ECLI:NL:RBGEL:2025:10075
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de tenuitvoerlegging van een vonnis in een burenconflict met betrekking tot bouwvergunningen en erfgrenzen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Gelderland op 28 oktober 2025, gaat het om een kort geding tussen twee buren, aangeduid als eisers en gedaagden, die in een nieuwbouwproject naast elkaar wonen. De eisers hebben een woning laten bouwen met uitkragingen die volgens een eerder vonnis van 3 september 2025 inbreuk maken op het eigendomsrecht van de gedaagden, omdat deze uitkragingen de erfgrens met ongeveer twee centimeter zouden overschrijden. De rechtbank had eisers veroordeeld om deze uitkragingen te verwijderen, maar eisers hebben in dit kort geding verzocht om schorsing van deze veroordeling totdat er in hoger beroep uitspraak is gedaan.
De voorzieningenrechter heeft de vordering tot schorsing beoordeeld aan de hand van de belangenafweging tussen eisers en gedaagden. Eisers hebben gesteld dat de verwijdering van de uitkragingen aanzienlijke kosten met zich meebrengt en dat het verwijderen van de afwerking zou leiden tot een koudebrug, wat de isolatie van hun woning zou aantasten. Gedaagden hebben het belang van hun eigendomsrecht benadrukt, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het belang van eisers bij het behoud van de huidige situatie zwaarder weegt dan het belang van gedaagden bij de onmiddellijke tenuitvoerlegging van het vonnis.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vordering van eisers toegewezen en de tenuitvoerlegging van het eerdere vonnis geschorst. Gedaagden zijn in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten van eisers vergoeden. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.