ECLI:NL:RBGEL:2024:9758
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot ontslag van bestuurder en vordering tot betaling door een individuele eigenaar
In deze zaak heeft de verzoekster, een individuele eigenaar van een appartement in een gebouw, verzocht om het ontslag van de verwerende partij, die als bestuurder van de Vereniging van Eigenaars (VvE) fungeert. De verzoekster heeft tevens gevorderd dat de verwerende partij wordt veroordeeld tot het inleveren van een bankpas en tot betaling van € 25.000,00. De procedure is gestart met een verzoekschrift en er heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden op 12 maart 2024. De uitspraak was aanvankelijk gepland voor 26 maart 2024, maar is uitgesteld naar 6 mei 2024 na een beslissing van de wrakingskamer.
De feiten van de zaak zijn als volgt: de verzoekster bewoont een appartement in een gebouw waar negen appartementen zijn. Het bestuur van de VvE bestaat uit de voorzitter en de verwerende partij, die de rol van secretaris/penningmeester vervult. De verzoekster heeft verzocht om het ontslag van de verwerende partij uit het handelsregister, wat wordt opgevat als een verzoek tot ontslag als bestuurder. De verzoekster heeft verschillende verwijten geuit tegen de verwerende partij met betrekking tot zijn handelen als bestuurder.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verzoek van de verzoekster niet ontvankelijk is, omdat zij haar verzoek had moeten richten tot de VvE en niet tot de verwerende partij. De rechter heeft vastgesteld dat er geen bewijs is dat de VvE zonder redelijke grond heeft geweigerd mee te werken aan het ontslag van de verwerende partij. Daarnaast is het verzoek tot betaling van € 25.000,00 afgewezen, omdat de verzoekster als individuele eigenaar niet bevoegd is om een dergelijke vordering in te stellen. De verzoekster is veroordeeld in de proceskosten van de verwerende partij, vastgesteld op € 543,00 aan salaris voor de gemachtigde.