In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 14 november 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de maatregel terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging voor betrokkene, geboren in 1962. Betrokkene is sinds 1998 onder de maatregel geplaatst, die voor het laatst was verlengd op 6 december 2024. De officier van justitie heeft op 22 september 2025 verzocht om verlenging van de maatregel met één jaar, wat de rechtbank heeft overwogen in het licht van de psychische en somatische toestand van betrokkene. Tijdens de zitting op 31 oktober 2025 zijn verschillende partijen gehoord, waaronder de betrokkene zelf via videoverbinding, haar raadsman, een deskundige en de officier van justitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan meerdere persoonlijkheidsstoornissen en dat er onduidelijkheid is over haar somatische klachten, wat haar psychische instabiliteit verergert. De rechtbank concludeert dat de veiligheid van anderen een verlenging van de maatregel eist, omdat er momenteel te veel onduidelijkheid is over het vervolg van het behandeltraject. De rechtbank heeft daarom besloten de maatregel met één jaar te verlengen, met de opmerking dat dit niet betekent dat de dwangverpleging na dat jaar voorwaardelijk zal worden beëindigd.