ECLI:NL:RBGEL:2025:10295
Rechtbank Gelderland
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Klachtenprocedure over onvrijwillige zorg en de beoordeling van klachten ex art. 56c Wet zorg en dwang
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 18 november 2025 uitspraak gedaan in een klachtenprocedure over onvrijwillige zorg, ingediend door verzoeker, die verblijft in een zorginstelling van ’s Heeren Loo. Verzoeker heeft zes klachten ingediend met betrekking tot de toepassing van onvrijwillige zorgvormen, waaronder het afsluiten van de kamer, beperkingen in het ontvangen van bezoek, en het inleveren van persoonlijke bezittingen zoals zijn mobiele telefoon. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek, aangezien het verzoekschrift tijdig is ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder de verzoeker zelf en medewerkers van de zorginstelling. De rechtbank heeft de klachten beoordeeld en heeft enkele klachten gegrond verklaard, waaronder de klachten over het afsluiten van de kamer en de beperkingen op het gebruik van de mobiele telefoon. De rechtbank oordeelde dat de zorgaanbieder onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor de genomen maatregelen en dat deze niet in overeenstemming zijn met de vereisten van de Wet zorg en dwang. De rechtbank heeft de bestreden beslissing vernietigd voor de gegrond verklaarde klachten en heeft bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde beslissing. Voor de overige klachten heeft de rechtbank geoordeeld dat deze ongegrond zijn.