ECLI:NL:RBGEL:2024:9741

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
5 maart 2025
Zaaknummer
05-332278-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedragsaanwijzing met contactverbod op grond van mishandeling

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 11 december 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een gedragsaanwijzing die aan verzoeker was opgelegd door de officier van justitie op 20 oktober 2024. De gedragsaanwijzing houdt in dat verzoeker zich niet mag ophouden op een specifiek adres en geen contact mag hebben met zijn echtgenote en kinderen, vanwege ernstige beschuldigingen van mishandeling en bedreiging. Verzoeker heeft aangevoerd dat deze maatregel buitenproportioneel is en zijn rechten op gezinsleven en zakelijke belangen schaadt. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen verzoeker, die verdacht wordt van mishandeling van zijn vrouw en kind, en dat de gedragsaanwijzing noodzakelijk is om de veiligheid van de betrokkenen te waarborgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedragsaanwijzing proportioneel is, ondanks de impact op verzoekers gezinsleven en werk. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij de handhaving van de gedragsaanwijzing voor een periode van 90 dagen is bevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
raadkamernummer : 24-028287
parketnummer : 05-332278-24
datum : 11 december 2024
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beroep op grond van artikel 509hh Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[verzoeker] ,

geboren op [geboortedag 1] 1980 te [geboorteplaats 1] (China),
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker.
Advocaat: mr. E.J.M.J. Damen, advocaat te Arnhem.

Feiten

Op 20 oktober 2024 heeft de officier van justitie aan verzoeker een gedragsaanwijzing gegeven. Deze gedragsaanwijzing houdt in dat verzoeker wordt bevolen zich niet op te houden op/aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] en zich te onthouden van contact met de volgende personen:
- [naam 1] , geboren op [geboortedag 2] 1984 te [geboorteplaats 2] , China,
- [naam 2] , geboren op [geboortedag 3] 2015 te [geboorteplaats 3] en
- [naam 3] , geboren op [geboortedag 4] 2018 te [geboorteplaats 4] .
De enige uitzondering is als door Veilig Thuis contactmomenten worden toegekend of voorgeschreven. Als daarvan sprake is, gelden de in de veiligheidsvoorwaarden genoemde contactmomenten als uitzondering op het contactverbod. Voor deze
contactmomenten is er wel uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Veilig Thuis nodig. In het geval dat Veilig Thuis de casus overdraagt aan een hulpverlenende instantie kan deze instantie, enkel in het kader van de hulpverlening aan verzoeker, schriftelijk toestemming geven om tijdelijk van dit contactverbod af te wijken.
In het kader van veiligheid en herstel kan Veilig Thuis zelf, dan wel een hulpverleningsinstantie aan wie de zaak is overgedragen, contact opnemen met het Openbaar Ministerie om te bespreken of de aanwijzing al dan niet aangepast of ingetrokken moet worden.
De gedragsaanwijzing geldt voor een periode van 90 dagen.

Procedure

Het beroep is op 29 oktober 2024 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 11 december 2024 het beroep in openbare raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft verzoeker, de advocaat en de officier van justitie op zitting gehoord. Verzoeker is voor vertaling door de tolk Chinees (Mandarin) L. Su.

Beroep

Het beroep richt zich tegen de beslissing van de officier van justitie van 20 oktober 2024 tot het opleggen van een gedragsaanwijzing
Namens verzoeker is aangevoerd dat de maatregel buitenproportioneel is omdat die maatregel ervoor zorgt dat verzoekers rechten aangaande zijn family life ex artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) worden beknot en ook zijn zakelijke leven op het spel komt te staan. Verzoeker heeft samen met zijn vrouw een bedrijf en daarvoor is het onontbeerlijk om contact te hebben. Zijn vrouw is eigenaar van het bedrijf en zij verzorgt de boekhouding. Verzoeker is voor zijn werk van haar afhankelijk en kan zijn werkzaamheden nu niet uitvoeren.
Daarnaast heeft ook de gemeente een verbod opgelegd voor 10 dagen, waarbinnen Veilig Thuis de situatie zou inventariseren. Niet valt in te zien waarom het Openbaar Ministerie, zonder nadere informatie, heeft besloten om een verbod van een dusdanig lange duur op te leggen zonder dat de instanties die daar daadwerkelijk zicht op kunnen houden en over kunnen adviseren zijn ingelicht en om inlichtingen zijn gevraagd. Om die reden acht verzoeker de motivering van de aanwijzing onvoldoende onderbouwd.
Verzoeker mist zijn vrouw en zijn kinderen en kan nu geen kerst en nieuwjaar vieren met zijn gezin. Ook wordt hem door het contact- en locatieverbod de gelegenheid ontnomen om met zijn vrouw te praten over wat er gebeurd is en hoe het tussen hen verder moet.
Pas op 6 januari 2025 is de behandeling van de strafzaak tegen verzoeker gepland. De verwachting van de advocaat is dat de zaak dan zal worden aangehouden omdat getuigen moeten worden gehoord. Handhaving van de gedragsaanwijzing zal betekenen dat verzoeker zijn vrouw en kinderen lange tijd niet kan zien en zijn werk niet kan doen.

Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het beroep ongegrond moet worden verklaard. Verzoeker wordt verdacht van drie feiten waarvoor ernstige bezwaren aanwezig zijn. Het zijn serieuze strafbare feiten in de familiaire sfeer. Bij huiselijk geweld gaat vaak een hele geschiedenis vooraf aan het doen van aangifte. De officier van justitie begrijpt dat het lastig is voor verzoeker dat hij niet bij zijn gezin kan zijn, maar het belang van het gezin moet ook worden behartigd. Doordat de reclassering is geïnformeerd en is benaderd om advies te geven, is de inbreuk op family life rechtmatig en gerechtvaardigd. Er is voldaan aan de wettelijke criteria. Verzoeker heeft de gedragsaanwijzing al twee keer overtreden.
Het staat de advocaat vrij om onderzoekwensen te doen in de strafzaak, maar de officier van justitie acht dat onvoldoende grond om de gedragsaanwijzing niet te handhaven. Uit de overleggen met ketenpartners komt ook naar voren dat het de wens is van de vrouw van verzoeker dat het contact- en locatieverbod gehandhaafd wordt.

Beoordeling

De rechtbank is bevoegd.
In de onderhavige procedure dient de rechtbank te beoordelen of is voldaan aan de wettelijke voorwaarden een aanwijzing betreffende het gedrag te geven, en zo ja, of de gedragsaanwijzing in dit geval proportioneel is.
De officier van justitie is op grond van artikel 509hh, eerste lid, aanhef en onder b, Sv bevoegd een verdachte tegen wie ernstige bezwaren bestaan een gedragsaanwijzing te geven in geval van verdenking van een strafbaar feit in verband waarmee vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens een persoon of personen.
Ernstige bezwaren.
De rechtbank is van oordeel dat aan de voorwaarden dat sprake is van een dergelijk strafbaar feit en dat tegen de verdachte voldoende ernstige bezwaren bestaan voldaan is.
Verzoeker wordt verdacht van mishandeling van zijn vrouw en kind en van bedreiging van zijn vrouw met enig misdrijf tegen het leven gericht. Dit zijn feiten in de huiselijke sfeer die van dermate ernstige aard zijn, dat ze het opleggen van de gedragsaanwijzing rechtvaardigen.
De ernstige bezwaren voor mishandeling van de zoon van verzoeker worden gevonden in de aangifte van zijn echtgenote dat verzoeker zijn zoon regelmatig heeft geslagen, de getuigenverklaring van [getuige] (buurvrouw) dat zij een incident heeft gezien waarbij verzoeker zijn zoon heeft geschopt en de verklaring van verzoeker bij de politie dat hij zijn zoon wel eens heeft geslagen of geschopt omdat de zoon naar zijn zus onder de douche keek.
De ernstige bezwaren voor de mishandeling van verzoekers echtgenote worden gevonden in haar aangifte die erop neerkomt dat verzoeker haar bij een ruzie over geld met gebalde vuist op haar hoofd heeft geslagen, de verklaring door verzoeker tegen de agenten bij aanhouding dat hij niet heeft geslagen maar met zijn vinger tegen haar hoofd heeft geduwd en het proces-verbaal van een van de agenten waarin de zoon van verzoeker kennelijk heeft gezegd dat hij heeft gezien dat zijn vader zijn moeder wel eens slaat.
De ernstige bezwaren voor de bedreiging van verzoekers echtgenote worden gevonden in de aangifte, in het proces-verbaal waarin staat dat de dochter tegen een van de agenten heeft gezegd dat zij heeft gehoord dat haar vader zei dat hij haar wat aan ging doen en de getuigenverklaring van de oppas die heft gehoord dat verzoeker tegen aangeefster heeft geroepen “ik maak je dood”, of woorden van gelijke strekking.
Proportionaliteit
De rechtbank acht handhaving van de gedragsaanwijzing noodzakelijk. Bij de toetsing of de opgelegde gedragsaanwijzing proportioneel is, gaat het om de mate waarin de vrijheid van de verdachte wordt beperkt in verhouding tot de ernst van het feit en de doeltreffendheid van de gedragsaanwijzing.
Verzoeker heeft aangevoerd dat hij wordt beperkt in de omgang met zijn gezin en in zijn werk. De rechtbank is gebleken dat de reclassering heeft geprobeerd om samen met verzoeker te onderzoeken welke mogelijkheden tot hulpverlening er zijn. Veilig Thuis is bij die bespreking aangesloten. Volgens de reclassering was daarbij sprake van weerstand bij verzoeker en heeft verzoeker ook geen hulpvraag geformuleerd. De reclassering is daarom voornemens om te rapporteren dat geen mogelijkheid wordt gezien voor begeleiding van verzoeker. Ook heeft de reclassering (kennelijk) het Openbaar Ministerie bericht dat het de wens van de vrouw van verzoeker is dat het contact- en locatieverbod wordt gehandhaafd. De rechtbank heeft geen aanwijzingen dat verzoeker zonder enige vorm van begeleiding op korte termijn tot enige gedragsverandering zal komen.
De rechtbank begrijpt de beslissing om de gedragsaanwijzing op te leggen om rust te creëren in het gezin. Hieraan doet niet af dat verzoeker in eerste instantie ook een huisverbod op grond van de Wet tijdelijk huisverbod heeft gekregen, nu dat bestuursrechtelijk traject en de onderhavige strafrechtelijke maatregel naast elkaar kunnen bestaan. Het opleggen van die gedragsaanwijzing is weliswaar een enorme ingreep in het privéleven van verzoeker, maar onder bepaalde omstandigheden mag het recht op gezinsleven worden beperkt. Gelet op de ernstige bezwaren tegen verzoeker, vindt de rechtbank dat een dergelijke beperking gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft niet het vertrouwen dat verzoeker niet in herhaling zal vallen als hij weer contact kan krijgen met zijn vrouw en kinderen. Er zal eerst een plan van aanpak moeten komen, waaraan zowel verzoeker als zijn echtgenote hun medewerking dienen te verlenen.
De rechtbank begrijpt ook dat voor de bedrijfsvoering overleg tussen verzoeker en zijn vrouw nodig is. In de huidige situatie kan dit overleg alleen plaatsvinden met tussenkomst van een derde. Veilig Thuis is de aangewezen instantie om ervoor te zorgen dat dit overleg kan plaatsvinden. Op die manier kunnen afspraken worden gemaakt. Het zakelijk belang van verzoeker maakt daarom niet dat het beroep gegrond verklaard moet worden.
Gebleken is dat verzoeker de gedragsaanwijzing (kennelijk) twee keer heeft overtreden. Ook dat is een reden om de gedragsaanwijzing te handhaven. De rechtbank kan bovendien niet vooruitlopen op wat op 6 februari 2025 op de strafzitting zal worden bepaald.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de gedragsaanwijzing voor de duur van 90 dagen disproportioneel is. De rechtbank zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door mr. Y.H.M. Marijs, rechter, in tegenwoordigheid van G.C.F.J. Derkx, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2024.