In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 19 december 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die sinds 2007 onder deze maatregel valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de behandeling van de betrokkene in een impasse verkeert, voornamelijk omdat hij behandelmoe is en rust zoekt in een longstay-voorziening. De officier van justitie heeft gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, terwijl de raadsvrouw van de betrokkene pleitte voor een beperking van de verlenging tot één jaar. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat een verlenging van één jaar niet zal bijdragen aan een versnelling van de noodzakelijke stappen en dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van twee jaar vereist. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de diagnose van de betrokkene, die lijdt aan verschillende stoornissen, en het recidivegevaar dat aanwezig is. De rechtbank heeft besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en het advies van de kliniek.