Uitspraak
1.De procedure
- de nadere producties 20 tot en met 24 van [verzoeker] ,
- de nadere productie 41 van [verweerder] ,
2.De feiten
‘7. The Employee will be employed as Group Commercial Director Industrial Straw or such other role as the Employer considers appropriate.
‘(…)Employee Salary19. The Employee shall be paid a salary of € 90,000 per annum.
“1. To dismiss [verzoeker] as statutory director of the Company with effect from today; and2. To terminate the employment contract between the Company and [verzoeker] with due observance of the applicable notice periode, so that the employment contract ends on 1 November 2024.”.
3.Het verzoek en het verweer
I. [verweerder] te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van
€ 196.440,59 bruto, dan wel een in goede justitie door de kantonrechter te bepalen billijke vergoeding, onder gelijktijdige verstrekking van een deugdelijke specificatie daarvan aan [verzoeker] ;
€ 4.520,98 bruto, dan wel een in goede justitie door de kantonrechter te berekenen
€ 10.000,00 bruto, dan wel een in goede Justitie door de kantonrechter te bepalen ander bedrag, onder gelijktijdige verstrekking van een deugdelijke specificatie daarvan aan [verzoeker] ;
Het verweer mondt uit in een tegenverzoek, waarbij [verweerder] de kantonrechter verzoekt om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
1. [verzoeker] te veroordelen tot (terug)betaling van het teveel betaalde salaris en autotoeslag, in totaal het netto equivalent van € 25.537,63 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum waarop de loondoorbetaling is geëindigd,
2. [verzoeker] te veroordelen in de proceskosten.
Partijen zijn het er over eens dat de aanduiding ‘ [verweerder] NV ’ in artikel 8 van de arbeidsovereenkomst een verschrijving is en dat daarvoor ‘ [verweerder] BV ’ gelezen moet worden. [verweerder] stelt dat [verzoeker] haar statutair bestuurder was. In dat geval zou de zaak moeten worden voorgelegd aan de rechtbank. [verzoeker] zelf betwist dat hij in deze rol meer was dan een titulair bestuurderschap en acht de kantonrechter bevoegd.
Om verdere discussie hierover te voorkomen heeft [verweerder] aan [verzoeker] verzocht om een gezamenlijke keuze te maken voor de kantonrechter, als bedoeld in artikel 96 Rv. Gelet op de bewoordingen in de slotzin van artikel 2:241 BW
‘De zaken (…) worden niet behandeld en beslist door de kantonrechter.’is de bevoegdheid van de (kanton)rechter echter geen rechtsgevolg dat ter vrije bepaling van partijen staat, zodat toepassing van artikel 96 Rv om die reden niet mogelijk is. Van belang is dus om eerst te beoordelen of hier al dan niet sprake is van een geschil tussen een vennootschap en haar bestuurder, zodat over de bevoegdheid kan worden beslist.
[verweerder] stelt dat ten tijde van het aangaan van de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] sprake was van twee bestuurders van [verweerder] , namelijk de heren [naam 1] en [naam 2] . De director/CEO van [bedrijf 1] was en is de heer [naam 3] . De arbeidsovereenkomst van [verzoeker] is ondertekend door [naam 1] namens [bedrijf 1] . [verweerder] heeft een ‘Letter of Appointment for Directors of [verweerder] ’ overgelegd van 21 juni 2023, waarin is verklaard dat in een AVA van [verweerder] onder meer is ‘authorised’:
“ to remove [naam 2] as a Director of [verweerder] ,to Appoint [verzoeker] in his place as Director of [verweerder] ”.