Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[eiser 1 in conv] ,
[eiser 2 in conv],
[eiser 3 in conv],
[eiser 4 in conv],
[eiser 5 in conv],
[eiser 6 in conv] ,
[eiser 7 in conv] ,
[eiser 8 in conv] ,
[eiser 9 in conv] ,
[eiser 10 in conv] ,
1.[gedaagde 1 in conv] ,
[gedaagde 2 in conv],
3.
[gedaagde 3 in conv],
4.
[gedaagde 4 in conv],
1.De procedure
2.De feiten
toevoeging rechtbank] kan worden afgeleid dat het gedeelte van [straatnaam 1] dat over de percelen van [gedaagden 1 en 2 in conv] en [gedaagde 3 in conv] loopt stilzwijgend bestemd is voor gemeenschappelijk gebruik. In dit licht is het dan ook aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat [straatnaam 1] in ieder geval vanaf 1982 bestemd is geweest voor gemotoriseerd verkeer en tot gemeenschappelijk gebruik diende voor de bewoners van [straatnaam 1] en dat aldus sprake is van een buurweg.
toevoeging rechtbank] ontvangt een sleutel van het hekwerk ten behoeve van incidentele openstelling alleen voor eigen gebruik.
3.Het geschil
- primair: eisers zal verbieden om op zijn percelen [kadastrale aanduiding 2] en [kadastrale aanduiding 3] met motorvoertuigen te rijden, of door hun bezoek, waaronder begrepen post- en bezorgdiensten, zal laten berijden, en - onder de voorwaarde dat komt vast te staan dat [straatnaam 1] geen openbare weg is voort voetgangers, fietsers en handkarren - tevens zal verbieden deze percelen voor dit gebruik te (laten) gebruiken, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per keer dat een van hen dat verbod overtreedt met een maximum van € 50.000,00 per eiser,
- subsidiair, voor zover de rechtbank zal oordelen dat er sprake is van een buurweg bestemd voor gemotoriseerd verkeer, eisers zal verbieden de doorgang te (laten) gebruiken door gemotoriseerd verkeer met een ledig gewicht van meer dan 1.500 kg en een breedte van meer dan 1,83 meter, en sneller dan 5 km per uur te rijden, op straffe van een dwangsom van € 250,00 per keer dat een van hen dat verbod overtreedt met een maximum van € 50.000,00 per eiser,
- met veroordeling van eisers is de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
- voor recht zal verklaren dat er geen sprake is van een buurweg van het eerste gedeelte welke over [straatnaam 1] loopt en welke genoegzaam bekend is bij partijen, en
- voorwaardelijk, indien de rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een buurweg, eisers zal verbieden om van de toegangsweg tot [straatnaam 1] gebruik te maken, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per overtreding per afzonderlijke eiser, tot een maximum van € 15.000,00 per afzonderlijke eiser.
- voor recht zal verklaren dat geen sprake is van een buurweg,
- eisers zal verbieden met gemotoriseerd verkeer gebruik te maken van perceel B 1117, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 per overtreding met een maximum van € 100.000,00 indien door een van eisers niet aan het verbod wordt voldaan,
- met veroordeling van eisers in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
- Loopt [straatnaam 1] vanaf [straatnaam 2] over de doorgang naar (de voet van) [straatnaam 3] of vanaf het einde van de doorgang (gezien vanuit [straatnaam 2] ) tot aan de (voet van [straatnaam 3] ?
- Waar liep de sloot? Was daar een brug? Zo, ja, sinds wanneer? Wanneer en waar is de duiker aangelegd? Waar ligt perceel [kadastrale aanduiding 12] ? Is de duiker/watergang eigendom van het waterschap?
- Hoe was [straatnaam 1] (het gedeelte van [straatnaam 1] waar eisers wonen) toegankelijk vanaf het begin van de vorige eeuw tot heden? Vanaf [straatnaam 2] ? Vanaf [straatnaam 3] ? En met welk vervoer (gemotoriseerd verkeer (auto, bestelbus, vrachtwagen), fiets, te voet)? Hoe is dat in de loop van de jaren veranderd?
- Waar liep het ‘olifantenpaadje’?
- Op welke wijze (met welk vervoer), door wie en met welke frequentie werd de doorgang gebruikt vanaf het begin van de vorige eeuw tot 1957?
- Is de doorgang een openbare weg voor fietsers en voetgangers? Zo ja, sinds wanneer?
- Wanneer is het verbodsbord voor gemotoriseerd verkeer geplaatst op de gevel van het pand aan [adres 1] en door wie?
5.De beslissing
24 december 2025voor het opgeven door eisers van de getuigen en van hun respectieve verhinderdagen, alsmede de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten op de dinsdagen, woensdagen en donderdagen in de maanden januari tot en met april 2026, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,
maar alleen indien eisers daarom op de onder 5.3. bedoelde roldatum hebben verzocht,naar de zesde rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken voor het nemen van een conclusie na niet gehouden getuigenverhoor aan de zijde van eisers, waarbij deze desgewenst ook het bewijs schriftelijk kunnen leveren,