In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 februari 2025 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die met elkaar gehuwd waren. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en daarbij nevenvoorzieningen getroffen met betrekking tot de zorg voor de minderjarige kinderen en alimentatie. De man en de vrouw hebben samen twee kinderen, en de rechtbank heeft vastgesteld dat de man € 373 per kind per maand aan kinderalimentatie moet betalen. De vrouw heeft verzocht om een hogere kinderalimentatie, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen en de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 826 per kind per maand. De rechtbank heeft ook de draagkracht van beide ouders beoordeeld en vastgesteld dat de man een netto besteedbaar inkomen heeft van € 5.708 per maand, terwijl de vrouw een netto besteedbaar inkomen heeft van € 3.505 per maand. De rechtbank heeft de partneralimentatie vastgesteld op € 724 per maand, te betalen door de man aan de vrouw, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de vrouw gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking in de echtelijke woning mag blijven wonen. De rechtbank heeft de proceskosten verdeeld, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan door rechter C.M. Koopman en is openbaar uitgesproken op 13 februari 2025.