Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Gelderland op 24 april 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiser] en [gedaagde]. [Eiser] had een vordering ingesteld tegen [gedaagde], die als gerechtsdeurwaarder was ingeschakeld door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) om dwangbevelen te executeren die aan [eiser] waren opgelegd wegens Mulder overtredingen. [Eiser] betwistte de bevoegdheid van het CJIB en [gedaagde] om de sancties te innen en vorderde een schadevergoeding van € 7.500,00. De kantonrechter oordeelde dat het CJIB op grond van de wet bevoegd is om administratieve sancties op te leggen en te innen, en dat de dwangbevelen voldeden aan de wettelijke eisen. De vordering van [eiser] werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De rechter concludeerde dat er geen sprake was van onrechtmatig handelen door [gedaagde] en dat de vordering van [eiser] ongegrond was.