ECLI:NL:RBGEL:2025:10631

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 december 2025
Publicatiedatum
9 december 2025
Zaaknummer
05.087801.25
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet door een militair

Op 8 december 2025 heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in de zaak tegen een 26-jarige militair, die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van een poging om cocaïne vanuit Curaçao naar Nederland te smokkelen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. De zaak kwam aan het licht toen op 13 februari 2025 op marinebasis Parera in Curaçao twee postpakketten en vijf enveloppen werden onderschept, die cocaïne bevatten. De verdachte had via de militaire postlijn de pakketten laten versturen naar de Van Braamhouckgeestkazerne in Doorn, waar hij zelf werkzaam was. De militaire kamer oordeelde dat de verdachte, door zijn functie als clerk, toegang had tot de persoonsgegevens van andere militairen en op die manier de postlijn van Defensie had misbruikt. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wist van de komst van de pakketten met cocaïne en dat hij samen met onbekende anderen had samengewerkt om deze smokkel te faciliteren. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de militaire kamer achtte de betrokkenheid van de verdachte voldoende bewezen op basis van de verzamelde bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen en digitale communicatie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/087801-25
Datum uitspraak : 8 december 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] te [woonplaats] .
Raadsman: mr. S. van der Eijk, advocaat in Delft.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 januari 2025 tot en met 13 maart 2025 te Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug en/of te Schiphol en/of Bunnik en/of ’s-Gravenhage en/of Rotterdam, althans in Nederland en/of op Curaçao, (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (vanuit Curaçao) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, ongeveer 1.712 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
- cocaïne heeft/hebben laten verbergen en/of verborgen in meerdere postpakketten/poststukken en/of enveloppen voorzien van Defensielogo en/of
- deze voornoemde postpakketten/poststukken en/of enveloppen (met cocaïne) via de militaire postlijn naar Nederland heeft/hebben laten versturen en/of verstuurd en/of
- ( online) heeft/hebben gezocht naar de prijzen dan wel de waarde van cocaïne en/of dit te delen met andere perso(o)n(en) en/of
- de namen van militairen, waarover verdachte en/of zijn mededader(s) vanuit zijn/hun functie kon beschikken, heeft/hebben doorgegeven aan andere perso(o)n(en) en/of zodat deze konden
worden gebruikt voor de adressering van de ontvanger(s) van de postpakketten/poststukken en/of enveloppen (met cocaïne) en/of
- zeer specifieke omschrijvingen van de postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) heeft/hebben gegeven en/of heeft/hebben aangegeven dat deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) uit een en/of dit te delen met andere perso(o)n(en) en/of
- de namen van militairen, waarover hij vanuit zijn functie kon beschikken, door te geven aan andere perso(o)n(en) en/of zodat deze konden worden gebruikt voor de adressering van de
ontvanger(s) van de postpakketten/poststukken en/of enveloppen (met cocaïne) en/of
- het geven van zeer specifieke omschrijvingen van de postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) aan een persoon, die deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met
cocaïne) uit een postkluis in de postkamer bij Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) en/of bureau BUCON op het kazerneterrein moest halen en mee naar zijn woning te nemen en/of
- die persoon te vragen om een pic/foto van deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) te sturen, zodat hij zelf kon zien om welke postpakketten/poststukken/enveloppen het ging en / of
- ( vervolgens) met deze persoon meermaals contact te onderhouden ten einde af te stemmen dat iemand deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) bij hem zou komen ophalen en/of
- te zorgen dat iemand bij die persoon deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) zou komen ophalen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
Eén of meer (andere) onbekend gebleven personen, in elk geval een ander dan verdachte, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 januari 2025 tot en met 13 maart 2025 te Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug en/of te Schiphol en/of Bunnik en/of ’s-Gravenhage en/of Rotterdam, althans in Nederland en/of op Curaçao tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door deze onbekend gebleven personen
voorgenomen misdrijf om (vanuit Curaçao) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen ongeveer 1.712 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde
lid van artikel 3a van die wet, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte, in of omstreeks de periode van 14 januari 2025 tot en met 13 maart 2025, in Doorn en/of Harskamp en/of Rotterdam, althans in Nederland en/of Sennelager, althans in Duitsland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door
-(online) te zoeken naar de prijzen dan wel de waarde van cocaïne en/of dit te delen met andere perso(o)n(en) en/of
- de namen van militairen, waarover hij vanuit zijn functie kon beschikken, door te geven aan andere perso(o)n(en)en/of zodat deze konden worden gebruikt voor de adressering van de
ontvanger(s) van de postpakketten/poststukken en/of enveloppen (met cocaïne) en/of
- het geven van zeer specifieke omschrijvingen van de postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) aan een persoon, die deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) uit een postkluis in de postkamer bij Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) en/of bureau BUCON op het kazerneterrein moest halen en mee naar zijn woning te nemen en/of
-die persoon te vragen om een pic/foto van deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) te sturen, zodat hij zelf kon zien om welke postpakketten/poststukken/enveloppen het ging en/of
-(vervolgens) met deze persoon meermaals contact te onderhouden ten einde af te stemmen dat iemand deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) bij hem zou komen ophalen
- te zorgen dat iemand bij die persoon deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) zou komen ophalen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 13 februari 2025 zijn op marinebasis Parera te Curaçao twee postpakketten en vijf enveloppen aangetroffen in de militaire postlijn. De dagtekening van de pakketten was 14 januari 2025. [2] De pakketten waren geadresseerd aan de navolgende personen:
1. MARN ALG [naam 1] (sealbag voorzien van nummer A0065731 );
2. SGT MARN ALG [naam 2] (sealbag voorzien van nummer A0065734);
3. MARN ALG [naam 3] (envelop);
4. SGT MARN ALG [naam 2] (envelop);
5. MARN ALG [naam 1] (envelop);
6. MARN ALG [naam 3] (envelop) en;
7. SM JR MARN ALG [naam 4] (envelop).
De geadresseerden zijn allen actief dienen Nederlands militair die al dan niet werkzaam zijn op de kazerne in Doorn en naar alle waarschijnlijkheid geen weet hadden dat er een poststuk op hun naam onderweg was vanuit Curaçao naar Doorn. [3] De vijf enveloppen bevatten allen het logo van de Koninklijke Marine [4]
Omdat de modus operandi overeenkwam met twee eerdere zendingen die in januari 2025 zijn onderschept, zijn de pakketten onderworpen aan een röntgenonderzoek. Nadat de postpakketten waren geopend bleek dat deze verdovende middelen als inhoud hadden. [5] Uit onderzoek is gebleken dat de pakketten in totaal netto 1.712 gram cocaïne bevatte. [6] In twee van de zeven pakketten is vervolgens plaatsbepalingsapparatuur geplaatst, waarna alle pakketten zijn overgebracht naar Nederland. Op 6 maart 2025 zijn de pakketten weer opnieuw ingebracht in de militaire postlijn. Tussen 6 maart 2025 en 13 maart 2025 bevonden de pakketten zich in de militaire postlijn. Op 13 maart 2025 zijn de pakketten aangekomen op het originele postadres: de Van Braamhouckgeest Kazerne in Doorn. [7] Nadat de pakketten enkele uren in hetzelfde gebouw bleven, kwamen ze om 15:15 uur in beweging. Om 16:00 uur bewogen de pakketten zich vervolgens richting de in/uitgang. Door leden van het onderzoeksteam
werd vastgesteld dat de postpakketten zich op exact dezelfde locatie bevonden als verdachte die zich op dat moment verplaatste in dezelfde richting als de postpakketten. Nadat verdachte is aangehouden, werd in zijn rugzak een vuilniszak aangetroffen. Daarin bleken de vooraf geprepareerde pakketten te zitten die vanuit Curaçao naar Nederland waren verstuurd. [8]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken, omdat uit het dossier niet volgt dat verdachte betrokkenheid heeft gehad bij het tenlastegelegde feit.
Beoordeling door de militaire kamer
Niet ter discussie staat dat via de militaire postlijn van Defensie vanuit marinebasis Parera op Curaçao 1.712 gram cocaïne – verpakt in postpakketten – naar de Van Braamhouckgeest kazerne in Doorn is verzonden, door deze postpakketten te richten aan mariniers die op dat moment niet (meer) werkzaam waren bij het [eenheid 2] op de kazerne in Doorn. De vraag die aan de militaire kamer voorligt, is of verdachte hier bij betrokken is geweest. De militaire kamer overweegt hierover als volgt.
Door de heer [naam 5] , van het Facilitair Bedrijf Defensie (verder: FBD), is verklaard dat bij hen de post voor Doorn aankomt. Als de post is gearriveerd wordt het gescheiden per eenheid (de militaire kamer begrijpt: per Raiding Squadron (RSQN)) en vervolgens wordt de post in de kluisjes van de eenheid gestopt. De post vanuit het buitenland en de normale post liggen door elkaar. De buitenlandse post is te herkennen aan de stickers van de Douane. [9]
Door medewerkers van bureau Bucon is verklaard dat het postproces bij FBD binnenkomt. Elke week wordt de post door een medewerker van bureau Bucon opgehaald bij het FBD. Bij het FBD moet dan eerst een sleutel worden opgehaald voor de postkluis. De post wordt daarna door de BUCON-medewerker verdeeld en naar de eenheden gebracht. Andere personen halen eigenlijk niet de post op voor de eenheid. Soms wordt de post gegeven aan de clerk (ook wel schrijver). [10]
Medeverdachte [medeverdachte] (verder: [medeverdachte] ) heeft verklaard dat hij clerk is bij het [eenheid 1] . [11] Het weekend vóór 13 maart 2025 had verdachte hem gevraagd om post voor hem op te halen, omdat hij zelf op oefening was. Verdachte had [medeverdachte] verteld hoe deze pakketten eruit zagen: verdachte verwachtte A4 formaat enveloppen en twee pakketten met ook het formaat van een A4, die leken op zakjes van Zalando. Deze pakketten zouden voor verdachte zijn en hij had [medeverdachte] gevraagd om de pakketten mee naar huis te nemen, waar hij ze zou komen ophalen. [12] [medeverdachte] is op 13 maart 2025 naar het FBD gelopen met een enveloppe van zijn Grootmajoor. Daar heeft hij de enveloppe ingeleverd en gelijk de post voor [eenheid 2] opgehaald. Bij het openen van de locker viel het [medeverdachte] gelijk op dat er vijf enveloppen van A4 formaat en ook twee zakken erin zaten, die aan de beschrijving van verdachte voldeden.
[medeverdachte] zag alles wat verdachte had beschreven. Er lag verder geen post in de locker. [medeverdachte] nam alles mee en is teruggelopen naar zijn werkplek, waar hij vervolgens alle pakketten in een vuilniszak en vervolgens in zijn rugzak heeft gestopt. [13] Nadat [medeverdachte] de post had opgehaald heeft hij via Snapchat een video naar verdachte gestuurd van ongeveer twee seconden. In deze video waren de pakketten heel kort te zien. De pakketten waren hier niet heel goed op te zien en verdachte vroeg hem of hij een duidelijkere foto of video kon sturen. Verdachte heeft [medeverdachte] specifiek gevraagd om deze pakketten mee naar huis te nemen. [14]
In de telefoon van [medeverdachte] is het volgende Snapchat gesprekken aangetroffen tussen [medeverdachte] en verdachte op 13 maart 2025. Omdat het gesprek in het Papiaments is gevoerd, is dit gesprek vertaald door twee beëdigde tolken. [15]
Verzender
Datum/tijd
Gespreksinhoud
Vertaling tolk 1
Vertaling tolk 2
[account 1]
14:17:14 (UTC+1)
Se
Ja
Ja
[account 1]
14:17:20 (UTC+1)
Pa sa si tur a yga
Om te weten of
alles
aangekomen is
Om te weten af
allemaal is
aangekomen
[account 2]
14:17:33 (UTC+1)
Fam nn t den tas
bruh
Familie ze zijn
in de tas joh
Fam, ze zijn in de
tas bruh
[account 2]
14:17:41 (UTC+1)
Mi t den kantoor
Ik ben in kantoor
Ik ben in kantoor
[account 1]
14:17:41
(UTC+1)
Awel figoo
Nou goed dan
Welnu is goed
[account 1]
14:17:46 (UTC+1)
Geen stress
Geen stress
Geen stress
[account 1]
14:27:09 (UTC+1)
Bai kunn, nan t
bin tuma nn serka
bo
Neem ze mee,
ze komen ze bij
jou ophalen
Neem ze mee, ze
komen ze bij je
halen
[account 2]
14:39:51
(UTC+1)
Kia dia?
Wanneer?
Welke dag?
[account 1]
14:40:00
(UTC+1)
Awe mes kai sigur
Bijna zeker
vandaag zelf
Ik zelf vrij zeker
[account 2]
14:40:10
(UTC+1)
Fgo laga mi sa
Goed laat het
me weten
Is goed, laat mij
weten
[account 1]
14:40:14
(UTC+1)
Se
Ja
Ja
[account 2]
14:40:48
(UTC+1)
Kualke ko nn
primi bel
1) Anders
drukken ze bel.
(aanbellen?)
2) Anders bellen
ze.
In geval drukken ze op de bel
[account 2]
14:40:55
(UTC+1)
No app mi mes
App mij niet
App me helemaal niet
[account 1]
14:41:03
(UTC+1)
Hhahaha komt gd
Hhhahah komt
goed
Haha komt goed
[account 1]
14:41:28
(UTC+1)
Ora bt rustig,
manda un pic di
nn tur pmi
Als je rustig
bent, stuur een
pic van ze
allemaal
voor/naar mij
Als je rustig ben,
stuur een pic van
ze allemaal voor
me
[account 2]
14:46:57
(UTC+1)
Fgo
Goed
Is goed
[account 2]
14:47:04
(UTC+1)
Ora mi yega kas
awoki
Als/wanneer ik
nu thuis kom
Nu als ik thuis
aankom
[account 1]
14:47:08
(UTC+1)
ON
ON/goed
On
Dit gesprek is niet gevonden op de telefoon van verdachte, omdat dat na de aanhouding van [medeverdachte] is verwijderd. [16]
De telefoon van verdachte is onderzocht. Hieruit is gebleken dat verdachte op 13 maart 2025 vanaf 16:38:25 (UTC+O) uur tot 22:25:10 (UTC+) actief aan het bellen was via Whatsapp, waarbij hij in totaal twintig gesprekken had. Naast het Whatsapp bellen, belt verdachte ook frequent via de normale wijze tussen 17:28:08 (UTC+1) tot 19:00:50 (UTC+1) uur, waarbij hij in totaal dertien gesprekken heeft.
Voorts zijn in de internetgeschiedenis op de telefoon van verdachte twaalf zoekresultaten gevonden op de term ‘cocaïne’:
- https://www.qooqle.com/search?q=kilo+cocaine+value+norway
- https://www.qQoqle.com/search?q=1+kilo=cocaine+priis+2024
- https://www.nationaledruqmonitor.nl/cocaine-priizen
- https://www.nationmaster.com/nmx/rankinq/cocaine-retail-prices
- https://www.qooqle.com/search?q=priis+cocaine+norweqen
- https://www.statista.com/statistics/731421/share-of-vounq-adults-usinq-cocaine-in-norwav-by-

qender

- https://insiqhtcrime.org/news/australia-new-zealand-world-most-expensive-cocaine-markets
- https://www.statista.com/chart/amp/18527/cocaine-retail-street-prices-in-selected-countries
- https://www.unodc.org/unodc/secured/wdr/Prices-Cocaine.pdf (13-02-2025)
- https://zinniahealth.com/substance-use/cocaine/costs
- https://www.wcoomd.org/en/media/newsroom/2014/september/record-seizure-of-cocaine-by-dubai-customs
- https://www.ibtimes.com/street-price-cocaine-across-globe-uae-has-highest-cost (04-06-2024)
Bij twee zoekresultaten was de achterliggende datum te achterhalen, bij de overige resultaten bleek dit niet mogelijk. [17]
Op 15 april 2025 is de werkplek van verdachte doorzocht. Bij deze doorzoeking is een A4 papier gevonden met de doordruk tekst. In het rapport wordt dit aangeduid als item B1:
“afzender: PCARIB/MICAR
Aan: SMJRMARNALG [naam 4]
Adres: van Braamhouckgeestkazerne
Postcode: Doorn
MPC: 56c
Datum: 13 januari 2025” [18]
De militaire kamer stelt allereerst vast dat de doordruktekst overeenkomt met de gegevens van de geadresseerde op het drugspakket dat op 22 januari 2025 op Curaçao is onderschept. [19]
Door het NFI is daarnaast handgeschreven tekst als de sporen op het doordrukschrift (B2-1 t/m B2-4) zichtbaar gemaakt. [20] De aangetroffen tekst op het doordrukschrift is vervolgens aan een handschriftonderzoek onderworpen, waarbij de tekst van het doordrukschrift vervolgens in groepen is verdeeld, op basis van onderlinge consistentie en samenhang. Dit heeft geleid tot een verdeling van groep 1 (bevattende: B1, B2-1, B2-2) en groep 2 (B2-4). [21] De tekst van deze twee groepen (het betwiste materiaal) is vergeleken met het referentiemateriaal, zijnde: een formulier van het Ministerie van Defensie met adresgegevens en contactpersonen bij noodgeval, een aanvraagformulier woon-werkverkeer met huisvesting van Defensie en een aanvraagformulier van het Ministerie van Defensie voor verlenging loondoorbetaling, allen ingevuld door verdachte. [22]
Bij het handschriftonderzoek zijn de volgende hypotheses geformuleerd:
Hypothese 1:het handschrift dat wordt toegeschreven aan [verdachte] is door [verdachte] zelf geschreven.
Hypothese 2:het handschrift dat wordt toegeschreven aan [verdachte] op het betwiste document is door iemand anders dan [verdachte] geschreven.
Door de onderzoekers is met betrekking tot groep 1 geconcludeerd dat de onderzoeksbevindingen iets waarschijnlijker (LR 2-10) zijn wanneer de hypothese H1 waar is, dan wanneer de contrahypothese H2 waar is. Deze bevindingen bieden enige ondersteuning voor de hypothese dat de betwiste handschriften uit groep 1 zijn geproduceerd door verdachte, dan door een ander persoon. [23]
Verdachte heeft verklaard dat (ook) hij werkzaam is als clerk, ook wel schrijver, bij het [eenheid 2] (Marine Combat Group), (maar dan bij het) [eenheid 3] . Als schrijver regelt hij alle administratieve zaken voor zijn eenheid. Hij kan hierdoor alle persoonlijke zaken inzien van heel Defensie. [24] Onder [eenheid 2] valt het [eenheid 4] . [25] Verder heeft verdachte verklaard dat hij de gebruiker is van de usernaam ‘ [account 1] ’ en dat medeverdachte [medeverdachte] de gebruiker is van usernaam ‘ [account 2] ’. [26] Verdachte had [medeverdachte] gevraagd of hij kon kijken of er spullen voor hem binnen waren gekomen. Hij denkt dat hij dit de week ervoor had gevraagd. [27] Op 13 maart 2025 stuurde medeverdachte [medeverdachte] aan verdachte een bericht op Snapchat, dat was heel kort, waardoor verdachte vroeg wat er allemaal binnen was. Op die ‘snap’ zag verdachte meerdere spullen en hij zag het 11e erop staan. Verdachte wilde een foto, zodat hij rustig kon zien wat medeverdachte [medeverdachte] allemaal had meegenomen, wat en voor wie. Dat iemand poststukken mee naar huis neemt is niet de normale werkwijze. [28]
Verdachte zag op het filmpje meerdere spullen. Toen hij goed ging kijken was het filmpje weg. Hij was op de schietbaan, dus het was kort en snel, waardoor hij het filmpje niet opnieuw heeft afgespeeld. Verdachte kon niet precies zien wat het precies was, maar hij dacht dat zijn diensttelefoon er misschien tussen zat. Hij heeft [medeverdachte] gevraagd alles mee naar huis te nemen. Hij zou die maandagochtend op de kazerne zijn, dus het of dan meenemen of meenemen naar de oefening. [29]
Conclusie:
Op basis van voorgaande bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat medeverdachte [medeverdachte] op 13 maart 2025 rond 15:15 uur post uit de postkluis bij FBD heeft gehaald. Deze postpakketten bevatten in totaal 1.712 gram cocaïne. Uit de Snapchatberichten volgt dat verdachte rond diezelfde tijd via Snapchat contact heeft met [medeverdachte] . Verdachte zegt [medeverdachte] dat hij de pakketten mee moet nemen, verzoekt hem een foto te sturen en zegt dat de pakketten bij [medeverdachte] thuis worden opgehaald. Blijkens de verklaring van [medeverdachte] heeft verdachte hem specifiek uitgelegd wat hij uit de postkluis mee moest nemen en heeft verdachte hem gezegd dat hij de pakketten mee naar huis moest nemen, dit terwijl verdachte wist dat dit niet mocht. Nadat [medeverdachte] om 16:00 uur is aangehouden heeft verdachte veelvuldig gebeld met anderen, dit terwijl hij naar eigen zeggen bezig was met een schietoefening.
De pakketten die door [medeverdachte] zijn opgehaald waren geadresseerd aan mariniers die werkzaam waren bij het [eenheid 3] of [eenheid 1] , maar niet (meer) werkzaam waren bij het [eenheid 2] op de kazerne in Doorn. Verdachte had vanuit zijn functie als clerk toegang tot alle personele gegevens van onder andere het 11e en 13 squadron. Op het bureau van verdachte is een doordrukschrift gevonden, met daarop een tekst die gelijk is aan het opschrift van de pakketten. Uit vergelijkend handschrift onderzoek is voorts gebleken dat het iets waarschijnlijker is dat het handschrift op het doordrukschrift kan worden toegewezen aan verdachte, dan aan een willekeurig ander persoon.
De militaire kamer is gelet op al het voorgaande – in onderlinge samenhang bezien – van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte wist van de komst van de pakketten met cocaïne vanuit de militaire kazerne op Curaçao, via de militaire postlijn naar de kazerne in Doorn.
Alternatief scenario
Dat verdachte zijn diensttelefoon verwachtte, blijkt volgens de militaire kamer voldoende uit het dossier, echter dat verdachte – zoals is aangevoerd – om die reden [medeverdachte] heeft gevraagd om te kijken of er post voor hem was acht de militaire kamer niet aannemelijk. Allereerst is het niet waarschijnlijk dat verdachte dit niet gewoon tegen [medeverdachte] , zijn beste vriend met wie hij dagelijks veelvuldig contact had, zou hebben gezegd. Verdachte heeft op geen enkel moment genoemd dat het om zijn diensttelefoon zou gaan. Daarnaast zag verdachte op het filmpje dat [medeverdachte] meerdere pakketten had gepakt. Desondanks heeft verdachte niet gezegd dat dit niet klopte en dat hij enkel zijn diensttelefoon verwachtte. Dit bezien in samenhang met alle andere bewijsmiddelen maakt dat de militaire kamer het door de verdediging aangevoerde alternatieve scenario niet geloofwaardig vindt en naast zich neerlegt.
Medeplegen
Aan verdachte is medeplegen ten laste gelegd. Voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde medeplegen is een bewuste en nauwe samenwerking vereist, die was gericht op het voltooien van het delict, in casu de poging tot het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne. De militaire kamer stelt vast dat bij dit delict een (onbekend gebleven) ander of anderen betrokken moet(en) zijn geweest, namelijk iemand die de drugs op Curaçao in de pakketten heeft gedaan en de pakketten vervolgens in de militaire postlijn heeft ingebracht, waarna de pakketten zijn onderschept. Verdachtes aandeel was er in elk geval in gelegen de pakketten op te (laten) halen. Om tot een dergelijk feit te komen, moet sprake zijn van een nauwe en bewuste samenwerking.
Conclusie
De militaire kamer is van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich samen met – onbekend gebleven – anderen heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van poging tot het invoeren van cocaïne in Nederland. De militaire kamer komt daarmee tot een bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde.
Voorwaardelijk verzoek
Door de raadsman is verzocht om de heer [getuige] te horen als getuige, indien de militaire kamer tot een bewezenverklaring komt. De militaire kamer acht het horen van de heer [getuige] niet van belang voor de beantwoording van de vragen van artikel 348/350 van het Wetboek van Strafrecht. Zoals hierboven is overwogen, twijfelt de militaire kamer niet aan de verklaring van verdachte dat hij daadwerkelijk een nieuwe diensttelefoon verwachtte. Informatie over hoe verdachte met de heer [getuige] samenwerkte is voorts niet van belang ten aanzien van het bewijs. De militaire kamer wijst het verzoek van de raadsman dan ook af.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
één ofmeer tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 14 januari 2025 tot en met 13 maart 2025 te Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug en
/ofte Schiphol en/of Bunnik en/of ’s-Gravenhage en/of Rotterdam, althans in Nederland en
/ofop Curaçao, (telkens) tezamen en in vereniging met één of meer anderen,
althans alleen,ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
(vanuit Curaçao
)opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen, ongeveer 1.712 gram,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
- cocaïne heeft/hebben laten verbergen en/of verborgen in meerdere postpakketten/poststukken en
/ofenveloppen voorzien van Defensielogo en/of
- deze voornoemde postpakketten/poststukken en
/ofenveloppen
(met cocaïne
)via de militaire postlijn naar Nederland heeft/hebben laten versturen en/of verstuurd en/of
-
(online
)heeft
/hebbengezocht naar de prijzen dan wel de waarde van cocaïne
en/of dit te delen met andere perso(o)n(en)en/of
- de namen van militairen, waarover verdachte en/of zijn mededader(s) vanuit zijn/hun functie kon beschikken, heeft/hebben doorgegeven aan andere perso(o)n(en) en/of zodat deze konden
worden gebruikt voor de adressering van de ontvanger(s) van de postpakketten/poststukken en/of enveloppen (met cocaïne) en/of
- zeer specifieke omschrijvingen van de postpakketten/poststukken/enveloppen
(met cocaïne
)heeft/hebben gegeven en/of heeft/hebben aangegeven dat deze postpakketten/poststukken/enveloppen
(met cocaïne
)uit een en/of dit te delen met andere perso(o)n(en) en/of
- de namen van militairen, waarover hij vanuit zijn functie kon beschikken, door te geven aan andere perso(o)n(en) en/of zodat deze konden worden gebruikt voor de adressering van de
ontvanger(s) van de postpakketten/poststukken en/of enveloppen (met cocaïne) en/of
- het geven van zeer specifieke omschrijvingen van de postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) aan een persoon, die deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met
cocaïne) uit een postkluis in de postkamer bij Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) en/of bureau BUCON op het kazerneterrein moest halen en mee naar zijn woning te nemen en/of
- die persoon te vragen om een pic/foto van deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) te sturen, zodat hij zelf kon zien om welke postpakketten/poststukken/enveloppen het ging en / of
- ( vervolgens) met deze persoon meermaals contact te onderhouden ten einde af te stemmen dat iemand deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) bij hem zou komen ophalen en/of
- te zorgen dat iemand bij die persoon deze postpakketten/poststukken/enveloppen (met cocaïne) zou komen ophalen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Primair:
Poging tot het medeplegen van het opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, strafbaar gesteld bij artikel 10 lid 5 van de Opiumwet.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat in vergaande mate rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij lijdt aan de ziekte van Crohn, wat een bepaalde mate van detentieongeschiktheid met zich meebrengt en daarnaast zal verdachte zijn baan bij Defensie verliezen bij een veroordeling. Door de raadsman is bepleit om een eventueel op te leggen gevangenisstraf te beperken tot de maximale duur van één jaar.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De militaire kamer heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging om cocaïne vanuit Curaçao binnen het grondgebied van Nederland te brengen, meer specifiek op de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn. Dit zijn op zichzelf al zeer ernstige feiten. Het is een feit van algemene bekendheid dat het gebruik van harddrugs zoals cocaïne een ernstige bedreiging voor de gezondheid van de gebruikers ervan vormt. Ook zorgen harddrugs maatschappelijk gezien voor veel schade en gaat de handel daarvan vaak direct of indirect gepaard met vele andere vormen van criminaliteit. Gelet op de eerdere zendingen, waarbij sprake was van een gelijke modus operandi, sluit de militaire kamer niet uit dat verdachte onderdeel uitmaakt van een veel groter geheel.
Verdachte verkeerde in een bijzondere positie vanwege zijn functie als clerk. Deze functie brengt een vergaande mate van vertrouwen vanuit Defensie in verdachte met zich mee. Verdachte beschikte over specifieke kennis van de militaire postlijn en specifieke kennis over welke militairen al dan niet meer in het [eenheid 3] en [eenheid 1] binnen [eenheid 2] in Doorn werkzaam waren. Daarbij heeft hij (met zijn mededaders) van juist die militairen de persoonsgegevens gebruikt in de wetenschap dat de post naar Doorn werd verstuurd maar in beginsel niet door deze personen zou worden ontvangen maar door verdachte of eventuele mededaders zou worden opgehaald. Het is dan ook zeer kwalijk te noemen dat verdachte met zijn handelen de militaire postlijn van Defensie heeft misbruikt voor kort gezegd cocaïnesmokkel. Dit is temeer kwalijk te noemen, omdat de feiten nota bene zijn gepleegd vanuit een gebied (Curaçao), waar de Koninklijke Marine onder andere actief is ter bestrijding van de drugscriminaliteit aldaar. De militaire kamer is van oordeel dat verdachte op deze manier op een ernstige manier misbruik heeft gemaakt van zijn positie en tegelijkertijd het vertrouwen dat in hem gesteld was door Defensie heeft beschaamd. Verdachte heeft kennelijk enkel uit winstbejag besloten deze feiten te plegen en heeft zich hierbij geen rekenschap gegeven van de schade die de samenleving, en Defensie in het bijzonder, hierdoor zouden kunnen leiden. Dit rekent de militaire kamer hem zwaar aan.
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie van 26 maart 2025 van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten als onderhavige.
De militaire kamer heeft tevens kennisgenomen van het reclasseringsadvies van 7 november 2025. Hieruit volgt dat de reclassering bij een veroordeling risico’s ziet op de leefgebieden dagbesteding, financiën en sociaal netwerk. Van psychische- en/of verslavingsproblematiek lijkt geen sprake te zijn. De reclassering acht het positief dat verdachte familie heeft om op terug te kunnen vallen en dat hij een alternatief plan heeft voor het geval hij niet terug kan keren bij Defensie. Het risico op recidive wordt door de reclassering ingeschat op laag. Hierbij wordt door hen betrokken dat verdachte de zes jaar voorafgaand aan onderhavig feit niet in beeld kwam met politie/justitie en dat sprake is van een overkoepelde stabiliteit. Gelet op het feit dat verdachte geen hulpvraag heeft, ziet de reclassering geen noodzaak tot het inzetten van interventies. Zij adviseren dan ook om een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Gelet op het voorgaande – waarbij de LOVS-oriëntatiepunten mede in acht worden genomen – is de militaire kamer van oordeel dat slechts een langdurige gevangenisstraf passend en geboden. De militaire kamer zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen die gelijk is aan de gevangenisstraf die door de officier van justitie is geëist. De militaire kamer ziet in de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waaronder de ziekte van Crohn, geen aanleiding om verdachte detentieongeschikt te achten.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De militaire kamer:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. R.M.H. Pennings rechter en kapitein-ter-zee (LD) mr. J.L. Wesstra, militair lid, in tegenwoordigheid van L. Willems en L.H. Hoogenbergen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 december 2025.
mr. J.L. Wesstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, opgemaakte proces-verbaal, onderzoek 27DORODONG/27FBI250001, gesloten op 8 oktober 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal, p. 279-290.
3.Proces-verbaal aanvraag doorzoeking ter inbeslagneming, p. 118-199.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 312.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 312.
6.Proces-verbaal van overname, weging, testten en opsturen van monsters naar het laboratorium, p. 708-721 en rapport afdeling toxicologie & geneesmiddelenonderzoek, p. 722-723.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 312-313.
8.Proces-verbaal van aanhouding verdachte, p. 184-185.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 809.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 807-808.
11.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte, p. 813.
12.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte, p. 818.
13.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte, p. 823-825.
14.Proces-verbaal van verhoor medeverdachte, p. 853.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 351-353 en proces-verbaal van bevindingen, p. 517-518.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 517-518.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 523-524.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 510.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 953-964.
20.Rapport NFI, p. 727-734.
21.Rapport Eurofins hanschriftvergelijking, p. 766-780.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 748-761.
23.Rapport Eurofins hanschriftvergelijking, p. 766-780.
24.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 884-885.
25.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 914.
26.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 933-934.
27.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 915.
28.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 933-934.
29.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 943-944.