ECLI:NL:RBGEL:2025:1712

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer: 05-283735-24

Datum uitspraak : 3 maart 2025

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte],

geboren op [geboortedag 1] 1989 in [geboorteplaats] ,

zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,

op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] in [plaats 1] .

raadsman: mr. D. Kotterman, advocaat in Arnhem.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 augustus 2024 tot en met 14 augustus 2024 te [plaats 2] en/of [plaats 3] , in elk geval in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag 2] 2015), (telkens)

heeft verworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (plegen van strafbare activiteiten) (sub 2) en/of
die [slachtoffer 1] door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4) en/of
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 6°),

immers heeft verdachte

die [slachtoffer 1] vervoerd en/of gebracht en/of medegenomen en/of begeleid naar/in de [slachtoffer 2] , gevestigd op het [adres 1] te [plaats 2] ( ZD003 ) en/of de [slachtoffer 3] gevestigd aan de [adres 2] ( ZD006 ) te [plaats 2] en/of de [slachtoffer 4] gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 3] ( ZD004 ) en/of
in de [slachtoffer 2] gevestigd aan het [adres 1] te [plaats 2] samen met die [slachtoffer 1] voornoemde winkel betreden en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 1] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 1] gemaakt (over weg te nemen goederen en/of winkelmedewerkers en/of klanten en/of om instructies te geven) en/of
die [slachtoffer 1] één of meerdere nicotineproduct(en) en/of één of meerdere fles(jes) sinas en/of fanta en/of één of meerdere broek(en) en/of deodorant mee laten nemen en/of laten stelen door die [slachtoffer 1] een rugzak aan te geven en/of
zelf een linnen tas gepakt en/of en voornoemde producten in voornoemde tas(sen) gestopt en/of die [slachtoffer 1] voornoemde producten aan laten rijken en/of in de tas(sen) laten stoppen
vervolgens voornoemde tas(sen) aan [slachtoffer 1] overgedragen, waarna hij verdachte, een winkelmedewerker aansprak zodat die [slachtoffer 1] voornoemde winkel kon verlaten zonder voor voornoemde producten te betalen en/of
in de [slachtoffer 4] gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 3] samen met die [slachtoffer 1] voornoemde winkel betreden en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 1] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 1] gemaakt (over weg te nemen goederen en/of winkelmedewerkers en/of klanten en/of om instructies te geven) en/of
die [slachtoffer 1] een tas aangewezen die die [slachtoffer 1] vervolgens pakt en/of
samen met die [slachtoffer 1] , althans alleen, één of meerdere nicotineproducten en/of speelgoed gepakt en/of (vervolgens) voornoemde producten met die [slachtoffer 1] in voornoemde tassen gestopt en/of die [slachtoffer 1] vast laten pakken en/of die [slachtoffer 1] één of meerdere instructie(s) gegeven en/of
zich nog opgehouden in voornoemde winkel terwijl hij die [slachtoffer 1] de winkel liet verlaten zonder voornoemde producten te betalen en/of
in de [slachtoffer 3] gevestigd aan de, [adres 2] te [plaats 2] samen met die [slachtoffer 1] voornoemde winkel betreden en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 1] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 1] gemaakt (over weg te nemen goederen en/of winkelmedewerkers en/of klanten en/of om instructies te geven) en/of
die [slachtoffer 1] één of meerdere instructie(s) gegeven en/of die [slachtoffer 1] een tas laten pakken en/of zelf een tas gepakt en/of samen met die [slachtoffer 1] (om de beurt) een of meerdere nicotineproducten in voornoemde tassen gedaan en/of beide tassen aan die [slachtoffer 1] gegeven en/of (vervolgens) zich nog opgehouden in voornoemde winkel en/of een winkelmedewerker aansprak, terwijl hij die [slachtoffer 1] de winkel liet verlaten zonder
diverse van voornoemde winkeldiefstal(len) afkomstige goederen onder zich gehouden en/of
bij de hierboven genoemde diefstallen misbruik gemaakt van de vertrouwens- en gezagsrelatie ten opzichte van die [slachtoffer 1] en/of misbruik gemaakt van de volgzaamheid en/of meegaandheid van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 1] binnen de afhankelijkheidsrelatie van (stief)vader en/of verzorger en kind op een dwingende en/of indringende en/of sturende wijze verbale en/of non-verbale instructies gegeven gericht op het ontvreemden van goederen en/of aldus aangezet en/of gedwongen tot

terwijl die [slachtoffer 1] een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt en/of terwijl die [slachtoffer 1] een persoon in en kwetsbare positie was (lid 3 sub 2), terwijl verdachte de (stief) vader en/of verzorger en/of begeleider is van die [slachtoffer 1] ;

2.
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 augustus 2024 tot en met 17 augustus 2024 te [plaats 2] en/of [plaats 3] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

één of meerdere stuks menthol mondspray en/of
één of meerdere stuk(s) nicotine mondspray mint en/of
één of meerdere doosje(s) nicotine zuigtabletten en/of
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 25 mg en/of
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 15 mg en/of
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 10 mg en/of
deobodyspray van het merk Axe en/of
een of meerdere spijkerbroek(en) en/of
een tas en/of
één of meerdere blikje(s) en/of flesje(s) fanta

(allen weggenomen bij de [slachtoffer 2] gevestigd aan het [adres 1] te [plaats 2] ter waarde van ongeveer 895 euro in totaal) ( ZD003 ), en/of

één of meerdere doosje(s) Nicorette pleisters 15 mg en/of
één of meerdere stuk(s) Nicorette mondspray mint en/of
één of meerdere doosje(s) Nicorette pleisters 10 mg en/of
één of meerdere stuk(s) Nicorette mondspray menthol 1 mg

(allen weggenoen bij de [slachtoffer 3] , gevestigd aan de [adres 2] te [plaats 2] )( ZD006 ) en/of

één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 15 mg en/of
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 10 mg en/of
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 25 mg en/of
één of meerdere stuks speelgoed en/of
één of meerdere stuk(s) Nicorette mondspray menthol 1 mg en/of
een (weekend) tas

(allen weggenomen bij de [slachtoffer 4] , gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 3] ( ZD004 ) en/of
in elk geval één of meerdere goederen, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , gevestigd op [adres 1] te [plaats 2] en/of [slachtoffer 3] gevestigd aan de [adres 2] te [plaats 2] en/of [slachtoffer 4] gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3.
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 augustus 2024 tot en met 3 september 2024 te [plaats 4] en/of [plaats 5] en/of [plaats 6] en/of [plaats 7] en/of [plaats 8] en/of [plaats 9] en/of [plaats 10] en/of [plaats 11] , in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 5] (geboren [geboortedag 3] 2008),
(telkens)

heeft verworven en/of vervoerd en/of overgebracht en/of gehuisvest en/of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting (plegen van strafbare activiteiten, sub 2) en/of
die [slachtoffer 5] door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik van een kwetsbare positie heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 5] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (sub 4) en/of
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 5] (sub 6°),

immers heeft verdachte

die [slachtoffer 5] (telkens) vervoerd en/of gebracht en/of medegenomen en/of overgebracht en/of begeleid naar/ in de [slachtoffer 6] , gevestigd op de [adres 4] , [plaats 4] (zaak 11) en/of de [slachtoffer 7] , gevestigd op de [adres 5] te [plaats 5] (zaak 12) en/of de [slachtoffer 8] , gevestigd op [adres 6] te [plaats 6] (zaak 13) en/of de [slachtoffer 9] gevestigd op [adres 7] te [plaats 9] (zaak 14) en/of de [slachtoffer 10] , gevestigd op de [adres 8] te [plaats 8] (zaak 15) en/of de [slachtoffer 11] , gevestigd op [adres 9] te [plaats 8] (zaak 16) en/of de [slachtoffer 12] , gevestigd op de [adres 10] te [plaats 7] (zaak 17) en/of de [slachtoffer 13] gevestigd op de
in de [slachtoffer 6] gevestigd aan de [adres 4] te [plaats 4] (zaak 11) die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 5] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 5] gemaakt (en/of één of meerdere tas(sen) aangetikt en/of (vervolgens) die [slachtoffer 5] die tas(sen) laten pakken en/of [slachtoffer 5] de aangewezen goederen laten pakken en/of deze goederen in voornoemde tas(sen) laten stoppen en/of (vervolgens) voornoemde
in de Kruidvat gevestigd op de [adres 5] te [plaats 5] (zaak 12) die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en/of die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 5] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 5] gemaakt en/of voornoemde goederen in (een) tas(sen) gestopt en/of laten stoppen en/of die [slachtoffer 5] met voornoemde tas(sen) voornoemde winkel uit laten lopen zonder voor voornoemde producten te (laten) betalen en/of
in de [slachtoffer 8] , gevestigd op [adres 6] te [plaats 6] (zaak 13) die [slachtoffer 5] instructies gegeven en/of éen of meerdere goed(eren) aangewezen en/of die [slachtoffer 5] Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar aangegeven en/of laten pakken en/of voornoemde goederen in (een) tas(sen) gestopt en/of laten stoppen en/of die [slachtoffer 5] met voornoemde tas(sen) voornoemde winkel(s) uit laten lopen zonder voor voornoemde producten te (laten) betalen en/of
in de [slachtoffer 9] gevestigd op [adres 7] te [plaats 9] (zaak 14) die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 5] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 5] en/of die [slachtoffer 5] Oral B opzetborstels laten pakken en/of voornoemde goederen in een tas laten stoppen en/of voornoemde tas aan die [slachtoffer 5] overgedragen en/of die [slachtoffer 5] met voornoemde tas voornoemde winkel(s) uit laten lopen zonder voor voornoemde
in de [slachtoffer 10] , gevestigd op de [adres 8] te [plaats 8] (zaak 15) die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en/of die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 5] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 5] gemaakt en/of die [slachtoffer 5] Oral B tandenborstels en/of opzetborstels laten pakken en/of die [slachtoffer 5] voornoemde goederen in voornoemde tas laten stoppen en/of die [slachtoffer 5] met voornoemde tas voornoemde winkel(s)
in de [slachtoffer 11] , gevestigd op [adres 9] te [plaats 8] (zaak 16), die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en/of die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 5] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 5] gemaakt en/of die [slachtoffer 5] Oral B (opzet)borstels laten pakken en/of voornoemde goederen in een tas laten stoppen en/of die [slachtoffer 5] met voornoemde tas voornoemde winkel uit laten lopen zonder voor voornoemde
in de [slachtoffer 12] , gevestigd op de [adres 10] te [plaats 7] (zaak 17) die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 5] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 5] gemaakt en/of die [slachtoffer 5] Oral B (opzet)borstels en/of Oral B producten laten pakken en/of voornoemde goederen in een tas laten stoppen en/of die [slachtoffer 5] met voornoemde tas voornoemde winkel uit laten lopen zonder voor voornoemde producten te (laten) betalen en/of
in de [slachtoffer 13] gevestigd op de [adres 11] te [plaats 11] (zaak 18) die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en/of die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 5] gebleven en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 5] gemaakt) en/of die [slachtoffer 5] Oral B (opzet)borstels en/of Oral B producten laten pakken en/of voornoemde goederen in een tas laten stoppen en/of meegekeken welke goederen die [slachtoffer 5] in zijn tas stopte en/of die [slachtoffer 5] met voornoemde tas voornoemde winkel uit laten lopen zonder voor voornoemde producten te (laten) betalen en/of
in de [slachtoffer 14] gevestigd op de [adres 12] te [plaats 10] (zaak 19) die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en/of die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en/of (telkens) in de nabijheid van die [slachtoffer 5] gebleven en/of die [slachtoffer 5] in de gaten gehouden en/of aanwijzingen gegeven en/of oogcontact met die [slachtoffer 5] gemaakt en/of die [slachtoffer 5] Oral B (opzet)borstels en/of Oral B producten laten pakken en/of voornoemde
diverse van voornoemde winkeldiefstal(len) afkomstige goederen onder zich gehouden en/of
bij bovengenoemde diefstallen misbruik gemaakt van de vertrouwens- en gezagsrelatie ten opzichte van die [slachtoffer 5] en/of
misbruik gemaakt van de volgzaamheid en/of meegaandheid van die [slachtoffer 5] en/of
die [slachtoffer 5] binnen de afhankelijkheidsrelatie van familielid (oom-neef) een dwingende en/of indringende en/of sturende wijze verbale en/of non-verbale instructies gegeven gericht op het ontvreemden van goederen en/of aldus aangezet en/of gedwongen tot diefstal,

terwijl die [slachtoffer 5] een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog
niet heeft bereikt en/of terwijl die [slachtoffer 5] een persoon in en kwetsbare
positie was (lid 3 sub 2);

4.
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 31 augustus 2024 tot en met 3 september 2024 te [plaats 4] en/of [plaats 5] en/of [plaats 6] en/of [plaats 7] en/of [plaats 8] en/of [plaats 9] en/of [plaats 10] en/of [plaats 11] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen,

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1874 euro) en/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1561 euro) en/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1370 euro) en/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1802 euro) en/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 904 euro) en/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 2768 euro) en/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1925 euro) en/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1761 euro) en/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1311 euro)

in elk geval één of meerdere goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan

Kruidvat, gevestigd op de [adres 4] , [plaats 4] en/of

Kruidvat, gevestigd op de [adres 5] te [plaats 5] en/of

Kruidvat, gevestigd op [adres 6] te [plaats 6] en/of

Kruidvat, gevestigd op de [adres 10] , [plaats 7] en/of

Kruidvat, gevestigd op [adres 9] te [plaats 8] en/of

Kruidvat, gevestigd op de [adres 8] te [plaats 8] en/of

Kruidvat gevestigd op [adres 7] te [plaats 9] en/of

Kruidvat gevestigd op de [adres 12] te [plaats 10]

Kruidvat gevestigd op de [adres 11] te [plaats 11]

in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

5.
Hij op één of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 23 juni 2024 tot en met 4 juli 2024 te [plaats 2] en/of [plaats 12] en/of [plaats 13] en/of [plaats 14] en/of [plaats 15] in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen,

één of meerdere stuks Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van ongeveer 207 euro) (ZD121) en/of

één of meerdere stuks Nicorette anti-rookwaar (waaronder doosjes nicotine pleisters en/of mondspray en/of kauwgum, ter waarde van ongeveer 1276 euro) (ZD122) en/of

één of meerdere stuks opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van ongeveer 1600 euro) (ZD123) en/of

één of meerdere stuks Braun scheerkoppen en/of scheermessen (ter waarde van ongeveer 2150 euro) (ZD126)

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels (ter waarde ongeveer 884,73 euro) (ZD131) en/of Nicorette pleisters (ter waarde van 520 euro) (ZD132) en/of

één of meerdere stuks anti-rookwaar (waaronder doosjes nicotine pleisters en/of mondspray en/of kauwgum en/of zuigtabletten, ter waarde van ongeveer 1615 euro) (ZD136)

in elk geval één of meerdere goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan

[slachtoffer 15] , gevestigd op het [adres 13] te [plaats 2] (ZD121) en/of

[slachtoffer 16] , gevestigd op de [adres 14] te [plaats 2] (ZD122) en/of

[slachtoffer 17] , gevestigd op het [adres 15] te [plaats 12] (ZD123) en/of

[slachtoffer 18] , gevestigd op de [adres 16] te [plaats 13] (ZD126) en/of

[slachtoffer 19] gevestigd op [adres 17] te [plaats 14] (ZD131 en ZD132)

[slachtoffer 20] , gevestigd op de [adres 18] (ZD136)

in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs^[1]

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Verdachte verbleef in de periode van 23 juni 2024 tot en met 3 september 2024 in Nederland. Vanaf 24 augustus 2024 verbleef hij met zijn partner en twee kinderen, waaronder zijn destijds negenjarige zoon [slachtoffer 1] , in een stacaravan op [camping] in [plaats 16] .^[2][slachtoffer 5] en zijn vader [naam 1] verbleven in de naastgelegen stacaravan.^[3]In voornoemde periode zijn veelvuldig diefstallen gepleegd bij winkels van [slachtoffers] , waar verdachte telkens bij betrokken is geweest.^[4]

Bewijsmiddelen

Winkeldiefstallen in de periode van 13 augustus 2024 tot en met 14 augustus 2024

Aangever heeft verklaard dat op 13 augustus 2024 bij de [slachtoffer 2] aan het [adres 1] in [plaats 2] een winkeldiefstal heeft plaatsgevonden. Een man en een kind van tussen de 7 en 10 jaar oud komen samen de winkel binnen. De man pakt een deodorant. Daarna pakt hij een rugzak en geeft hem aan het kind, zelf pakt hij uit de textiel meter een linnen tas en gaat naar het geneesmiddelen vak. Daar stopt hij nicotine producten in de linnen tas. Het kind pakt een spijkerbroek en sinas. Samen gaan ze naar het snoep vak en daar stopt de man de sinas in de tas. Het kind gaat naar het geneesmiddelen vak en pakt ook nicotine producten. Deze geeft hij aan de man, dit doet hij twee keer. De man geeft de tas aan het kind en hij gaat naar het geneesmiddelen vak en spreekt een medewerker aan. Daarna gaat hij naar buiten. Het kind loopt via het eerste pad daarna de winkel uit met de tas met goederen. De schade bedraagt € 895,00.^[5]

Op de camerabeelden van 13 augustus 2024 is te zien dat een man en een jongen van tussen de 7 en 10 jaar oud de winkel inlopen. De man haalt met zijn rechterhand een donker cilindervorming product uit het schap. Even later is te zien dat de jongen drie gele flesjes met blauwe doppen vasthoudt. Hij houdt ook een lichtblauw kledingstuk vast. De man houdt in zijn linkerhand een witte tas met zwarte bedrukking vast. De man wijst met een open hand naar de jongen en de jongen overhandigt de gele flesjes aan de man. De man stopt ze in een witte tas. De jongen komt opnieuw bij de man en heeft zijn handen vol producten. De man doet de tas open en de jongen laat de spullen in de tas vallen. Vervolgens geeft de man de tas aan de jongen. De tas is gevuld tot aan de hengels. De jongen loopt richting de uitgang van de winkel en blijft aan het einde van een gangpad stilstaan. Hij draait zijn hoofd in de richting van de kassa. Vervolgens loopt de jongen verder en draait zijn hoofd nogmaals richting de kassa. Vervolgens verlaat hij in versnelde pas de winkel.^[6]

Aangeefster heeft verklaard dat op 14 augustus 2024 bij de [slachtoffer 3] aan de [adres 2] in [plaats 2] een winkeldiefstal heeft plaatsgevonden. Er komt een man met een jongetje van tussen de 8 en 10 jaar oud binnen en zij stelen om de beurt de Nicorette. Eerst de man en later rooft het jongetje de rest terwijl de man een collega bij de kassa afleidt. Ze hebben een tas uit de winkel meegenomen om de spullen in te doen.^[7]

Op de camerabeelden van 14 augustus 2024 is te zien dat een man en een jongen van rond de 7 jaar oud omstreeks 12:57 uur de [slachtoffer 3] inlopen. De man draagt een beige tas en stopt meerdere keren allerlei goederen in deze tas. De jongen heeft een donkere tas in zijn handen en loopt naar het schepsnoep. De jongen zit even later gehurkt voor het medicijn schap en pakt zoveel mogelijk goederen uit het schap. Vervolgens loopt hij gebukt met alle goederen in de richting van het schap met schepsnoep waar de man ook staat. De jongen doet de goederen in de beige tas van de man. De man geeft de tas aan de jongen. De jongen verlaat de winkel met een beige tas in zijn handen en loopt met versnelde pas naar rechts. De man verlaat de winkel even later met niks in zijn handen.^[8]

Aangever heeft verklaard dat op 14 augustus 2024 bij de [slachtoffer 4] aan de [adres 3] in [plaats 3] een winkeldiefstal heeft plaatsgevonden. Een man en een kind van tussen de 7 en 10 jaar oud komen samen de winkel binnen. Ze pakken een tas uit het schap in een gangpad. Vervolgens wacht het jongetje achter een stelling en loopt de man richting de geneesmiddelen. Hij pakt daar een aantal Nicorette producten uit het schap, loopt terug naar het jongetje en daar doen zij het in de tas. De man loopt nog een keer naar het schap, pakt wat en loopt terug. Vervolgens lopen ze naar het speelgoedschap en pakken daar twee artikelen uit het schap, de jongen loopt met de tas en losse artikelen via het eerste gangpad de winkel uit. De man loopt via de kassa zonder producten en loopt naar buiten zonder af te rekenen. De schade bedraagt

€ 653,00.^[9]

Op de camerabeelden van 14 augustus 2024 is te zien dat een man en een jongen van tussen de 7 en 10 jaar oud omstreeks 14:10 uur de [slachtoffer 4] inlopen. De jongen loopt achter de man aan en ze kijken naar artikelen in het schap. De man kijkt om zich heen. Vervolgens kijkt hij naar de jongen en dan raakt hij een panterprint bigshopper aan. De man loopt weg en de jongen pakt de panterprint bigshopper en loopt achter de man aan. De man maakt een gebaar met zijn handen naar de jongen. De jongen loopt naar het gangpad met schepsnoep en blijft daar staan met de panterprint bigshopper in zijn hand. De man loopt richting het schap met medicijnen en pakt goederen uit het schap. Dan loopt hij naar de jongen en de jongen houdt de tas open, zodat de man de goederen erin kan stoppen. De man verricht nogmaals dezelfde handeling en stopt wederom de goederen in de tas. De jongen verlaat de winkel met een bigshopper tas met daarop panterprint opdruk. Als hij de winkel uit is, begint hij te rennen. Even later verlaat ook de man de winkel.^[10]

Verdachte heeft verklaard dat hij met zijn negenjarige zoontje, [slachtoffer 1] , in meerdere [slachtoffers] verschillende goederen heeft meegenomen zonder te betalen. Hij heeft verklaard dat hij tegen zijn zoontje zei dat hij alvast met de spullen naar de auto moest gaan, zodat hij kon afrekenen. Vervolgens verliet ook hij de winkel zonder te betalen.^[11]

Winkeldiefstallen in de periode van 31 augustus 2024 tot en met 3 september 2024

Op 31 augustus 2024 is aangifte gedaan van negen verschillende diefstallen die zijn gepleegd in de periode van 31 augustus 2024 tot en met 3 september 2024, waarbij goederen (Oral-b opzetborstels en Nicorette producten) zijn weggenomen met een totale waarde van € 15.276,00. Aangever heeft verklaard dat op de foto’s van de camerabeelden die zijn opgevraagd een man en een mogelijk minderjarige jongen te zien zijn.^[12]

In de aanvullende verklaring van aangeefster ten aanzien van de diefstallen in [slachtoffers] in [plaats 7] , [plaats 6] , [plaats 5] en [plaats 8] heeft aangeefster verklaard dat de diefstallen telkens door een man en een jongen werden gepleegd en dat de jongen ongeveer 14 jaar oud was.^[13]

Op de camerabeelden van [slachtoffer 4] in [plaats 4] van 31 augustus 2024 omstreeks 12:10 uur is te zien dat een man en een jongen achter elkaar de winkel binnen komen lopen. De man loopt voorop en pakt een winkelmandje en de jongen loopt achter de man aan naar binnen met zijn handen in zijn zakken. De man en de jongen staan stil bij de tandverzorgingsproducten en de man wijst de bovenste rij met Oral-B producten aan en zijn vinger en arm bewegen van rechts naar links. Hij maakt oogcontact met de jongen. Vervolgens lopen ze naar het eind van het gangpad. De man tikt met zijn winkelmand de tassen onderaan het rek aan en loopt verder. De jongen pakt een beige kleurige tas onderaan het rek en daarna stopt hij stapels Oral-B verpakkingen in de tas. De man pakt heel veel groene doosjes uit het schap en stopt ze in zijn winkelmand. Even later stopt hij de goederen vanuit zijn winkelmand in de binnenzak van zijn jas. Op de beelden is voorts nog te zien dat de man terug komt lopen naar de jongen met een gevulde winkelmand. Hij zegt iets tegen twee vrouwen die daar ook staan en schermt vervolgens de jongen af zodat de jongen de producten in de tas kan stoppen.^[14]

Op de camerabeelden van de [slachtoffer 7] in [plaats 5] van 31 augustus 2024 is te zien dat twee mannen kort na elkaar binnen komen, waarvan één buiten bij het tassenrek een tas pakt. De mannen worden herkend als de verdachte [verdachte] en [slachtoffer 5] . Ze lopen gezamenlijk naar de mondhygiëne, waar [verdachte] achterom kijkt en oogcontact met [slachtoffer 5] maakt. [verdachte] loopt vervolgens door. [slachtoffer 5] pakt enkele verpakkingen opzetborstels en stopt deze in de tas. [verdachte] en [slachtoffer 5] treffen elkaar in het gangpad haaks op de mondhygiëne. Vervolgens loopt [verdachte] naar de opzetborstels, stopt meerdere verpakkingen in zijn mandje en loopt terug naar hetzelfde gangpad als waar [slachtoffer 5] staat. Hij stopt de opzetborstels in zijn geprepareerde jas. Daarna loopt hij terug naar de antirookwaren en pakt alle groene verpakkingen uit de schappen. Tijdens het lopen richting de uitgang stopt hij deze verpakkingen in zijn geprepareerde jas. De mannen verlaten kort na elkaar de winkel.^[15]

Op de camerabeelden van de [slachtoffer 8] in [plaats 6] van 31 augustus 2024 is te zien dat twee mannen binnen komen lopen en ondertussen pakt één van hem een tas van het draairek buiten. De jongere man loopt met de oudere man naar de tandenborstels. De jongere man blijft bij de tandenborstels staan en begint Oral-B producten in zijn tas te stoppen. De oudere man loopt door naar gangpad 3 en begint Nicotinell producten in een leeg mandje te leggen en stopt deze vervolgens in de binnenzakken van zijn jas. Vervolgens loopt hij naar de jongere man en gaat bij hem staan. De jongere man pakt nog een aantal producten uit het schap als de oudere man naast hem staat en dan verlaten ze samen de winkel.^[16]

Op de camerabeelden van de [slachtoffer 9] in [plaats 9] van 2 september 2024 is te zien dat de verdachte [verdachte] en een jongen (die sterke gelijkenissen vertoond met [slachtoffer 5] ) kort na elkaar de winkel binnen komen. De jongen heeft een lege beige tas bij zich. [verdachte] pakt verschillende goederen uit het schap met gezondheidsproducten en stopt deze in weg onder zijn jas. Op een gegeven moment staan [verdachte] en de jongen samen in een gangpad en draait [verdachte] zijn hoofd om richting de jongen en lijkt het erop dat hij tegen de jongen praat. [verdachte] blijft nog kort bij de jongen staan en loopt dan weg. De jongen zet de beige tas op de grond en doet de rits van de tas dicht. De tas zit inmiddels vol met producten. De jongen hangt de tas over zijn schouder en loopt achter [verdachte] aan de winkel uit.^[17]

Op de camerabeelden van de [slachtoffer 10] aan de [adres 8] in [plaats 8] van 2 september 2024 is te zien dat de verdachte [verdachte] en een jongen (die sterke gelijkenissen vertoond met [slachtoffer 5] ) kort na elkaar de winkel binnen komen lopen. De jongen pakt buiten van het tassenrek een tas en loopt daarmee de winkel in. De jongen pakt een aantal opzetborstels uit het schap en stopt deze in zijn tas. Even later komt [verdachte] met zijn winkelmand hetzelfde gangpad inlopen. De jongen pakt dan nog een paar opzetborstels en stopt ze in zijn tas. [verdachte] kijkt op dat moment naar de jongen. Kort daarna stopt [verdachte] de producten uit zijn winkelmandje in de binnenzak van zijn jas. Terwijl hij dat doet pakt de jongen ook producten van het schap en doet deze in zijn tas. [verdachte] heeft steeds oogcontact met de jongen. [verdachte] en de jongen verlaten vervolgens samen de winkel.^[18]

Op de camerabeelden van de [slachtoffer 11] aan [adres 9] in [plaats 8] van 2 september 2024 is te zien dat de verdachte [verdachte] en de jongen (die sterke gelijkenissen vertoond met [slachtoffer 5] ) kort na elkaar de winkel binnen gaan. De jongen was voor de winkel bezig bij de winkelrekken. Hij liep met een beige tas in zijn hand de winkel in. Te zien is dat beiden om zich heen kijken en oogcontact met elkaar hebben. [verdachte] en de jongen nemen allebei goederen weg en stoppen deze in de kleding dan wel in de tas. [verdachte] verlaat de winkel en enkele meters achter hem verlaat de jongen met een beige tas in zijn handen de winkel.^[19]

Op de camerabeelden van de [slachtoffer 12] op de [adres 10] in [plaats 7] van 2 september 2024 is te zien dat een oudere man en een jonge jongen kort na elkaar de winkel binnen komen. De man pakt een winkelmandje en de jongen komt met een lege lichtkleurige tas de winkel binnen. De jongen pakt verpakkingen uit de schappen en legt deze op andere schappen. Vervolgens is hij te zien met een gevulde tas. De man pakt goederen uit het schap en stopt deze in zijn jas. De man en de jongen hebben vervolgens oogcontact. De man loopt met een tas of iets dergelijks richting de uitgang en direct daarna loopt ook de jongen met een volle tas richting de uitgang.^[20]

Op de camerabeelden van de [slachtoffer 13] op de [adres 11] in [plaats 11] van 3 september 2024 is te zien dat de verdachte [verdachte] en [slachtoffer 5] kort na elkaar de winkel binnen komen lopen. [slachtoffer 5] pakt eerst buiten een beige tas van het rek en loopt dan naar binnen. [verdachte] houdt [slachtoffer 5] en de omgeving continu in de gaten. Dit doet hij door oogcontact te zoeken met [slachtoffer 5] , tegen hem te praten en bij hem in de buurt te blijven wanneer er andere mensen in het gangpad komen waar [slachtoffer 5] staat. [verdachte] houdt ook zichtbaar de medewerker van de [slachtoffer 13] in de gaten en kijkt veelvuldig om zich heen.^[21]

Op de camerabeelden van de [slachtoffer 14] in [plaats 10] van 3 september 2024 is te zien dat de verdachte [verdachte] en de jongen (met sterke gelijkenissen met [slachtoffer 5] ) kort na elkaar de winkel binnen komen lopen. [verdachte] neemt meerdere doosjes, vermoedelijk Nicorette weg die hij onder zijn jas stopt. De jongen loopt via de ingang zonder tas de winkel binnen en pakt in de winkel een gele tas uit het schap. Te zien is dat de jongen vermoedelijk opzetborstels in de gele tas stopt terwijl [verdachte] naar de jongen kijkt. De mond van [verdachte] beweegt waardoor het lijkt dat hij de jongen instructies geeft van wat hij moet doen/pakken. Beiden verlaten de winkel zonder te betalen.^[22]

Verdachte heeft verklaard dat hij dacht dat [slachtoffer 5] 19 was, omdat [slachtoffer 5] hem een rijbewijs heeft laten zien. Hij kende de vader van [slachtoffer 5] via vrienden, zij stonden tegelijkertijd op de camping [camping] in [plaats 16] en gingen samen vissen. Verdachte heeft verklaard dat hij samen met [slachtoffer 5] en zijn vader naar de winkels reed om de diefstallen te plegen. De vader van [slachtoffer 5] was niet zichtbaar, maar hij was wel mee. [slachtoffer 5] nam de Oral-B producten mee en verdachte de nicotine producten. Verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 5] aanwijzingen heeft gegeven, omdat [slachtoffer 5] aan verdachte vroeg wat hij moest meenemen. Verdachte deed de spullen in de binnenzak van zijn geprepareerde jas en [slachtoffer 5] stopte de spullen in een tas en ze verlieten de winkel zonder te betalen.^[23]

Onderzoek

Op 1 september 2024 is een voertuig (Volvo met Engels kenteken) gecontroleerd waarvan de inzittenden bij een restaurant hebben gegeten en zijn weggereden zonder te betalen. In het voertuig zaten vijf personen. Verdachte was bestuurder van het voertuig en naast hem zat een vrouw genaamd [naam 2] . Op de achterbank zaten twee kleine kinderen en [slachtoffer 5] . Verdachte gaf aan de politie op dat [slachtoffer 5] een neefje van hem is. Verdachte vertelde dat hij woonachtig is op [adres 19] .^[24]

Getuige [getuige] heeft verklaard dat zij van 23 augustus 2024 tot en met 30 augustus 2024 op camping [camping] in [plaats 16] verbleef. Zij zag op 3 september 2024 de uitzending van Opsporing Verzocht en herkende het jongetje dat zou zijn ingezet door een volwassen man om diefstallen te plegen. Zij herkende het jongetje en de man van de camping, haar tent stond precies tussen de caravans waar het jongetje en de man verbleven en het toiletgebouw. Ze kwamen een dag later dan getuige aan op de camping, op 24 augustus 2024. Getuige heeft verklaard dat ze niet allemaal tegelijk aankwamen, maar elkaar wel kenden vanwege het groeten naar elkaar. Ze praatten Engels met een Iers accent. Het waren uiteindelijk negen caravans die er stonden. Bij de verschillende caravans waren een stuk of 10 tot 15 kinderen van onder de 18 jaar oud. Getuige heeft aan een van de vrouwen gevraagd of ze allemaal bij elkaar hoorden en de vrouw zei dat dat het geval was. Getuige heeft er in de tijd dat zij er was heel veel tassen gezien.^[25]

Naar aanleiding van de melding van getuige [getuige] is op 3 september 2024 onderzoek gedaan op camping [camping] in [plaats 16] . In één van de caravans op de camping verbleef verdachte. In een andere caravan die onderdeel van het cluster uitmaakte zag de verbalisant een vrouw, een man en een jongen van vermoedelijk 15 jaar oud.^[26]

In de stacaravan [nummer] bevonden zich naast verdachte ook nog de partner van verdachte, [naam 2] , en hun beide minderjarige kinderen, [slachtoffer 1] en [naam 3] . In de caravan is op verschillende plekken een groot aantal artikelen aangetroffen, waaronder 308 Nicorette producten en 121 Oral-B producten.^[27]

De telefoon van [naam 2] is in beslag genomen en onderzocht. In de telefoon zijn berichten aangetroffen tussen
[telefoonnummer 1] @s.whatsapp.net‘ [naam 2] (device owner)’ en
[telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net‘ [verdachte] ’ waarin gesproken wordt over Oral-B. Ook is een chat tussen deze twee gebruikers van 14 juli 2024 aangetroffen waarin ‘ [verdachte] ’ naar ‘ [naam 2] (owner)’ stuurt: ‘
Please god we will be in a nice holiday park chilling out making money’. Later die dag stuurt ‘ [verdachte] ’ een vermoedelijke selfie foto naar ‘ [naam 2] (owner)’. De persoon op de foto lijkt zeer sterk op de paspoortfoto van verdachte. Hierdoor is het zeer aannemelijk dat de gebruiker van [telefoonnummer 2] @s.whatsapp.net ‘ [verdachte] ’ verdachte [verdachte] is. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer 2] zeer waarschijnlijk in gebruik is bij verdachte.^[28]

Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij zichzelf op de foto op pagina 647 van het procesdossier (
de rechtbank leest: voornoemde foto) herkent, samen met zijn zoontje [slachtoffer 1] .^[29]

Tussenconclusie

Gelet op de deels bekennende verklaring van verdachte staat volgens de rechtbank vast dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hiervoor beschreven en in de tenlastelegging genoemde winkeldiefstallen. Daarbij gaat het onder meer om een drietal winkeldiefstallen die zijn gepleegd in het bijzijn van de negenjarige zoon van verdachte en negen winkeldiefstallen die zijn gepleegd in het bijzijn van [slachtoffer 5] . Daarnaast is de rechtbank gelet op voornoemde onderzoeksresultaten van oordeel dat verdachte degene is die in de telefoon van [naam 2] is opgeslagen als ‘ [verdachte] ’ en gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] .

Toetsingskader mensenhandel

De strafbaarstelling van mensenhandel is gericht op het tegengaan van de uitbuiting van mensen. In artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht (Sr) is de strafbaarstelling van deze uitbuiting beschreven.

Gelet op de wijze van tenlastelegging ligt de vraag voor of verdachte mensenhandel heeft gepleegd ten aanzien van zijn zoon [slachtoffer 1] (feit 1) en ten aanzien van [slachtoffer 5] (feit 3) in de zin van artikel 273f, eerste lid, sub 2, 4 en 6 Sr. Ter beantwoording van deze vraag zal eerst het toetsingskader worden geschetst, zoals dat volgt uit het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.^[30]Daarna zal de rechtbank per feit beoordelen of het feit kan worden bewezen.

-
Sub 2

Artikel 273f, eerste lid, sub 2 Sr is het equivalent van sub 1, maar dan voor gevallen waarbij het slachtoffer minderjarig is. Het verschil met sub 1 zit in het feit dat voor strafbaarheid ten aanzien van minderjarige slachtoffers de in sub 1 genoemde dwangmiddelen niet zijn vereist, tenzij de vervolging plaats heeft op grond van art. 273f lid 1 sub 4 Sr. In dat verband kan aangenomen worden dat in gevallen waarin minderjarigen worden aangezet tot criminele activiteiten per definitie sprake is van het dwangmiddel ‘misbruik van een kwetsbare positie’ of ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’, gelet op de bijzondere kwetsbaarheid van kinderen en hun afhankelijke positie ten opzichte van ouders/volwassenen. Sub 2 strekt derhalve ter bescherming van minderjarigen. Bij hen wordt ervan uitgegaan dat zij niet beschikken over een zekere rijpheid die hen in staat stelt de gevolgen van hun handelingen te overzien en zelfstandig beslissingen te nemen. De leeftijd van het slachtoffer is geobjectiveerd, opzet of schuld daaromtrent is niet vereist. De wetgever heeft tot uitdrukking willen brengen dat aan de wil van de minderjarige en daarmee de instemming geen betekenis toekomt.

-
Sub 4

Artikel 273f, eerste lid, sub 4 Sr stelt het gebruik van iemand in een uitbuitingssituatie strafbaar. Het gaat om de situatie waarbij een ander met een dwangmiddel (hetzelfde als genoemd in sub 1) wordt gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten, of waarbij onder de in sub 1 genoemde omstandigheden enige handeling wordt ondernomen waarvan men weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die ander zich daardoor daartoe beschikbaar stelt. Gedoeld wordt op degenen die gebruik maken van de uitbuitingssituatie van een ander, welke uitbuitingssituatie zij overigens niet zelf hoeven te hebben gecreëerd. De gedragingen in sub 4 volgen veelal op de gedragingen in sub 1 en 2, maar ze kunnen elkaar ook overlappen.

- Sub 6

Strafbaar op grond van artikel 273f, eerste lid, sub 6 Sr is degene die opzettelijk voordeel trekt uit de uitbuiting van een ander. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat het opzet gericht dient te zijn op zowel het voordeel trekken als de uitbuiting van een ander. De profijttrekker kan, maar hoeft niet, een ander te zijn dan degene die de uitbuitingssituatie heeft gecreëerd.

Feit 1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit, nu het oogmerk van uitbuiting niet kan worden bewezen en ook niet aan de andere criteria is voldaan om tot een bewezenverklaring te komen.

Beoordeling door de rechtbank

Oogmerk uitbuiting (sub 2)

Op basis van voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte [slachtoffer 1] heeft verworven, gehuisvest of heeft opgenomen met het oogmerk van uitbuiting. De rechtbank spreekt verdachte vrij van dat deel van de tenlastelegging.

Daarentegen is de rechtbank van oordeel dat wel sprake is van het overbrengen en vervoeren van [slachtoffer 1] , nu verdachte heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] verschillende dagen naar verschillende winkels bracht en dat [slachtoffer 1] , toen hij de winkels uit liep, naar de auto ging. De rechtbank acht bewezen dat verdachte zijn zoon op 13 en 14 augustus 2024 heeft vervoerd en overgebracht naar meerdere [slachtoffers] winkels. Dit alles is, gelet op de verklaring van verdachte en de uiterlijke verschijningsvorm, gebeurd met het oogmerk van het plegen van winkeldiefstal.

De rechtbank acht, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte zijn minderjarige kind meermaals een crimineel feit heeft laten plegen. Kinderen hebben recht op de bescherming en zorg die nodig is voor hun welzijn. Door zo te handelen heeft verdachte voor zijn zoon een pedagogisch en sociaal gezien onveilige omgeving gecreëerd. Er is sprake van uitbuiting zoals bedoeld in artikel 273f Sr.

Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie (sub 4)

De rechtbank is van oordeel dat door verdachte ‘misbruik van een kwetsbare positie’ en ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’ is gemaakt. Verdachte heeft zijn zoon meegenomen naar meerdere [slachtoffers] winkels, waarbij hij hem de diefstallen heeft laten plegen. Zijn zoon bevond zich door zijn minderjarigheid, (zeer) jonge leeftijd en afhankelijke positie ten opzichte van verdachte in een bijzonder kwetsbare positie. Hij had onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs geen andere keuze dan de aanwijzingen van verdachte (zijn vader) op te volgen.

Voorts is de rechtbank van oordeel dat de aanwezigheid van zijn zoon bij de diefstallen een specifieke functie had en dat verdachte daarvan ook gebruik heeft gemaakt. De aanwezigheid van kinderen, zeker wanneer zij nog jong zijn, wekt over het algemeen vertrouwen, waardoor er minder op hen gelet zal worden. Ook zullen zij minder snel verdacht en/of vervolgd worden. Het laten plegen van de diefstallen door de kinderen vergemakkelijkt het plegen van een dergelijk misdrijf.

Aangenomen kan worden dat de verdachte zich daarvan bewust is geweest en dus in ieder geval het (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het hiervoor omschreven misbruik.

Opzettelijk voordeel trekken (sub 6)

Dat dit alles is gebeurd met het oogmerk van uitbuiting staat naar het oordeel van de rechtbank buiten twijfel. Het ging verdachte evident om (financieel) gewin. Het is duidelijk dat een kind geen baat heeft bij antirookwaren en opzetborstels, en dat de producten bedoeld waren voor (de verkoop aan) een volwassene. Het voorgaande brengt de rechtbank dan ook tot de conclusie dat hieruit voordeel is getrokken zoals bedoeld onder sub 6.

Conclusie

Op grond van al het bovenstaande, in onderling verband en samenhang bekeken, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 13 augustus 2024 tot en met 14 augustus 2024 schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van zijn minderjarige zoon.

Feit 2

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 200-202;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 227-228;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , p. 244-246;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 februari 2025.

Feit 3

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft primair vrijspraak bepleit, nu het oogmerk van uitbuiting niet kan worden bewezen slechts op basis van de minderjarigheid. Eveneens kan niet worden vastgesteld dat verdachte economisch voordeel heeft genoten van de betrokkenheid van [slachtoffer 5] .

Beoordeling door de rechtbank

Minderjarigheid

De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer 5] is geboren op [geboortedag 3] 2008 en ten tijde van de gedragingen 16 jaar oud was^[31]. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet wist dat [slachtoffer 5] minderjarig was, omdat [slachtoffer 5] aan verdachte een rijbewijs heeft laten zien waar op stond dat hij 19 jaar oud was. Gelet op de hierboven genoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank de verklaring van verdachte dat hij niet wist dat [slachtoffer 5] minderjarig was ongeloofwaardig. Verdachte kende [slachtoffer 5] en zijn vader. Ook stonden ze naast elkaar op de camping en gingen ze samen vissen. Daarnaast zat [slachtoffer 5] op de achterbank van de auto die door verdachte werd bestuurd en verdachte heeft tijdens de staandehouding verklaard dat [slachtoffer 5] zijn neefje was. Bovendien blijkt uit meerdere hierboven genoemde verklaringen dat [slachtoffer 5] er minderjarig uit zag. In meerdere aangiftes is [slachtoffer 5] beschreven als een jongen van ongeveer 14 jaar oud en de verbalisant die [slachtoffer 5] in de stacaravan zag zitten beschrijft dat het gaat om een jongen van vermoedelijk 15 jaar oud. Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte niet enkel op het tonen van een rijbewijs door [slachtoffer 5] had mogen vertrouwen op de meerderjarigheid van de jongen, echter had verdachte zelf meer onderzoek moeten doen naar de leeftijd van [slachtoffer 5] . Dit klemt eens te meer gelet op het doel dat verdachte had, te weten samen met [slachtoffer 5] (en diens vader) naar verschillende winkels in het land rijden om daar meerdere diefstallen te plegen.

Oogmerk uitbuiting (sub 2)

Op basis van voornoemde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte [slachtoffer 5] heeft verworven, gehuisvest of heeft opgenomen met het oogmerk van uitbuiting. De rechtbank spreekt verdachte vrij van dat deel van de tenlastelegging.

Daarentegen is de rechtbank van oordeel dat wel sprake is van het overbrengen en vervoeren van [slachtoffer 5] , nu verdachte heeft verklaard dat hij steeds samen met [slachtoffer 5] en de vader van [slachtoffer 5] naar de winkels is gereden om daar diefstallen te plegen. Daarnaast hebben verdachte en [slachtoffer 5] meerdere winkeldiefstallen in verschillende winkels gepleegd waarbij zij telkens kort na elkaar de winkel binnen kwamen lopen en samen de winkel weer verlieten. De rechtbank acht bewezen dat verdachte [slachtoffer 5] in de periode van 31 augustus 2024 tot en met 3 september 2024 heeft vervoerd en overgebracht naar meerdere Kruidvat winkels. Dit alles is gebeurd met het oogmerk van het plegen van winkeldiefstal.

De rechtbank acht, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte een minderjarig kind een crimineel feit heeft laten plegen. Kinderen hebben recht op de bescherming en zorg die nodig is voor hun welzijn. Door zo te handelen heeft verdachte voor [slachtoffer 5] een pedagogisch en sociaal gezien onveilige omgeving gecreëerd. Er is sprake van uitbuiting zoals bedoeld in artikel 273f Sr.

Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie (sub 4)

De rechtbank is van oordeel dat door verdachte ‘misbruik van een kwetsbare positie’ en ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’ is gemaakt. Verdachte heeft een minderjarig kind meegenomen naar meerdere [slachtoffers] winkels, waarbij hij hem diefstal heeft laten plegen. Daar komt nog bij dat [slachtoffer 5] zich bevond in een ander land, waar hij de taal niet machtig was. [slachtoffer 5] bevond zich door zijn minderjarigheid en afhankelijke positie ten opzichte van verdachte in een bijzonder kwetsbare positie. Hij had onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs geen andere keuze dan de aanwijzingen van verdachte op te volgen.

Voorts is de rechtbank van oordeel dat de aanwezigheid van een minderjarig kind bij de diefstallen een specifieke functie had en dat verdachte daarvan ook gebruik van heeft gemaakt. De aanwezigheid van kinderen, zeker wanneer zij nog jong zijn, wekt over het algemeen vertrouwen, waardoor er minder op hen gelet zal worden. Ook zullen zij minder snel verdacht en/of vervolgd worden. Het laten plegen van de diefstallen door de kinderen vergemakkelijkt het plegen van een dergelijk misdrijf.

Aangenomen kan worden dat de verdachte zich daarvan bewust is geweest en dus in ieder geval het (voorwaardelijk) opzet heeft gehad op het hiervoor omschreven misbruik.

Opzettelijk voordeel trekken (sub 6)

Dat dit alles is gebeurd met het oogmerk van uitbuiting staat buiten twijfel. Het ging verdachte evident om (financieel) gewin. Het is duidelijk dat een kind geen baat heeft bij antirookwaren en opzetborstels, en dat de producten bedoeld waren voor (de verkoop aan) een volwassene. Het voorgaande brengt de rechtbank dan ook tot de conclusie dat hieruit voordeel is getrokken zoals bedoeld onder sub 6.

In vereniging gepleegd

Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de vader van [slachtoffer 5] , [slachtoffer 5] en verdachte samen naar de winkels reden om de diefstallen te plegen. Uit de omschrijving van de camerabeelden blijkt ook dat [slachtoffer 5] en verdachte steeds samen de winkel binnen komen lopen, in de winkel contact met elkaar hebben en allebei kort na elkaar zonder te betalen de winkel weer uit lopen. Daarmee acht de rechtbank bewezen dat de diefstallen in vereniging zijn gepleegd.

Conclusie

Op grond van al het bovenstaande, in onderling verband en samenhang bekeken, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich in de periode van 31 augustus 2024 tot en met 3 september 2024 schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van een minderjarig kind.

Feit 4

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 261-262, p. 286-287, p. 304-305, p. 322-323, p. 347-348, p. 378-379, p. 410-411, p. 450-451 en p. 476-477;

- het proces-verbaal van bevindingen, p. 264-265;

- het proces-verbaal van bevindingen, p. 289-293;

- het proces-verbaal van bevindingen, p. 325-326;

- het proces-verbaal van bevindingen, p. 350-352;

- het proces-verbaal van bevindingen, p. 453-454;

- het proces-verbaal van bevindingen, p. 479-480;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 februari 2025.

Feit 5

Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.

Bewijsmiddelen:

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 30-32;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 53-55;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , p. 72-73;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , p. 86-88;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5] , p. 123-125;

- het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1] , p. 169-171;

- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 17 februari 2025.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:

1.
Hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 13 augustus 2024 tot en met 14 augustus 2024 te [plaats 2] en
/of[plaats 3] , in elk geval in Nederland, een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedag 2] 2015),
(telkens
)

heeft
die [slachtoffer 1] door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 1] (sub 6°),

immers heeft verdachte

die [slachtoffer 1] vervoerd en/of gebracht en/of medegenomen en/of begeleid naar/in de [slachtoffer 2] , gevestigd op het [adres 1] te [plaats 2] ( ZD003 ) en
in de [slachtoffer 2] gevestigd aan het [adres 1] te [plaats 2] samen met die [slachtoffer 1] voornoemde winkel betreden en
die [slachtoffer 1]
zelf een linnen tas gepakt en
vervolgens voornoemde tas
in de [slachtoffer 4] gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 3] samen met die [slachtoffer 1] voornoemde winkel betreden en
die [slachtoffer 1] een tas aangewezen die die [slachtoffer 1] vervolgens pakt en
samen met die [slachtoffer 1] ,
zich nog opgehouden in voornoemde winkel terwijl hij die [slachtoffer 1] de winkel liet verlaten zonder voornoemde producten te betalen en
in de [slachtoffer 3] gevestigd aan de, [adres 2] te [plaats 2] samen met die [slachtoffer 1] voornoemde winkel betreden en
die [slachtoffer 1] één of meerdere instructie(s) gegeven en
diverse van voornoemde winkeldiefstal
bij de hierboven genoemde diefstallen misbruik gemaakt van de vertrouwens- en gezagsrelatie ten opzichte van die [slachtoffer 1] en

terwijl die [slachtoffer 1] een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt en
/ofterwijl die [slachtoffer 1] een persoon in en kwetsbare positie was (lid 3 sub 2), terwijl verdachte de
(stief)vader
en/of verzorger en/of begeleideris van die [slachtoffer 1] ;

2.
Hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 13 augustus 2024 tot en met 17 augustus 2024 te [plaats 2] en
/of[plaats 3] , althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,

één of meerdere stuks menthol mondspray en
één of meerdere stuk(s) nicotine mondspray mint en
één of meerdere doosje(s) nicotine zuigtabletten en
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 25 mg en
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 15 mg en
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 10 mg en
deobodyspray van het merk Axe en
een of meerdere spijkerbroek(en) en
een tas en
één of meerdere blikje(s) en/of flesje(s) fanta

(allen weggenomen bij de [slachtoffer 2] gevestigd aan het [adres 1] te [plaats 2] ter waarde van ongeveer 895 euro in totaal) ( ZD003 ), en
/of

één of meerdere doosje(s) Nicorette pleisters 15 mg en
één of meerdere stuk(s) Nicorette mondspray mint en
één of meerdere doosje(s) Nicorette pleisters 10 mg en
één of meerdere stuk(s) Nicorette mondspray menthol 1 mg

(allen weggenoen bij de [slachtoffer 3] , gevestigd aan de [adres 2] te [plaats 2] )( ZD006 ) en
/of

één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 15 mg en
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 10 mg en
één of meerdere doosje(s) nicotine pleisters 25 mg en
één of meerdere stuks speelgoed en
één of meerdere stuk(s) Nicorette mondspray menthol 1 mg en
een (weekend) tas

(allen weggenomen bij de [slachtoffer 4] , gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 3] ( ZD004 ) en
/ofin elk geval
één ofmeerdere goederen,
dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , gevestigd op [adres 1] te [plaats 2] en/of [slachtoffer 3] gevestigd aan de [adres 2] te [plaats 2] en/of [slachtoffer 4] gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;

3.
Hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 31 augustus 2024 tot en met 3 september 2024 te [plaats 4] en
/of[plaats 5] en
/of[plaats 6] en
/of[plaats 7] en
/of[plaats 8] en
/of[plaats 9] en
/of[plaats 10] en
/of[plaats 11] , in elk geval in Nederland, tezamen
en in vereniging, althans alleen, een ander, te weten [slachtoffer 5] (geboren [geboortedag 3] 2008),
(telkens)

heeft
die [slachtoffer 5] door misbruik uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer 5] (sub 6°),

immers heeft verdachte

die [slachtoffer 5] (telkens)
in de [slachtoffer 6] gevestigd aan de [adres 4] te [plaats 4] (zaak 11) die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en
in de [slachtoffer 7] gevestigd op de [adres 5] te [plaats 5] (zaak 12) die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en
in de [slachtoffer 8] , gevestigd op [adres 6] te [plaats 6] (zaak 13) die [slachtoffer 5] instructies gegeven en
in de [slachtoffer 9] gevestigd op [adres 7] te [plaats 9] (zaak 14) die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en
in de [slachtoffer 10] , gevestigd op de [adres 8] te [plaats 8] (zaak 15) die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en
in de [slachtoffer 11] , gevestigd op [adres 9] te [plaats 8] (zaak 16), die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en
in de [slachtoffer 12] , gevestigd op de [adres 10] te [plaats 7] (zaak 17) die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en
in de [slachtoffer 13] gevestigd op de [adres 11] te [plaats 11] (zaak 18) die [slachtoffer 5] een tas laten pakken en
in de [slachtoffer 14] gevestigd op de [adres 12] te [plaats 10] (zaak 19) die [slachtoffer 5] die winkel in laten gaan en
diverse van voornoemde winkeldiefstal
bij bovengenoemde diefstallen misbruik gemaakt van de vertrouwens- en gezagsrelatie ten opzichte van die [slachtoffer 5] en
misbruik gemaakt van de volgzaamheid en
die [slachtoffer 5] binnen de afhankelijkheidsrelatie

terwijl die [slachtoffer 5] een persoon is die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt en
/ofterwijl die [slachtoffer 5] een persoon in en kwetsbare positie was (lid 3 sub 2);

4.
Hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 31 augustus 2024 tot en met 3 september 2024 te [plaats 4] en
/of[plaats 5] en
/of[plaats 6] en
/of[plaats 7] en
/of[plaats 8] en
/of[plaats 9] en
/of[plaats 10] en
/of[plaats 11] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen,

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1874 euro) en
/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1561 euro) en
/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1370 euro) en
/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1802 euro) en
/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 904 euro) en
/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 2768 euro) en
/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1925 euro) en
/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1761 euro) en
/of

één of meerdere stuks Oral B opzetborstels en/of Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van 1311 euro)

in elk geval
één ofmeerdere goed
(eren
),
dat/die geheel of ten dele aan

Kruidvat, gevestigd op de [adres 4] , [plaats 4] en
/of

Kruidvat, gevestigd op de [adres 5] te [plaats 5] en
/of

Kruidvat, gevestigd op [adres 6] te [plaats 6] en
/of

Kruidvat, gevestigd op de [adres 10] , [plaats 7] en
/of

Kruidvat, gevestigd op [adres 9] te [plaats 8] en
/of

Kruidvat, gevestigd op de [adres 8] te [plaats 8] en
/of

Kruidvat gevestigd op [adres 7] te [plaats 9] en
/of

Kruidvat gevestigd op de [adres 12] te [plaats 10]
en/of

Kruidvat gevestigd op de [adres 11] te [plaats 11]

in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5.
Hij op
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 23 juni 2024 tot en met 4 juli 2024 te [plaats 2] en
/of[plaats 12] en
/of[plaats 13] en
/of[plaats 14] en
/of[plaats 15] in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging, althans alleen,

één ofmeerdere stuks Nicorette anti-rookwaar (ter waarde van ongeveer 207 euro) (ZD121) en
/of

één ofmeerdere stuks Nicorette anti-rookwaar (waaronder doosjes nicotine pleisters en
/ofmondspray en
/ofkauwgum, ter waarde van ongeveer 1276 euro) (ZD122) en
/of

één ofmeerdere stuks opzetborstels en
/ofNicorette anti-rookwaar (ter waarde van ongeveer 1600 euro) (ZD123) en
/of

één ofmeerdere stuks Braun scheerkoppen en
/ofscheermessen (ter waarde van ongeveer 2150 euro) (ZD126)
en/of

één ofmeerdere stuks Oral B opzetborstels (ter waarde ongeveer 884,73 euro) (ZD131) en
/ofNicorette pleisters (ter waarde van 520 euro) (ZD132) en
/of

één ofmeerdere stuks anti-rookwaar (waaronder doosjes nicotine pleisters en/of mondspray en/of kauwgum en/of zuigtabletten, ter waarde van ongeveer 1615 euro) (ZD136)

in elk geval
één ofmeerdere goed
(eren
),
dat/die geheel of ten dele aan

[slachtoffer 15] , gevestigd op het [adres 13] te [plaats 2] (ZD121) en
/of

[slachtoffer 16] , gevestigd op de [adres 14] te [plaats 2] (ZD122) en
/of

[slachtoffer 17] , gevestigd op het [adres 15] te [plaats 12] (ZD123) en
/of

[slachtoffer 18] , gevestigd op de [adres 16] te [plaats 13] (ZD126) en
/of

[slachtoffer 19] gevestigd op [adres 17] te [plaats 14] (ZD131 en ZD132)
en/of

[slachtoffer 20] , gevestigd op de [adres 18] (ZD136)

in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.

Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

feiten 1 en 2:

eendaadse samenloop van

diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd

mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 1º,

2 º, 4º en 6º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

feiten 3 en 4:

eendaadse samenloop van

diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd

mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 1º,

2 º, 4º en 6º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

feit 5:

diefstal door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van de tijd die door verdachte reeds in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht.

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft verzocht bij het bepalen van de straf te overwegen om een (groot) deel voorwaardelijk op te leggen, zodat verdachte niet alleen snel terug zou kunnen naar Ierland maar dat hij ook snel kan werken aan zijn sociaal-emotionele problematiek als gevolg waarvan de kans op recidive sterk wordt verminderd.

De beoordeling door de rechtbank

De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.

Ernst van de feiten

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan 18 winkeldiefstallen, waarvan hij er maar liefst 12 heeft gepleegd met minderjarige kinderen, waaronder zijn zoontje van 9 jaar oud. De diefstallen zijn in een periode van 23 juni 2024 tot 3 september 2024 gepleegd en in totaal is meer dan

€ 33.000,- aan goederen weggenomen. Dit zijn zeer ernstige feiten en de rechtbank neemt het verdachte met name kwalijk dat hij twee minderjarige kinderen bij het plegen van winkeldiefstallen heeft betrokken en deze kinderen hiermee crimineel heeft uitgebuit. Hij heeft hen, zonder dat zij hiervoor zelf de keuze hadden, meegetrokken in het criminele leven van een volwassene. De rechtbank neemt het verdachte daarnaast ook kwalijk dat hij als toerist in Nederland te gast was en dat hij zich in die periode samen met meerdere andere personen schuldig heeft gemaakt aan mobiel banditisme. Hij is op strooptocht door het land getrokken, enkel om zichzelf te verrijken.

Persoon van de verdachte

Bij haar beslissing heeft de rechtbank rekening gehouden met het strafblad van verdachte in Duitsland van 17 december 2024. Uit het strafblad blijkt dat verdachte in juni 2024 door de Duitse rechtbank is veroordeeld voor het plegen van diefstal. Hiervoor heeft hij een geldboete gekregen.

Uit onderzoek is gebleken dat verdachte in Ierland en België eveneens bekend is naar aanleiding van soortgelijke strafbare feiten. In Duitsland was verdachte bekend onder een alias, namelijk [bijnaam 1] . Verdachte maakte gebruik van meerdere valse namen, waaronder [bijnaam 2] , [bijnaam 3] , [bijnaam 4] , [bijnaam 5] .

De reclassering heeft op 24 januari 2025 gerapporteerd. Er zijn problemen op het gebied van de contacten met zijn gezin, woning en financiële problemen en deze lijken voort te komen uit een alcoholverslaving, welke verslaving is verergerd door het verdriet vanwege het overlijden van zijn vader. Verdachte zal direct na detentie terug gaan naar Ierland. De reclassering ziet daarom geen aanleiding om bijzondere voorwaarden te adviseren.

Straf

Gelet op de stelselmatigheid (de hoeveelheid diefstallen en de verschillende locaties in Nederland), de hoge waarde van alle gestolen goederen, de geprepareerde jas die in de auto van verdachte is aangetroffen, welke hij gebruikte tijdens de diefstallen, het in vereniging plegen van alle diefstallen en het feit dat hij minderjarige kinderen heeft gebruikt, nota bene zijn eigen zoon van negen jaar oud, om de diefstallen te plegen met telkens een vaste modus operandi rekent de rechtbank verdachte de feiten zwaar aan. De rechtbank is daarom van oordeel dat enkel een vrijheidsbenemende straf passend en geboden is.

De rechtbank heeft bij de overweging tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen. In soortgelijke gevallen, waar een ouder een minderjarig kind gebruikte om een winkeldiefstal te plegen, legt de rechtbank een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf op tussen de 4 en 8 maanden. Verdachte heeft maar liefst 18 winkeldiefstallen gepleegd, waarvan 12 met een minderjarig kind. Daarom zal de rechtbank aan verdachte een langere (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Om het risico op herhaling te voorkomen, ingeval verdachte in de toekomst terug mocht keren naar Nederland, legt de rechtbank, als stok achter de deur, een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk op.

De rechtbank is – in overeenstemming met de eis van de officier van justitie – van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren passend is. Voorgaande met aftrek van de door verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd.

8.Beslag

De rechtbank zal de personenauto (omschrijving: PL2000-2024226862-G2767043, zwart, merk: Volvo, chassisnr: [chassisnummer] ), met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid, verbeurd verklaren.

De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

De rechtbank zal de teruggave van de hierna genoemde voorwerpen aan de rechthebbende(n) gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

10 STK Scheermes (omschrijving: PL2000-2024226862-G2766994, Braun);
3 STK Kleding (omschrijving: PL2000-2024226862-G2767000, 2x 2-pack boxershort en 1 paar witte sokken, Puma;
121 STK Tandenborstel (omschrijving: PL2000-2024226862-G2766975, Oral-B);
242 STK Medicijn (omschrijving: PL2000-2024226862-G2766977, Nicorette);
143 STK Medicijn (omschrijving: PL2000-2024226862-G2766979, Nicorette).

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 55, 57, 311 en 273f van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:

 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;

 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;

 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;

 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 (tweeënveertig) maanden;

 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 12 (twaalf) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;

 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;

 verklaart verbeurd de personenauto (omschrijving: PL2000-2024226862-G2767043, zwart, merk: Volvo, chassisnr: [chassisnummer] );

 gelast de teruggave van de navolgende voorwerpen aan de rechthebbende(n):

10 STK Scheermes (omschrijving: PL2000-2024226862-G2766994, Braun);
3 STK Kleding (omschrijving: PL2000-2024226862-G2767000, 2x 2-pack boxershort en 1 paar witte sokken, Puma;
121 STK Tandenborstel (omschrijving: PL2000-2024226862-G2766975, Oral-B);
242 STK Medicijn (omschrijving: PL2000-2024226862-G2766977, Nicorette);
143 STK Medicijn (omschrijving: PL2000-2024226862-G2766979, Nicorette).

Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. Y. van Wezel en

mr. R.M.H. Pennings, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 3 maart 2025.

mr. Y. van Wezel en mr. R.M.H. Pennings zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

ECLI:NL:RBGEL:2025:1712

Mensenhandel en winkeldiefstal door een vader met minderjarige kinderen

Uitspraak

1.De inhoud van de tenlastelegging

3.De bewezenverklaring

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

2 º, 4º en 6º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

2 º, 4º en 6º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.

5.De strafbaarheid van de feiten

6.De strafbaarheid van de verdachte

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

8.Beslag

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

10.De beslissing

Voetnoten