de einddatum van de arbeidsovereenkomst is. [verzoeker] gaat in de berekening uit van de datum 26 juli 2024. Zoals hiervoor weergegeven is dat niet de juiste datum, maar moet worden uitgegaan van
31 oktober 2024.
3.16.
De berekeningen van partijen verschillen waar het gaat om het in de berekening te betrekken maandsalaris en in het bijzonder in de mate waarin een bedrag aan bonus in de berekening meegenomen moet worden. Daarom zal eerst dit deel van de vorderingen beoordeeld worden.
3.17.
In de arbeidsovereenkomst van [verzoeker] is over een bonus het volgende opgenomen:
‘(…)Bonus
23. A discretionary performance related bonus may be paid to the Employee (the “Performance Retafed Bonus”) of up to € 20,000 and subject to successfully achieving KPI’s to be determined within the next month. Such conditions as the Employer may in its absolute discretion determine from time to time taking into account specific key performance targets to be notified to the Employee within four weeks of commencing employment. (…)’
Het toekennen van een bonus is hierin gekoppeld aan het succesvol behalen van bepaalde resultaten. Vast staat dat er in de maand na het ondertekenen van de arbeidsovereenkomst geen aparte KPI’s tussen partijen zijn overeengekomen en evenmin op een later moment.
3.18.
[verzoeker] stelt dat Transcend BV in strijd heeft gehandeld met het goed werkgeverschap door het niet afspreken van KPI’s en dat het rechtsgevolg daarvan moet zijn dat de voorwaarden voor het verkrijgen van de bonus als vervuld moeten worden beschouwd, zodat hij recht heeft op de bonus van € 20.000,00. Transcend BV heeft de eerste helft daarvan ook uitbetaald terwijl geen KPI’s zijn vastgesteld, dus er is geen reden om de tweede helft niet te betalen, aldus [verzoeker] .
Transcend BV betwist dit. Zij gaat er van uit dat er wel KPI’s zijn afgesproken, maar dat deze al waren opgenomen in de functiebeschrijving en dus voorafgaand aan de ondertekening van de arbeidsovereenkomst al bekend waren. Daarom was er geen noodzaak om de KPI’s later vast te stellen. De in de functieomschrijving genoemde ‘
objectives’ moeten beschouwd worden als de KPI’s die in genoemd artikel 23 bedoeld zijn. Omdat [verzoeker] in elk geval de doelstelling
‘Take at least 2 significant new customers onboard (50 mio straws/year each volume) and maintain actual straw volume for 2023/2024’, niet heeft behaald, heeft hij geen recht op uitbetaling van de bonus. De betaling van eerste € 10.000,00 in oktober 2023 betreft een onverplichte betaling, die samenhangt met de te late loonbetalingen in de drie maanden daarvoor en de korte periode waarin [verzoeker] tot dat moment werkzaam geweest was, zodat bepaalde resultaten nog ‘in de pijplijn’ konden zitten, aldus Transcend BV.
3.19.
Uit de door partijen overgelegde stukken blijkt, dat [verzoeker] voor het aangaan van de arbeidsovereenkomst met Transcend (ltd) heeft onderhandeld over een aantal (financiële) arbeidsvoorwaarden. Op 20 maart 2023 is aan [verzoeker] de Job Description toegezonden, waarin een aantal ‘objectives’ is opgenomen, waaronder het door Transcend BV genoemde aantrekken van twee nieuwe, grote klanten. Later op die dag heeft [verzoeker] hierop geantwoord
‘I can agree with the job description, (…) I look forward to your package offer’.
In de e-mail van 24 maart 2023 heeft [verzoeker] vervolgens geschreven:
‘(…) I can agree on below agreed conditions:Fixed year Salary: Euro 95.000Flexibel Salary: Euro 20.000 ( 10.000 Euro to be paid per October 2023, 10.000 Euro to be paid per April 2024 – KPI’s to be defined later)(…)’.
Transcend BV heeft hierop gereageerd en bij de opmerking over het ‘flexible salary’ genoteerd
‘ok’.
Beide partijen gingen er op dat moment dus kennelijk van uit dat de KPI’s nog moesten worden vastgesteld. Als Transcend BV de intentie had gehad om de KPI’s gelijk te laten vallen met de objectives, dan had het immers voor de hand gelegen [verzoeker] daar op dat moment op te wijzen.
3.20.
Bij het betalingsverzoek van [verzoeker] voor de eerste helft van de bonus heeft hij aan Transcend BV geschreven
‘I think you can agree that quite a lot of new IS projects are now in progress and it will make more sense to have a final evaluation to discuss KPI’s and achieved results (…) around March 2024’, waarop Transcend BV op 12 september 2023 antwoordt
‘I think Gabriel extended the probation, so in theory this should be shifted, however we are both happy with your progress, so the first 10k euro we approve automatically. Please sent me and Gabriel your proposal of KPI’s for the next 10k Euro, before end of Sept. We need to agree those before Oct.’.Uit deze korte correspondentie komt naar voren dat beide partijen wisten dat de bonus resultaatsafhankelijk was en ook dat de concrete resultaten nog niet waren vastgesteld. Zowel [verzoeker] als Transcend BVgaan er immers van uit dat dit op een later moment nog gaat gebeuren, waarbij [verzoeker] zelf voorstelt dat in maart 2024 te doen, maar Transcend BV vraagt om een voorstel binnen enkele weken.
[verzoeker] heeft in antwoord op deze vraag op 19 september 2023 een e-mail gestuurd waarin hij schrijft: ‘
As requested you will find below and attached the objectives which were agreed to achieve in my first year. In the meantime all objectives are pending and I trust they can be achieved around April 2024.’.[verzoeker] heeft hier de objectives uit zijn job description bijgevoegd. Dit voorstel is door Transcend BV blijkbaar geaccepteerd, want geen van partijen heeft latere correspondentie hierover overgelegd. [verzoeker] mocht er dan niet op vertrouwen dat ook voor het tweede deel van de bonus geen nadere voorwaarden zouden worden gesteld. Zijn eigen voorwaarden, namelijk de doelen uit de job description zijn in onderling overleg als KPI’s overeengekomen. Het staat vast dat [verzoeker] die doelen niet allemaal heeft gehaald, zodat hij geen recht heeft op het tweede gedeelte van de bonus.
3.21.
Voor het berekenen van de transitievergoeding betekent dit dat met een bonus van
€ 10.000,00 rekening gehouden moet worden, zodat een gemiddeld maandbedrag van
€ 277,77 wordt meegenomen. De transitievergoeding komt dan met een jaarsalaris van
€ 90.000,00 met vakantietoeslag en met een einde van de arbeidsovereenkomst per
1 november 2024 uit op een bedrag van € 4.410,74 bruto.
3.22.
Het volgende discussiepunt betreft de vraag of [verzoeker] recht heeft op levering van aandelen in Transcend Ltd., danwel een schadevergoeding voor het niet kunnen verkrijgen daarvan. In de arbeidsovereenkomst is hierover opgenomen:
Employee Benefits
34. The Employee shall be a participant in the Company’s Enterprise Management Incentive Scheme or such other share option scheme as approved by the Board of Directors (a Share Option programme). The Employee shall receive shares to the equivalent value of £ 160.000 over a three year period at an option price of £ 5.50 per share subject to the achievement of KPI’s that have been determined to measure his success.
Ook dit onderwerp is een punt van onderhandeling geweest voorafgaand aan de indiensttreding door [verzoeker] . In het eerdergenoemde e-mailbericht van 24 maart 2023 heeft [verzoeker] bij zijn voorstel hierover opgenomen ‘
- 40.000 shares against a price of Euro 4.50 per share = Euro 180.000 Euro from Transcend Packaging (…).Dit is door Transcend (Ltd) in de reactie van diezelfde dag voorzien van het volgende commentaar
‘These are Stock Options and I target to assign to you 40,000 of them. The amount has to be confirmed by Transcend after the closure of the deal with our new investor (next week).’
Waar [verzoeker] dus in zijn voorstel is uitgegaan van het verkrijgen van aandelen is dat door Transcend niet geaccepteerd en is in het tegenvoorstel een aanbod gedaan voor Stock Options.
3.23.
Maar los van de vraag of het gaat om het recht om een hoeveelheid aandelen te verkrijgen (zoals [verzoeker] stelt) of het recht om tot aankoop van aandelen over te gaan tegen een vooraf vastgestelde prijs (zoals Transcend BV stelt), hebben partijen in de overeenkomst neergelegd dat er voorwaarden verbonden zijn aan de verkrijging, namelijk het behalen van bepaalde KPI’s en dat de manier waarop van het recht gebruik kan worden gemaakt is geregeld in een ‘Scheme’. Het enkele gebruik van de woorden ‘shall recieve’ in artikel 34 van de arbeidsovereenkomst ziet er, anders dan [verzoeker] meent, niet op dat vast staat dat [verzoeker] de aandelen sowieso zal ontvangen, maar moet gelezen worden in samenhang met de rest van de zin ‘shall recieve (…) subject to the achievement of KPI’s (...)’, terwijl in de eerdere zin al is genoemd dat het bezien moet worden binnen het in de organisatie gebruikelijke ‘Management Incentive Scheme’. Deze uitleg van de overeenkomst is het meest passend bij de eerder tussen partijen hierover gevoerde, beperkte, correspondentie. Dat [verzoeker] het Management Incentive Scheme niet heeft ontvangen is daarbij niet relevant. Gesteld noch gebleken is dat hij er naar heeft gevraagd, zodat Transcend BV er van uit mocht gaan dat een en ander voor hem op dat moment voldoende duidelijk was.
[verzoeker] heeft onvoldoende onderbouwd dat hij vanwege zijn prestaties recht heeft gekregen op aandelen of op het uitoefenen van het recht op het verkrijgen van aandelenopties. De vordering die daartoe strekt zal daarom afgewezen worden. De gevorderde schadevergoeding, die uitgaat van een onvoorwaardelijk recht op aandelen, ondergaat hetzelfde lot.
3.24.
Ten aanzien van de gevorderde pensioenstortingen heeft Transcend BV betaling toegezegd voor de niet afgedragen pensioenpremie. [verzoeker] stelt het op € 6.948,00 bruto, maar legt niet uit hoe hij aan dit bedrag komt. Hij verwijst naar een brief van Transcend BV van 25 april 2024, waarin is toegezegd dat over 13 maanden een pensioenbijdrage van ‘8% combined contributions before tax’ zal worden betaald. Transcend BV heeft in de procedure gesteld dat het om 13 maanden x € 395,97 gaat en berekent dit over de periode tot 26 juli 2024 op € 5.147,61 bruto. Uitgaande van het einde van het dienstverband per 1 november 2024 gaat het om een pensioenbijdrage van € 16 x € 395,97 = € 6.335,52.
De vordering is tot dat bedrag toewijsbaar.
3.25.
De tegenvorderingen van Transcend BV gaan uit van de veronderstelling dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd per 26 juli 2024. Zoals hiervoor aangegeven is de arbeidsovereenkomst niet per die datum geëindigd, maar per 1 november 2024. Er is dan geen grond voor toewijzing van de tegenverzoeken.
3.26.
De conclusie van al het voorgaande is, dat het aan [verzoeker] als statutair directeur en werknemer gegeven ontslag niet onrechtmatig is. Er is rechtsgeldig een einde gekomen aan de arbeidsovereenkomst per 1 november 2024. De gevorderde transitievergoeding zal worden toegewezen tot een bedrag van € 4.410,74 bruto en de vergoeding van de pensioenbijdrage tot een bedrag van € 6.335,52 bruto.
De gevorderde wettelijke rente over de transitievergoeding kan pas toegewezen worden vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf
1 december 2024.
De overige vorderingen van [verzoeker] zijn niet toewijsbaar. De tegenvorderingen van Transcend BV zijn evenmin toewijsbaar.
3.27.
Nu beide partijen op onderdelen in het ongelijk worden gesteld bestaat aanleiding de proceskosten te compenseren.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
veroordeelt Transcend BV tot betaling aan [verzoeker] van:
- een transitievergoeding van € 4.410,74 bruto, met de wettelijke rente daarover vanaf
1 december 2024,
- de pensioenbijdrage van € 6.335,52 bruto, met een deugdelijke bruto/netto specificatie,
4.2.
verklaart deze beschikking ten aanzien van de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
4.3.
compenseert de proceskosten, zodanig dat iedere partij de eigen kosten draagt,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Engelbert-Clarenbeek en in het openbaar uitgesproken op 18 december 2024.